In deze zaak gaat het om een kort geding dat is aangespannen door [eiseres] B.V. tegen de Gemeente Zeist. De procedure betreft een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure voor de aanschaf van een trekker voor de gemeentelijke begraafplaats. De Gemeente had vijf ondernemingen uitgenodigd om een inschrijving in te dienen, waaronder [eiseres] en [bedrijfsnaam] B.V. De gunning was gebaseerd op de beste prijs-kwaliteitverhouding, waarbij inschrijvers punten konden scoren op prijs en kwaliteit. De kwaliteit werd beoordeeld aan de hand van een gebruikerstest, waarbij de aangeboden trekkers op verschillende criteria werden beoordeeld.
[Eiseres] diende haar inschrijving in met een luxe stoelzitting, maar tijdens de gebruikerstest was een standaard stoel gemonteerd die niet voldeed aan de eisen. De Gemeente heeft [eiseres] vervolgens 0 punten toegekend voor de testonderwerpen 'Bedieningsgemak stoel' en 'Zitcomfort stoel', omdat de aangeboden stoel niet aanwezig was. [Eiseres] vorderde in kort geding dat de Gemeente het gunningsbesluit zou intrekken en de opdracht opnieuw zou aanbesteden, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de Gemeente terecht 0 punten had toegekend. De rechter benadrukte dat het voor [eiseres] duidelijk had moeten zijn dat de aangeboden stoel beoordeeld zou worden en dat het niet logisch was om een andere stoel te beoordelen die niet was aangeboden.
De vorderingen van [eiseres] werden afgewezen en zij werd veroordeeld in de proceskosten. De rechter stelde vast dat de Gemeente de aanbestedingsvoorwaarden correct had toegepast en dat de beginselen van gelijke behandeling en transparantie in acht waren genomen.