ECLI:NL:RBMNE:2019:2010
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet na grove belediging van werkgever in arbeidsrelatie
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 26 april 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoekster], en haar werkgever, de besloten vennootschap [verweerster] B.V. Het geschil ontstond na het ontslag op staande voet van [verzoekster] op 7 februari 2019, nadat zij haar werkgever en diens dochter op grove wijze had beledigd in een e-mail. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was, omdat de beledigingen als een dringende reden werden aangemerkt. De rechter oordeelde dat de persoonlijke omstandigheden van [verzoekster] niet in de weg stonden aan de rechtsgeldigheid van het ontslag, ondanks de emotionele context waarin de beledigingen waren gedaan. De kantonrechter heeft het verzoek van [verzoekster] tot vernietiging van het ontslag afgewezen en haar veroordeld in de proceskosten. Tevens werd [verweerster] in het tegenverzoek toegewezen in de gefixeerde schadevergoeding van € 2.664,15, te vermeerderen met wettelijke rente.