Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiseres sub 1] ,
2.[eiser 2] ,
1.[gedaagde sub 1] ,
2.[gedaagde sub 2] ,
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
[achternaam van gedaagden] heeft daartegenover aangevoerd dat het niet aannemelijk is dat [eiseres sub 1] al die kleding in het appartement had achtergelaten toen zij gedurende drie maanden in Parijs verbleef. Verder stelt hij dat er een afschrijving moet plaatsvinden op de kleding op dezelfde manier als verzekeringsmaatschappijen dat plegen te doen. Ook heeft [achternaam van gedaagden] gesteld dat verschillende tassen zijn geretourneerd.
€ 1.124,37.
€ 1.129,11voor elektronica.
€ 302,50toewijzen als schadevergoeding voor de verdwenen huishoudelijke spullen.
€ 338,89voor persoonlijke spullen.
financieelin dezelfde toestand gebracht als zij ook was vóór de spullen werden weggegooid. Als daarnaast ook de kosten van het inkopen van nieuwe spullen aan [eiseres sub 1] vergoed zou moeten worden, zou zij in een betere positie komen te verkeren dan wanneer het schadeveroorzakende feit zich niet had voorgedaan. Daarom komen de onder deze noemer door [eiseres sub 1] geclaimde posten niet voor vergoeding in aanmerking.
€ 1.071,47.
€ 1.968,42.
€ 980,36
€ 179,95zullen daarom bij de berekening van de schade worden betrokken.
€ 365,31.
€ 157,48betalen.
€ 1.760,00.
1.050,00(3,5 punten x tarief € 300,00)