Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
- op de eindafrekening is voor stroom in totaal een bedrag van € 2.957,22 gerekend. Daarbij zitten twee posten voor vaste leveringskosten van stroom voor € 30,55 en € 0,09, dus bij elkaar € 30,64. Die posten zijn door de berekening niet veranderd. De andere posten voor stroom (€ 1.073,84 + € 1.843,47 + € 1,75 + € 7,52) bedragen samen € 2.926,58. Dit bedrag heeft [eiseres] op basis van de onder 2.1 genoemde meterstanden opnieuw berekend op € 2.436,73. Daar komen de hiervoor genoemde vaste kosten van € 30,64 bij. Er is daarom
- op de eindafrekening zijn voor energiebelastingen bedragen van € 113,00 en € 3,90 in rekening gebracht die betrekking hebben op gas. Die bedragen blijven hetzelfde. De overige bedragen zijn in totaal (€ 1.448,22 + € 1.815,87 + € 40,32 + € 165,30 - € 380,00 =) € 3.089,71. Dat is herberekend op € 2.755,22, ofwel
€ 2.638,64. [gedaagde] heeft geen andere verweren tegen de door [eiseres] genoemde bedragen aangevoerd. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat die bedragen kloppen. [gedaagde] zal dan ook worden veroordeeld tot betaling van dit bedrag van € 2.638,64.