Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met 7 producties
- de fax van Infomedics van 25 maart 2019 met 3 producties
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van de bewindvoerder.
2.De beoordeling
527,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert de bewindvoerder in kort geding de schorsing van de executie van een verstekvonnis dat op 16 juni 2017 is gewezen tegen mevrouw [A]. Het vermogen van [A] staat sinds 4 augustus 2016 onder bewind vanwege problematische schulden, en dit bewind is gepubliceerd in het Centraal curatele- en bewindregister. De eiser in de bodemprocedure, Infomedics B.V., heeft [A] gedagvaard in plaats van de bewindvoerder, wat leidt tot een veroordeling van [A] bij verstek. Infomedics heeft vervolgens geprobeerd het verstekvonnis te executeren, maar de bewindvoerder stelt dat dit niet mogelijk is omdat Infomedics het bewind had moeten kennen en de executie leidt tot misbruik van bevoegdheid.
De voorzieningenrechter oordeelt dat Infomedics niet bevoegd is om het verstekvonnis tegen [A] ten uitvoer te leggen op het onder bewind gestelde vermogen. De rechter stelt vast dat de executie van het vonnis op een juridische misslag berust, aangezien de bewindvoerder niet in de procedure is betrokken. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de bewindvoerder toe en verbiedt Infomedics om het verstekvonnis verder ten uitvoer te leggen. Tevens wordt Infomedics veroordeeld in de proceskosten van de bewindvoerder.
De uitspraak benadrukt het belang van het betrekken van de bewindvoerder in procedures die betrekking hebben op onder bewind gestelde goederen, en bevestigt dat executie van een vonnis tegen een verkeerde partij leidt tot misbruik van bevoegdheid.