Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
- de heer [eiser]
- mevrouw [A]
- mr. Sieben voornoemd
- mr. Volleberg voornoemd
1.Het verloop van de procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De mondelinge uitspraak
980,00(1 punten x tarief € 980,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiser, die in 2005 een hypothecaire geldlening bij de coöperatie Rabobank U.A. heeft afgesloten, verzocht om de verwijdering van een negatieve BKR-registratie. Eiser is in 2011 gediagnosticeerd met multiple sclerose, wat heeft geleid tot volledige arbeidsongeschiktheid. Door een daling van zijn inkomen heeft eiser in 2014 afspraken gemaakt met Rabobank om de lening en rente te verlagen. Na de verkoop van zijn woning in 2018 resteerde er een restschuld van €186.878,00, die Rabobank heeft afgeboekt na een overeenkomst met eiser. Eiser heeft recent een woning gekocht, maar kan vanwege de BKR-registratie geen financiering rondkrijgen. Rabobank weigert de registratie te verwijderen, wat eiser heeft doen besluiten om een kort geding aan te spannen.
De voorzieningenrechter heeft op 30 april 2019 uitspraak gedaan. Eiser heeft een spoedeisend belang bij zijn verzoek, omdat de financiering voor zijn nieuwe woning afhangt van de verwijdering van de BKR-registratie. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de belangenafweging in het voordeel van eiser uitvalt. De registratie dient ter bescherming van kredietverstrekkers, maar in dit geval is er geen sprake van overkreditering en heeft eiser altijd op tijd betaald. De voorzieningenrechter heeft Rabobank veroordeeld om de negatieve registratie binnen een week te verwijderen en heeft de proceskosten aan de zijde van eiser toegewezen.