ECLI:NL:RBMNE:2019:2124
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitdelingslijst en rekening en verantwoording in lichte vereffeningsprocedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 23 mei 2019, betreft het een verzoek tot verzet tegen een uitdelingslijst en rekening en verantwoording in het kader van de nalatenschap van erflaatster [A], die op 89-jarige leeftijd is overleden. Verzoekers, die schuldeisers zijn van de nalatenschap, hebben het verzoek ingediend op 11 december 2018. De kantonrechter heeft hen in een brief van 19 februari 2019 geïnformeerd dat hij voornemens was het verzoek niet-ontvankelijk te verklaren, waarna verzoekers de mogelijkheid kregen om een mondelinge behandeling aan te vragen. Deze behandeling vond plaats op 9 mei 2019, waarbij verzoeker en zijn echtgenote aanwezig waren.
De nalatenschap van erflaatster is beneficiair aanvaard door de belanghebbenden, die uit een eerder huwelijk van erflaatster zijn geboren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de wettelijke grondslag voor het indienen van een verzetschrift tegen de uitdelingslijst en rekening en verantwoording is geregeld in artikel 4:218 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. Echter, omdat de nalatenschap onder de lichte vereffeningsprocedure valt, is artikel 4:218 BW niet van toepassing. Dit betekent dat het niet mogelijk is om verzet aan te tekenen tegen de rekening en verantwoording en de uitdelingslijst. De kantonrechter heeft daarom het verzoek van verzoekers niet-ontvankelijk verklaard.
De beschikking is gegeven door mr. M.J. Smit en is openbaar uitgesproken. Verzoekers hebben de mogelijkheid om binnen drie maanden na de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waarbij het beroepschrift uitsluitend door een advocaat kan worden ingediend.