4.3Het oordeel van de rechtbank
Op 14 januari 2019 om 02.09 uur hoorde verbalisant [verbalisant 1] dat de Mobeye-telefoon afging met betrekking tot het adres [adres] in [woonplaats] . In verschillende woningen in de Noordoostpolder ligt een Mobeye, wat een bewegingsmelder met een alarmoproep is.
Verbalisant [verbalisant 2] was omstreeks 02.20 uur op de [adres] . Hij scheen met zijn zaklamp in de woning en zag daar twee personen lopen. Eén droeg een zwarte jas en de ander lichtkleurige kleding. Hij zag dat beide personen vanaf de achterzijde van de woning met versnelde pas naar de voorzijde liepen.
Verbalisant [verbalisant 3] hoorde, toen zij bijna ter plaatse was, van verbalisant [verbalisant 2] dat hij voor de woning stond en in de woning mensen zag rennen. [verbalisant 3] is gelijk rechts om de woning gelopen, deed haar zaklamp aan, en zag drie personen over de omheining van de woning klimmen. Twee renden weg in de richting van het fietspad achter de woning. Het leek of één persoon bij de omheining bleef staan. Persoon 1 kan zij alleen maar omschrijven als ‘man’. De andere twee personen omschrijft zij als: persoon 2: man, licht getint, 170/180, volle bos zwart haar, bovenop vooral veel haar, donkere jas, en persoon 3: man, licht getint, 170/180, volle bos zwart haar, bovenop vooral veel haar, donkere jas, licht glimmende stof tot op de heupen.
Zij zag dat persoon 2 en persoon 3 via het fietspad richting de Rozenburg renden. Zij is achter hen aangerend en heeft hen bij de splitsing Rozenburg/Putten uit het oog verloren. Vervolgens is alles rondom afgezet door de politie, in afwachting van de hondengeleider en de politiehelikopter.
De hondengeleider was omstreeks 02.30 uur ter plaatse. Hij heeft, vergezeld van zijn diensthond, de woning doorzocht en daarna het spoor uitgelopen dat liep vanaf de woning naar de Beijerland, de Putten op, via de Rozenburg, via het fietspad tussen de Rozenburg en de Delflandlaan en vervolgens rechtsaf de Delflandlaan op tot de Kennemerlandlaan. Hier raakte de diensthond het spoor kwijt.
De hondengeleider hoorde dat de waarnemer in de helikopter een warmtebron waarnam in een brandgang achter de woning perceel [adres] in [woonplaats] . De waarnemer zag dat een persoon dicht tegen de schutting van de tuin stond. De hondengeleider is, samen met verbalisant [verbalisant 2] , voornoemde brandgang ingegaan. Toen hij het einde van de brandgang op twee meter genaderd was, zag hij een manspersoon uit een nis tevoorschijn komen. Hij hoorde dat de man luidkeels riep dat hij zich overgaf en hij zag dat de man zijn handen in de lucht stak.Dit was om 03.40 uur en de aangehouden verdachte betrof [verdachte] .[verbalisant 2] zag dat [verdachte] een zwarte jas droeg.De afstand tussen de [adres] en [adres] bedraagt 200 meter.
[verdachte] bleek eerder te zijn gecontroleerd in een Renault Megane met kenteken [kenteken] op naam van [medeverdachte] . Twee verbalisanten zijn omstreeks 04.00 uur in de wijk waar de inbraak was gepleegd op zoek gegaan naar de Renault. Zij vonden de auto op de [adres] ter hoogte van perceel [nummer] .Verbalisant [verbalisant 4] zag omstreeks 06.28 uur de knipperlichten van de Renault knipperen en een persoon in het voertuig stappen. Deze persoon was vanuit de achterzijde van de [adres] aan komen lopen. Hij stapte achter in het voertuig en kleedde zich daar om. Omstreeks 06.44 uur ging de persoon achter het stuur zitten en startte hij de Renault en een minuut later reed hij vooruit. Verbalisant is voor de auto gaan staan, schreeuwde ‘politie’ en herhaalde meerdere malen dat de bestuurder moest stoppen. Hij zag dat de bestuurder eerst stopte, maar hem vervolgens aankeek en daarna naar voren reed. De voorzijde van de Renault kwam tegen zijn benen aan. Hij heeft zijn dienstpistool getrokken en gericht op de bestuurder. De bestuurder reed naar achteren. Toen [verbalisant 4] naast het voertuig stond, zag hij dat de bestuurder met zijn handen aan het portier zat, kennelijk om dit op slot te doen, want hij had diverse keren geprobeerd het portier te openen, hetgeen niet lukte. Inmiddels waren diverse andere collega’s gearriveerd en is de ruit verbroken, waarna de verdachte is aangehouden.De aangehouden verdachte betreft [medeverdachte] . Hij had tussen zijn benen op de bestuurdersstoel een telefoon liggen.De afstand tussen de [adres] en [adres] bedraagt 300 meter. De afstand tussen de Kennemerland, waar de diensthond het spoor kwijtraakte, en de [adres] is 215 meter.
Tijdens de insluitingsfouillering van [medeverdachte] werden in zijn jaszak een kleine zwart leren portefeuille, met daarin onder meer een ING bankpas op naam van [medeverdachte] , en drie losse biljetten aangetroffen met daarop de getallen 200 en 20.Dit bleken Zweedse kronen te zijn ter waarde van, omgerekend, € 21,00 à € 42,00, afhankelijk van de wisselkoers.Door aangeefster [benadeelde] is verklaard dat zij in haar slaapkamer in een portemonneetje Zweedse kronen bewaarde ter waarde van, omgerekend, niet meer dan € 50,00, die op 14 januari 2019 uit haar woning zijn gestolen.
De signalementen van de aangehouden verdachten zijn vergeleken met de signalementen van de personen die door verbalisanten in de woning aan de [adres] zijn waargenomen. [verdachte] heeft een licht getinte huidskleur, zwart opgeschoren haar dat bovenop dikker is en hij droeg een vest met capuchon, een zwarte jas en een blauwe spijkerbroek. [medeverdachte] heeft ook een licht getinte huidskleur, zwart haar dat aan zijkanten opgeschoren en bovenop dikker was en hij droeg een donkergrijze licht glimmende jas met capuchon en een grijze broek. Bij dit proces-verbaal zijn foto’s gevoegd van beide verdachten ten tijde van hun aanhouding.
Uit onderzoek naar de historische verkeersgegevens van de telefoons van [medeverdachte] en [verdachte] bleek dat er veelvuldig contact was tussen beide telefoons en dat beide telefoons op 13 januari 2019 om 21.40 uur een zendmast op de Adriana Nozemanstraat in Almere aanstraalden en om 22.23 uur een zendmast op de Dukaat in Emmeloord. Van 22.26 uur tot 06.40 uur (op 14 januari) heeft de telefoon van [medeverdachte] een zendmast op de Espelerlaan in Emmeloord aangestraald, hetgeen met een afstand (lopend) van twee kilometer de dichtstbijzijnde zendmast is van de [adres] . Om 06.40 uur was er een uitgaande oproep vanaf de telefoon van [medeverdachte] naar die van [verdachte] .
Bij onderzoek aan de woning bleek dat het keukenraam aan de tuinzijde was opengebroken.
Op grond van de inhoud van voornoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende vast.
Beide verdachten waren op 13 januari 2019 om 21.40 uur nog in Almere om 22.23 uur in Emmeloord. De telefoon van [medeverdachte] heeft vervolgens tot de volgende ochtend, 14 januari 2019 om 06.40 uur een zendmast aangestraald in de buurt van de woning waar is ingebroken.
De signalementen van de twee personen die omstreeks 02.20 uur in de woning zijn gezien – één persoon met een zwarte jas en één persoon met lichtkleurige jas – en de signalementen van de personen die over de omheining van de woning klommen – beiden licht getint, 170/180 lang, volle bos zwart haar met vooral bovenop veel haar, beiden een donkere jas waarvan er één een licht glimmende stof had – komen overeen met het uiterlijk van de twee aangehouden verdachten en met de kleding die zij toen droegen.
Anderhalf uur na de melding op de Mobeye-telefoon, namelijk om 03.40 uur, is [verdachte] aangehouden in een steegje, waar hij zich schuil hield in een nis, op een afstand van slechts 200 meter van de woning aan de [adres] . Deze steeg ligt ook op de route die de diensthond heeft gelopen.
Om 06.28 uur stapte [medeverdachte] in zijn auto, die op een afstand van 300 meter van de Delflandlaan stond geparkeerd, waar hij zich omkleedde en om 06.40 uur telefonisch contact zocht met [verdachte] . Hij werkte niet mee met de politie en in zijn jaszak werd vervolgens een hoeveelheid Zweedse kronen aangetroffen ter waarde van een bedrag in euro’s dat overeenkomt met het bedrag waarvan aangeefster heeft verklaard dat dit uit haar woning is weggenomen.
Op grond hiervan, bezien in onderling verband en samenhang met de hiervoor beschreven omstandigheden, kan worden vastgesteld dat de bij [medeverdachte] aangetroffen kronen de kronen zijn die uit de woning aan de [adres] zijn weggenomen.
Verdachte heeft geen aannemelijke en verifieerbare verklaring gegeven voor de reden van zijn aanwezigheid in de nachtelijke uren in Emmeloord in de buurt van de woning waar is ingebroken. Dat hij midden in de nacht een afspraak had met een vriend van wie hij verder geen gegevens wil verstrekken en dat hij ergens in een steeg moest gaan roken omdat anders de ouders van die vriend het zouden merken, vindt de rechtbank allesbehalve geloofwaardig.
Dat tussen beide verdachten een nauwe en bewuste samenwerking bestond, blijkt hieruit dat zij samen naar Emmeloord zijn gereden, samen in de woning aanwezig zijn geweest en daar de Zweedse kronen hebben weggenomen en [medeverdachte] ook na de diefstal telefonisch contact zocht met [verdachte] . Er is dus sprake geweest van een gezamenlijke uitvoering van de diefstal met braak.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat het tenlastegelegde op grond van de inhoud van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen.