ECLI:NL:RBMNE:2019:2064
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten in letselschadezaak met erkende aansprakelijkheid
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. M. Yavuzyigitoglu, ASR Schadeverzekeringen N.V. gedagvaard om betaling te vorderen van openstaande buitengerechtelijke kosten en advocaatkosten, in totaal € 10.550,22, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De vordering is ingesteld naar aanleiding van een verkeersongeval op 12 mei 2016, waarbij de aansprakelijkheid door ASR is erkend. Eiser heeft een belangenbehartiger ingeschakeld, die vijf facturen heeft gestuurd naar ASR, maar de verzekeraar heeft slechts gedeeltelijk betaald. ASR heeft verweer gevoerd en betwist dat de gevorderde kosten redelijk zijn, verwijzend naar de dubbele redelijkheidstoets uit artikel 6:96 lid 2 BW.
Tijdens de comparitie van partijen op 12 februari 2019 is besproken dat de schade van eiser nog niet volledig is vastgesteld. ASR heeft al een deel van de schade vergoed, maar stelt dat de openstaande facturen buitenproportioneel zijn en dat de werkzaamheden van de belangenbehartiger niet in verhouding staan tot de kosten. Eiser betoogt dat de kosten van rechtsbijstand niet afhankelijk zijn van de uiteindelijke schadevergoeding en dat het onredelijk is dat deze kosten onbetaald blijven.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gevorderde kosten niet als redelijk kunnen worden aangemerkt, gezien de overzichtelijkheid van de zaak en het feit dat de aansprakelijkheid erkend is. De rechter heeft de vordering van eiser afgewezen en hem veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan ASR, begroot op € 720,00. De kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.