Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Verloop van de procedure
- het verzoekschrift van de vrouw, ingekomen ter griffie op 7 december 2018
- het verweerschrift van de man, tevens houdende zelfstandige verzoeken, ingekomen ter griffie op 6 februari 2019;
- het verweerschrift op de zelfstandige verzoeken van de zijde van vrouw, ingekomen ter griffie op 21 maart 2019;
- het bericht van de man, ingekomen ter griffie op 21 maart 2019.
.Partijen zijn verschenen met hun advocaten.
2.2. Vaststaande feiten
- [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] ,geboren op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 3] ,geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 4] ¸geboren op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats] .
3.Verzoek en verweer
4.Wijziging van de kinderalimentatie
5.Partneralimentatie
6.Limitering
NJ1997, 571). Naar het oordeel van de rechtbank heeft de man in het onderhavige geval niet aan deze verzwaarde stelplicht voldaan, zodat de rechtbank het verzoek van de man zal afwijzen. De rechtbank volgt wel het standpunt van de man dat van de vrouw verwacht kan worden dat zij binnen zeer afzienbare tijd weer aan het werk gaat. De vrouw heeft een opleiding als pedagogisch medewerker gevolgd en heeft een werkverleden binnen de kinderopvang. Daarnaast heeft de vrouw werkervaring in een kantoorfunctie en heeft zij een bijna afgeronde opleiding ‘mbo-middelmanagement’. De vrouw moet dan ook in staat zijn in deze arbeidsmarkt aan de slag te kunnen gaan voor tenminste een deeltijdbaan van 28 uur, die over enkele jaren zou kunnen worden uitgebreid tot een normaal fulltime dienstverband. [voornaam van minderjarige 1] en [voornaam van minderjarige 2] zijn schoolgaand en het is niet aannemelijk geworden dat in de gezondheidssituatie van [voornaam van minderjarige 2] en die van de vrouw zodanige belemmeringen zijn gelegen, dat het voorgaande niet van haar gevergd zou kunnen worden. De vrouw wordt dan ook geacht in de nabije toekomst in haar eigen onderhoud te kunnen voorzien en over enige jaren ook te gaan bijdragen in de kosten van de kinderen. Dat de vrouw door de gemeente is vrijgesteld van haar sollicitatieplicht maakt het voorgaande niet anders. De gemeente maakt daarin een eigen afweging die niet ten koste mag gaan van de man.