Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling van 6 mei 2019
- het tegen gedaagde verleende verstek.
2.De beoordeling
543,00(1,0 punt × tarief € 543,00)
Rechtbank Midden-Nederland
Op 6 mei 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, een vonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen een naamloze vennootschap naar Belgisch recht, eiseres, en een gedaagde die niet is verschenen. Eiseres heeft primair gevorderd om inzage in en afschrift van alle processtukken die onderdeel zijn van een andere procedure bij de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, met zaaknummer C/15/271909/HA ZA 18-200. Subsidiair heeft eiseres inzage in bepaalde stukken uit de dagvaarding gevorderd.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de primaire vordering niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze toegewezen, met de voorwaarde dat de gevorderde dwangsom wordt gematigd en gemaximeerd. Gedaagde is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres zijn begroot op € 1.283,08, inclusief kosten voor dagvaarding, griffierecht en salaris advocaat.
In de beslissing heeft de rechtbank gedaagde veroordeeld om eiseres onverwijld inzage te geven in de gevraagde documenten en een dwangsom van € 1.000,00 per dag te betalen voor iedere dag dat hij niet aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.F. van Aalst op 6 mei 2019.