ECLI:NL:RBMNE:2019:1945

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 mei 2019
Publicatiedatum
2 mei 2019
Zaaknummer
16/705728-17 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het bezit van kinderpornografisch materiaal en de gevolgen voor de verdachte

Op 2 mei 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die in de periode van 8 november 2008 tot en met 9 mei 2017 in Baarn kinderporno heeft verworven en/of in bezit heeft gehad. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verschillende apparaten in zijn bezit had waarop kinderpornografisch materiaal was aangetroffen. Dit bezit is in strijd met de norm die de bescherming van minderjarigen tegen seksueel misbruik beoogt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 184 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 160 uur. De rechtbank heeft geoordeeld dat het bezit van kinderpornografisch materiaal het in stand houden van misbruik en de productie van dergelijk materiaal stimuleert. De verdachte heeft geen verweer gevoerd tegen het bewijs van het bezit van kinderporno, maar heeft verzocht om vrijspraak van de beschuldiging dat hij hiervan een gewoonte heeft gemaakt. De rechtbank heeft deze verzoeken gedeeltelijk ingewilligd en de verdachte van deze strafverzwarende omstandigheid vrijgesproken. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn eerdere strafblad en de resultaten van psychologisch onderzoek. De rechtbank heeft besloten om geen bijzondere voorwaarden op te leggen, gezien het verloop van de reclassering en de positieve ontwikkeling van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/705728-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 2 mei 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1990] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 april 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. T. Tanghe en van hetgeen verdachte en mr. M. Hoekzema, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
in de periode van 8 november 2008 tot en met 9 mei 2017 in Baarn kinderporno heeft verworven en/of in bezit heeft gehad, waarvan verdachte een gewoonte heeft gemaakt.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen, gelet op de creatiedata van de afbeeldingen, de hoeveelheid aan materiaal dat gevonden is en het feit dat op meerdere momenten kinderporno gedownload is en de afbeeldingen bekeken zijn.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van het bewijs voor het verwerven en/of in bezit hebben van de kinderporno binnen de ten laste gelegde periode. Zij heeft ten aanzien van het onderdeel ‘gewoonte’ op de tenlastelegging verzocht verdachte partieel vrij te spreken, nu uit het dossier niet blijkt dat verdachte een gewoonte maakte van het bezit van kinderporno. Zij heeft er in dit verband op gewezen dat het aantal aangetroffen afbeeldingen en filmpjes relatief beperkt was. Het ging niet om duizenden afbeeldingen en ook is niet gebleken dat sprake was van het actief aanleggen van een verzameling door verdachte.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Partiële vrijspraak ‘gewoonte maken’
Uit het proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal is gebleken dat zich op de in beslag genomen gegevensdragers van de verdachte in totaal 159.755 afbeeldingen bevonden, waarvan 173 (141 foto’s en 32 films) zijn beoordeeld als kinderpornografisch. De creatiedata van de kinderpornobestanden betreft een periode van acht en een half jaar. De verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan het verwerven en in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank dient vervolgens te beoordelen of de verdachte daarvan een gewoonte heeft gemaakt. Die vraag beantwoordt de rechtbank ontkennend. Nu de verdachte over een periode van zo’n acht en een half jaar een relatief beperkt aantal kinderpornografische bestanden heeft opgeslagen, kan de rechtbank niet vaststellen dat hij van het verwerven en in bezit hebben van kinderporno een gewoonte heeft gemaakt. De rechtbank zal de verdachte dan ook van deze strafverzwarende omstandigheid vrijspreken.
Opgave bewijsmiddelen
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het bewezen verklaarde bekend en de raadsvrouw heeft hiervan geen vrijspraak bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, tweede lid, Wetboek van Strafvordering:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 april 2019;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van een beschrijving kinderpornografisch materiaal van 23 mei 2017, genummerd 2017064565, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 174-192.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op tijdstippen in de periode van 8 november 2008 tot en met 9 mei 2017 te Baarn, meermalen, telkens afbeeldingen, te weten gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten een laptop HP (17-4534-001, AAGC2980NL) en een laptop Samsung (17-4534-005, AAGC2673NL) en een usb stick Cruzer (17-4534-013, AAGC2979NL) en 1 dvd (17-4534-020/001, AAGC2967NL), bevattende afbeelding van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met een penis oraal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met een penis oraal en anaal penetreren van het lichaam van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met een voorwerp bij zichzelf anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een vinger(s/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met een penis en/of (een) vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met (een) vinger(s)/hand bij zichzelf betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt.
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en door middel van een geautoriseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 183 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest, met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarde het verbod op uitvoering van (beroeps)activiteiten of (beroeps)werkzaamheden met minderjarigen;
- een taakstraf van 200 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 100 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de taakstraf te matigen in verband met de bepleite partiële vrijspraak voor ‘gewoonte maken’. Daarnaast heeft de verdediging opgemerkt dat de bijzondere voorwaarde niets zal toevoegen, gelet op het huidige werk van verdachte en hij niet de wens heeft om met minderjarigen te werken.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
De verdachte heeft kinderporno in zijn bezit gehad. Hij heeft hiermee de norm die strekt ter bescherming van minderjarigen tegen seksueel misbruik geschonden. Door het bezit van kinderpornografisch materiaal wordt het in stand houden van het misbruik en de productie van kinderpornografisch materiaal gestimuleerd. Het is een feit van algemene bekendheid, dat kinderen die slachtoffer worden van deze praktijken zodanige psychische schade kunnen oplopen dat zij jaren later daarvan de schadelijke gevolgen nog ondervinden. Voor bestrijding van kinderporno is het nodig om niet alleen de personen strafrechtelijk aan te pakken die kinderporno produceren, maar ook degenen die kinderporno verwerven.
Persoon van verdachte
Uit het uittreksel justitiële documentatie (strafblad) van 5 maart 2019 blijkt dat verdachte niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld. De rechtbank weegt dit noch in het voordeel noch in het nadeel mee van verdachte.
Daarnaast heeft de rechtbank kennis genomen van het Pro Justitia Rapport van 17 juli 2017, opgesteld door M.L. Sikkens, GZ-psycholoog waaruit volgt dat niet gebleken is van een stoornis bij verdachte. Het recidiverisico wordt laag geschat. Gelet op het gebrek aan psychiatrische of persoonlijkheidsproblematiek, het intellectueel functioneringsniveau, de maatschappelijke inbedding en het besef en onderschrijven van relevante wetgeving en maatschappelijke normen, dient verdachte in staat te worden geacht zijn (seksueel) gedrag af te stemmen op de wettelijke en maatschappelijke norm. Bij het in stand blijven van de beschermende factoren, kan de confrontatie met de ‘bestraffing’ van het illegale gedrag bijdragen aan een verdere verlaging van het recidiverisico. De diagnostische bevindingen geven geen basis voor juridische kaders gericht op gedragsdeskundige gedragsbeïnvloeding.
De rechtbank heeft ook kennis genomen van het recente reclasseringsadvies van Inforsa van 1 maart 2019 waaruit blijkt dat verdachte bij de start van het toezicht in mei 2017 wisselend tegenover het toezicht en de opgelegde ambulante forensische behandeling stond. Er heeft gaandeweg het toezicht een kentering plaatsgevonden en verdachte heeft zich uiteindelijk coöperatief en open opgesteld bij de reclassering en bij de behandeling van de forensische polikliniek van De Waag. Dit heeft geresulteerd in meer inzicht en copingvaardigheden. Op 24 oktober 2018 werd de behandeling bij De Waag met goed gevolg beëindigd. Het recidiverisico wordt ingeschat al laag. Er zijn voldoende stabiele factoren in het leven van verdachte. Verdachte heeft geleerd anders met spanningen en stress om te gaan en zijn grenzen beter in de gaten te houden. Wat betreft de reclassering zijn binnen de bijna twee jaar waarin het schorsingstoezicht liep, de gestelde doelen behaald en er is momenteel geen indicatie voor een nieuw toezicht of behandeling.
De rechtbank neemt beide adviezen over.
Alles afwegende zal de rechtbank afwijken van de eis van de officier van justitie nu verdachte partieel wordt vrijgesproken van ‘gewoonte maken’ en het toezicht gedurende de twee jaren van de schorsing van de voorlopige hechtenis goed is verlopen. De rechtbank legt aan verdachte een gevangenisstraf op voor de duur van 184 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank zal geen bijzondere voorwaarden opleggen. Daarnaast legt de rechtbank een taakstraf op voor de duur van 160 uren te vervangen door 80 dagen hechtenis, indien verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht.

9.BESLAG

De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- Laptop;
- Dell pc;
- Cd-roms 26 stuks;
- Samsung GSM;
- Usb stick;
- HP computer;
onttrekken aan het verkeer.
Deze voorwerpen zijn vanwege de zich daarop bevindende kinderpornografische afbeeldingen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Met betrekking tot deze voorwerpen is het bewezen verklaarde feit begaan.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 57, 63, 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 184 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt daarbij een proeftijd van twee (2) jaren vast;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 160 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 80 dagen hechtenis;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • Laptop;
  • Dell pc;
  • Cd-roms 26 stuks;
  • Samsung GSM;
  • Usb stick;
  • HP computer.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. Reijnierse, voorzitter, mrs. J.G. van Ommeren en J.A. Spee, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Reenen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 mei 2019.
Bijlage: de tenlastelegging, na wijziging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van
8 november 2008tot en met 9 mei 2017 te Baarn, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of films - en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen - te weten een laptop HP (17-4534-001, AAGC2980NL) en/of een laptop Samsung (17-4534-005, AAGC2673NL) en/of een usb stick Cruzer (17-4534-013, AAGC2979NL) en/of 1 dvd
(17-4534-020/001, AAGC2967NL), bevattende afbeelding van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer 18 en 19, Bijlage IV blz. 191)
en/of
het met de/een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer 1, 2, 3, 12, 13 en 14, Bijlage IV blz. 188, 189 en 192)
en/of
het met een voorwerp(en) bij zichzelf anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer 20, Bijlage IV blz. 190)
en/of
het met de/een vinger(s/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer 17, Bijlage IV blz. 191)
en/of
het met de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingsnummer 4 en 15, Bijlage IV blz. 189 en 191)
en/of
het met (een) vinger(s)/hand bij zichzelf betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
had bereikt.
(afbeeldingsnummer 5, 11 en 16, Bijlage IV blz. 189, 190 en 192)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(afbeeldingsnummer 6, 7, 8, 9 en 10, Bijlage IV blz. 188, 189 en 190)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
art. 240b Wetboek van Strafrecht