ECLI:NL:RBMNE:2019:2075

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 mei 2019
Publicatiedatum
9 mei 2019
Zaaknummer
16/653117-17
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens hennepkwekerij en diefstal van elektriciteit

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, is de verdachte beschuldigd van het hebben van een hennepkwekerij en het stelen van elektriciteit in de periode van 1 mei 2013 tot en met 12 april 2017. De zaak kwam voor de rechtbank na een melding van de eigenaar van een bedrijfspand in Zeewolde, die vermoedde dat er iets strafbaars aan de gang was. De politie ontdekte een operationele hennepkwekerij en illegale elektriciteitsafname. De verdachte, die zich als onderhuurder van het pand had gepresenteerd, bekende de hennepkwekerij te hebben opgezet en geëxploiteerd. Echter, de rechtbank had twijfels over de waarachtigheid van zijn verklaring, die niet door andere bewijsmiddelen werd ondersteund. Ondanks het feit dat de verdachte het tenlastegelegde had bekend, was de rechtbank van mening dat er onvoldoende overtuiging was dat hij daadwerkelijk de dader was. De rechtbank concludeerde dat er weliswaar bewijs was voor de aanwezigheid van de hennepkwekerij en de diefstal van elektriciteit, maar dat dit niet voldoende was om de verdachte te veroordelen. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van de tenlastelegging.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/653117-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 3 mei 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte]geboren op [geboortedatum] 1963 te [geboorteplaats]
wonende te [postcode] [woonplaats] , [adres]

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 april 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Kamper en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw mr. M. Mulderij-Anker, advocaat te Zwolle , naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
in de periode van 1 mei 2013 tot en met 12 april 2017 in een pand aan de [straatnaam] in Zeewolde een hennepkwekerij met in totaal ongeveer 87 hennepstekken en/of ongeveer 676 hennepplanten heeft gehad;
feit 2:
in de periode van 1 mei 2013 tot en met 12 april 2017 elektriciteit heeft gestolen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen, met dien verstande dat het begin van de periode gelet op de verklaring van verdachte en getuige [getuige] op 1 mei 2015 moet worden gesteld.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit, vanwege het ontbreken van de overtuiging.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank leidt uit de stukken in het dossier de volgende gang van zaken af.
Op 12 april 2017 meldde de eigenaar van een bedrijfspand aan de [straatnaam] in [plaatsnaam] bij de politie dat hij vermoedde dat in zijn pand iets strafbaars aan de gang was. De politie is naar dat pand gegaan en uit het ter plaatse ingestelde onderzoek bleek dat in het pand een hennepkwekerij operationeel was. De elektriciteit voor die kwekerij werd illegaal afgenomen. De politie heeft vervolgens de hennepkwekerij ontmanteld en heeft de huurder van het pand als verdachte aangemerkt. Op 8 mei 2017 is verdachte op een politiebureau verschenen. Hij heeft zich uitgegeven voor onderhuurder van het pand en heeft verklaard, dat hij het is geweest die de hennepkwekerij op poten heeft gezet en heeft geëxploiteerd. Deze verklaring heeft hij ter terechtzitting herhaald. Reeds bij lezing van de stukken in het dossier is bij de rechtbank de vraag gerezen of verdachte de waarheid heeft gesproken. Deze vraag is bij gelegenheid van de behandeling van de zaak ter terechtzitting niet weggenomen, integendeel.
De rechtbank stelt vast dat het buiten iedere twijfel staat dat op 12 april 2017 in het pand aan de [straatnaam] in [plaatsnaam] een hennepkwekerij, deels in bedrijf, is aangetroffen, en voorts dat de daarvoor benodigde elektriciteit ter plaatse illegaal werd afgenomen, te weten door diefstal. Nu de officier van justitie blijkens de tenlastelegging aan de verdachte verwijt dat hij het is, die als dader verantwoordelijk is voor deze kwekerij en diefstal, heeft de rechtbank te onderzoeken of het op grond van de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomt dat die beschuldiging verwoordt wat ook feitelijk is gebeurd.
Na diagonale lezing van het dossier lijkt de hiervoor gestelde bewijsvraag al snel bevestigend beantwoord. Immers heeft verdachte het tenlastegelegde gaaf bekend. Nadere beschouwing van de verklaring van verdachte leert echter dat deze verklaring iedere verankering in het dossier ontbeert. Uitgezonderd het kunnen opgeven van de naam van de huurder van het pand is verdachte niet in staat gebleken enig voor verificatie vatbaar relevant gegeven te verstrekken, niet tijdens het voorbereidend onderzoek en ook niet bij gelegenheid van het onderzoek ter terechtzitting. Daarnaast is de verklaring van verdachte op onderdelen ongeloofwaardig, tegenstrijdig en inconsistent. Deze lezing van het dossier wordt versterkt door de ter terechtzitting verkregen indruk, waar verdachte soms aan absurditeit grenzend verklarend heeft geprobeerd om de rechtbank ervan te overtuigen dat niettegenstaande de door de rechtbank verwoorde twijfel niemand anders dan hij het is geweest, die zich met de kwekerij en diefstal heeft ingelaten. Veel wijst erop dat verdachte jegens politie en justitie als louter katvanger fungeert.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat weliswaar voor bewezenverklaring toereikend bewijs voorhanden is, doch dat daaruit niet de overtuiging kan worden bekomen dat verdachte degene is geweest die het tenlastegelegde onder 1 en 2 heeft begaan. De rechtbank zal verdachte om die reden daarvan hebben vrij te spreken.

5.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Veldhuisen, voorzitter, mrs. V.M.A. Sinnige en A. Wilken rechters, in tegenwoordigheid van mr. P. Lootsma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 mei 2019.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode gelegen tussen 1 mei 2013 en 12 april 2017 te Zeewolde, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [straatnaam] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 87 hennepstekken en/of ongeveer 676 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of hennepstekken en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode gelegen tussen 1 mei 2013 en 12 april 2017 te Zeewolde, in elk geval in Nederland, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een hoeveelheid stroom, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander N.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking.