Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
zich op 1 december 2018 te Nieuwegein schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van brandstichting, ten gevolge waarvan negen auto’s geheel of gedeeltelijk zijn verbrand en waardoor gemeen gevaar voor goederen is ontstaan;
zich op 4 november 2018 te Utrecht schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van poging tot zware mishandeling van [slachtoffer] en/of onbekend gebleven personen (primair);
dan wel zich op 4 november 2018 te Utrecht schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van mishandeling van [slachtoffer] (subsidiair);
zich op 4 november 2018 te Utrecht schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van vernieling van een bus.
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
1 medeplegen van opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is, meermalen gepleegd;
2 primair medeplegen van poging tot zware mishandeling;
3 medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJEN
11.BESLISSING
6 maanden;
niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere niet heeft nageleefd;
proeftijd van 2 jarenvast;
algemene voorwaardengelden dat:
bijzondere voorwaardendat:
dadelijk uitvoerbaarzijn.
taakstrafvoor de duur van
100 uren;
- wijst de vordering van [benadeelde 8] B.V. toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 8] B.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2018 tot aan de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door (een) ander(en) (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 8] B.V. aan de Staat € 470,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2018 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling aan te vullen met 0 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 3] toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2018 tot aan de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door (een) ander(en) (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat € 1.950,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2018 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling aan te vullen met 0 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 4] toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2018 tot aan de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door (een) ander(en) (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 4] aan de Staat € 186,54 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2018 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling aan te vullen met 0 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 6] toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 6] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2018 tot aan de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door (een) ander(en) (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart de benadeelde partij in het resterende gedeelte van vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat hij de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter aan kan brengen;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 6] aan de Staat € 3.508,78 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 december 2018 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling aan te vullen met 0 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
- wijst de vordering van U-OV toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan U-OV van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 november 2018 tot aan de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door (een) ander(en) (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van U-OV aan de Staat