ECLI:NL:RBMNE:2019:1739
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen de politierechter in een strafzaak
In deze wrakingszaak heeft verzoeker op 29 maart 2019 tijdens een zitting tegen de politierechter mr. Y.M. Vanwersch een verzoek tot wraking ingediend. Verzoeker stelde dat de rechter partijdig was en dat hij geen straf moest ontvangen. De politierechter heeft in haar schriftelijke reactie aangegeven dat zij niet begrijpt waarom verzoeker haar heeft gewraakt en dat de zitting ordentelijk verliep. Het wrakingsverzoek is op 5 april 2019 behandeld door de wrakingskamer, maar verzoeker was niet aanwezig om zijn standpunt verder toe te lichten.
De wrakingskamer heeft de procedure beoordeeld aan de hand van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat een rechter kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De wrakingskamer concludeert dat verzoeker geen concrete gronden heeft aangedragen voor zijn verzoek tot wraking. De reden voor de wraking kon niet worden afgeleid uit de verklaring van verzoeker tijdens de zitting. Daarom heeft de wrakingskamer verzoeker niet ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek.
De beslissing is genomen door de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken op 19 april 2019, waarbij de griffier is opgedragen de beslissing toe te zenden aan alle betrokken partijen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.