ECLI:NL:RBMNE:2019:1737
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen kantonrechter in strafzaak met meerdere parketnummers
In deze wrakingszaak heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Midden-Nederland op 19 april 2019 uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van de kantonrechter mr. Y.M. Vanwersch. Het wrakingsverzoek werd ingediend door een verdachte tijdens een zitting op 19 maart 2019, waar hij een aanhoudingsverzoek had gedaan dat door de rechter werd afgewezen. De verdachte stelde dat de rechter partijdig was en hem de mond snoerde, wat leidde tot zijn wrakingsverzoek. De rechter en de officier van justitie, mr. A.M. Hermelink, hebben hierop gereageerd, waarbij de rechter stelde dat er geen sprake was van partijdigheid en dat de wraking als rechtsmiddel werd misbruikt.
De wrakingskamer heeft de procedure en de argumenten van de verzoeker zorgvuldig beoordeeld. Artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid was, aangezien de rechter voldoende gelegenheid had gegeven aan de verdachte om zijn standpunten naar voren te brengen. De wrakingskamer oordeelde dat de gronden voor wraking niet voldoende waren en verklaarde het verzoek ongegrond.
Daarnaast werd opgemerkt dat de verdachte in het verleden al meerdere wrakingsverzoeken had ingediend, wat de wrakingskamer deed concluderen dat hij deze verzoeken mogelijk gebruikte om de procedure te vertragen. De wrakingskamer besloot dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling zou worden genomen om verdere vertraging te voorkomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.