Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 6
- de brief van 20 december 2018 met een toelichting op de producties 5 en 6 van [eiseres]
- de brief van 20 december 2018 met de aanvullende producties 7 t/m 9 van [eiseres]
- de eis in reconventie met producties 1 t/m 7
- de mondelinge behandeling op 21 december 2018
- de pleitnota van [eiseres]
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
- contacten aan te gaan of te onderhouden met zakelijke relaties of prospects van werkgever, direct dan wel indirect, tegen vergoeding of om niet, anders dan ten behoeve van de uitoefening van de werkzaamheden voor werkgever,
- werkzaamheden te verrichten voor of in dienst te treden bij zakelijke relaties van werkgever.
3.De vorderingen in conventie en in reconventie
4.De standpunten van partijen in conventie en in reconventie
5.De beoordeling in conventie
Het concurrentiebeding in de beëindigingsovereenkomst”,
Arbeidsrecht2017/22), waaronder het arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 28 april 2009, (
RAR2009, 134). Het zich voordoende geval van de uitspraak van het hof in Amsterdam heeft voor het onderhavige geval echter geen betekenis, omdat het niet zo is dat het geheimhoudingsbeding wel in de beëindigingsovereenkomst was herhaald en het concurrentiebeding niet. Ook het commentaar van Rosendahl en Theunissen bij de uitspraak van de kantonrechter in Leeuwarden (rechtbank Leeuwarden, 10 oktober 2012,
ECLI:NL:RBLEE:2012:BX9971), dat de bedingen niet onder de finale kwijting zouden moeten vallen omdat de postcontractuele bedingen juist zien op de periode na het eindigen van de arbeidsovereenkomst, kan de voorzieningenrechter niet overtuigen. Integendeel, juist omdat deze bedingen zouden kunnen gelden in de periode na het einde van de arbeidsovereenkomst, zouden de bedingen expliciet door de werkgever tijdens de onderhandelingen en de redactie van de beëindigingsovereenkomst aan de orde moeten worden gebracht. Wanneer dat niet gebeurt, er vervolgens over geen van in de arbeidsovereenkomst voorkomende postcontractuele bedingen een afspraak wordt gemaakt in de beëindigingsovereenkomst en er een finale kwijting wordt opgenomen met de tekst dan niet alleen voor wat betreft de beëindiging maar ook wat betreft de inhoud van de arbeidsovereenkomst niets meer tussen partijen zal gelden, zal, tenzij er een uitdrukkelijke andere intentie aan ten grondslag ligt, moeten worden geconcludeerd dat ook de bedingen onder de finale kwijting vallen. Daar komt nog bij dat in het onderhavige geval wel allerlei details aan de orde zijn gekomen, zoals de teruggave van de bedrijfsfiets en negatieve uitlatingen na einde dienstverband.
- € 1.565,00 vastrecht;
- € 980,00 salaris advocaat.