4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Camerabeelden [adres] te [woonplaats]Ik, verbalisant, heb een aangifte opgenomen van woningbouwvereniging [woningcorporatie] . [woningcorporatie] deed aangifte van diefstal door middel van braak van meerdere sleutels behorende bij de (leegstaande) woning aan de [adres] te [woonplaats] en de daarbij behorende berging.[woningcorporatie] trof in de woning op nummer [nummer] en in de berging van die woning goederen aan die geen eigendom waren van [woningcorporatie] . [woningcorporatie] heeft daarna een camera laten plaatsen die zicht had op de gang van de berging en de toegangsdeur van de berging.
De gemaakte camerabeelden, alsook de foto’s die [woningcorporatie] van de binnenzijde van de berging heeft gemaakt, heb ik ontvangen.Op de beelden zag ik dat meerdere personen, in soms dezelfde maar ook in verschillende samenstellingen en op verschillende data en tijdstippen, de berging bezochten. Ook zag ik dat door die personen goederen in de berging werden geplaatst die, hetgeen later uit onderzoek bleek, van diefstal afkomstig waren.Tijdens het uitkijken van de camerabeelden heb ik meerdere personen herkend, waaronder: [verdachte] , geboren op [1999] en [A] .
Op de beelden zag ik dat op 9 oktober 2018 achter in de berging de volgende goederen lagen: een jas, een navigatiesysteem, een jerrycan, handschoenen en een tas.
Op een foto van 12 oktober 2018 zag ik dat achterin de berging een zwarte sporttas lag en meerdere navigatiesystemen aanwezig waren.
Op de beelden zag ik dat op 15 oktober 2018 de deur van de gang van de berging geopend werd en dat [A] samen met één van de medeverdachten de gang van de berging inliep. Ik zag dat [A] de deur van de berging opende en de berging inliep. Ik zag dat de medeverdachte de berging inliep en met enkele voorwerpen die leken op een autoradio en een scherm, naar buiten liep. Ik zag dat [A] vervolgens de berging uitliep en afsloot.
Op de beelden zag ik dat op 16 oktober 2018 [verdachte] de gang van de berging inliep en een grijze (motor)scooter aan zijn hand vasthield. Ik zag dat de grijze scooter de uiterlijke kenmerken had van een motorfiets Piaggio SKR 125cc. Ik zag dat [verdachte] de deur van de berging met zijn sleutelbos opende en de scooter in de berging plaatste. Ik zag dat hij hierna de berging afsloot en verliet.
Op de beelden zag ik dat op 17 oktober 2018 midden in de nacht [verdachte] de gang van de berging inliep. Ik zag dat hij de sleutels in zijn handen vasthield en voorop liep. Ik zag dat hij de berging opende en de berging inliep. Ik zag dat hij weer wegliep. Korte tijd later zag ik hem samen met een onbekende jongen. Ze liepen de gang van de berging in. Ik zag dat [verdachte] de deur van de berging opende en samen met de ander de grijze (motor)scooter uit de berging haalde.Op de beelden zag ik dat op 18 oktober 2018 [verdachte] samen met een onbekend meisje de gang van de berging inliep. Ik zag dat [verdachte] de sleutels in zijn handen vasthield en voorop liep. Ik zag dat [verdachte] een laptoptas in zijn linkerhand droeg. Ik zag dat [verdachte] de deur van de berging opende en samen met het meisje de berging inliep. Ik zag hierna dat [verdachte] samen met het meisje de berging weer verliet.
Op de beelden zag ik dat op 19 oktober 2018 [verdachte] samen met een onbekende jongen de gang van de berging inliep. Ik zag dat [verdachte] met een sleutelbos de deur van de berging opende. Ik zag dat de andere jongen achter [verdachte] aanliep en twee vuilniszakken in zijn handen vasthield met hierin langwerpige voorwerpen. Ik zag dat ze samen de berging inliepen en hierna de berging weer uitliepen.Op de beelden zag ik dat op 23 oktober 2018 de deur van de gang van de berging geopend werd. Ik zag dat de achterzijde van een groene scooter in beeld kwam. Ik zag dat de groene scooter voorzien was van een blauw kentekenplaatje. Ik zag dat het kenteken [kenteken] betrof. Ik zag dat [verdachte] op de scooter zat en naar achteren liep. Ik zag dat hij van de (motor)scooter stapte en deze in de berging plaatste. Ik zag dat hij hierna de berging afsloot en verliet.
Op de beelden zag ik dat op 25 oktober 2018 de deur van de gang van de berging geopend werd en dat [A] de gang inliep. Ik zag dat achter hem een jongen, één van de medeverdachten, de gang inliep. Ik zag dat [A] samen met de jongen de groene scooter uit de berging haalde en de berging vervolgens verliet.
Op de beelden zag ik dat op 3 november 2018 [verdachte] met één van de medeverdachten in beeld komt. Te zien is dat [verdachte] de deur van de gang van de berging geopend heeft met een sleutel. De medeverdachte heeft ook een sleutelbos en opent vervolgens de deur van de berging. Na ongeveer 5 minuten verlaten beiden de berging weer. Te zien is dat [verdachte] een voorwerp vast heeft wat lijkt op een plastic houder voor een kentekenplaat van een motorfiets. Hierop sluit de medeverdachte de berging en verlaten beiden de gang.
Op de beelden zag ik dat op 4 november 2018 in de avond één van de medeverdachten en [verdachte] in beeld komen. De medeverdachte opent de berging en beiden gaan naar binnen. Enkele minuten later is te zien dat zij een scooter uit de berging halen. Er wordt vervolgens een blauwe kentekenplaat op de scooter bevestigd. Na twee minuten verdwijnen ze uit beeld met de scooter.
Op de beelden zag ik dat op 5 november 2018 in de avond komen één van de medeverdachten en [verdachte] in beeld. De medeverdachte opent de berging en te zien is dat [verdachte] een soort houten plaat bij zich draagt.
Op de beelden zag ik dat op 6 november 2018 één van de medeverdachten en [verdachte] weer in beeld komen. De medeverdachte opent de berging en beiden gaan de berging in. Enige tijd later komen ze er weer uit. Dan is te zien dat [verdachte] een wiel
van vermoedelijk een scooter vast heeft. Ze komen de berging uit, de medeverdachte sluit af en beiden verdwijnen uit beeld. Diezelfde dag aan het einde van de middag komen [verdachte] en twee van de medeverdachten met de scooter in beeld. Te zien is dat zij alle drie de berging in gaan en dat ook de scooter weer in de berging wordt gezet. Enkele momenten later komen zij alle drie de berging weer uit en is te zien dat één van de medeverdachten weer van jas heeft gewisseld in de berging.
Op de beelden zag ik dat op 10 november 2018 de deur van de gang van de berging geopend werd en [A] de gang inliep. Achter hem aan kwam één van de medeverdachten. Deze persoon had bij binnenkomst onder zijn linkerarm een navigatiesysteem vast. [A] opende de berging en samen liepen ze naar binnen. Kort hierna liepen ze samen weer naar buiten en sloot [A] de berging weer af.
Op de beelden zag ik dat op 12 november 2018 [A] de gang van de berging inliep. Hij had onder zijn linkerarm een navigatiesysteem vast. Ik zag dat hij de deur van de berging met een sleutel opende en met het navigatiesysteem de berging inliep. Ik zag dat hij korte tijd later de berging weer uitliep en de gang verliet.
Op een foto van 13 november 2018 is te zien dat onder een handdoek meerdere navigatiesystemen liggen. Verder zag ik een kettingslot liggen en een skibril.
Op de beelden zag ik dat op 13 november 2018 [A] de gang van de berging inliep samen met één van de medeverdachten achter hem aan. Ik zag dat zowel [A] als de medeverdachte beiden afzonderlijk een navigatiesysteem onder hun arm vasthielden. Ik zag dat [A] vervolgens de berging met een sleutel afsloot.
Op de beelden zag ik dat op 18 november 2018 [A] de berging inliep. Ik zag dat hij een oranje voorwerp in zijn linker hand vasthield dat leek op een ruitentikker van het merk Lifehammer, type Evolution. Op de beelden zag ik dat op 18 november 2018, ongeveer een uur later, [A] en één van de medeverdachten de gang inliepen. Ik zag dat [A] de berging met een sleutel open maakte en dat ze beiden de berging inliepen. Ik zag vervolgens dat de medeverdachte de berging uitkwam met een capuchon over zijn hoofd en een skibril op. Ik zag dat [A] en de medeverdachte de gang verlieten. Ongeveer 20 minuten later zag ik [A] en de medeverdachte de gang van de berging weer inkomen. Ik zag dat [A] een blauwe Piaggio Vespa de gang van de berging in duwde. Ik zag dat ze samen met de Vespa de berging inliepen en kort daarna de berging weer uitliepen en dat [A] de berging met een sleutel afsloot.
Op de beelden zag ik dat op 21 november 2018 in de avond [A] en één van de medeverdachten de gang van de berging inkwamen. Ik zag dat de medeverdachte een navigatiesysteem in zijn rechter hand vasthield. Ik zag dat [A] met een sleutel de berging opende, dat ze samen de berging inliepen en vervolgens weer uitliepen waarna [A] de berging weer afsloot.
Op de beelden zag ik dat op 22 november 2018 in de avond [A] met één van de medeverdachten de gang van de berging inliep. Ik zag dat de medeverdachte een navigatiesysteem vasthield. Ik zag dat [A] de berging opende, dat ze samen de berging inliepen en kort daarna, zonder navigatiesysteem, de berging weer verlieten en dat [A] de berging weer afsloot.
Op de beelden zag ik dat op 22 november 2018 in de avond [A] in beeld kwam en dat hij vanaf de hal een zwarte bromfiets de gang van de berging in duwde. Ik zag dat hij met een sleutel de berging opende en de zwarte bromfiets in de berging plaatste en daarna de berging afsloot. Een half uur later zag ik dat [A] met één van de medeverdachten de gang van de berging inliep. Ik zag dat [A] de deur van de berging met een sleutel opende en dat beiden de berging inliepen. Kort hierna zag ik dat zij een zwarte bromfiets vanuit de berging de gang in duwden. Ik zag vervolgens dat beiden zich omkleedden en hierbij kleding gebruikten uit de berging. Ik zag dat de medeverdachte een bivakmuts opzette. Ik zag vervolgens dat de bromfiets naar buiten werd geduwd en beiden de berging verlieten.
Op de beelden zag ik dat op 23 november 2018 in de avond [A] en één van de medeverdachten de gang van de berging inliepen. Ik zag dat [A] de deur van de berging opende. Ik zag dat de medeverdachte een navigatiesysteem en een accuboormachine in zijn handen vasthield. Ik zag dat zij de berging inliepen en vervolgens weer uitliepen.
Op de beelden zag ik dat op 25 november 2018 [A] en twee medeverdachten in beeld kwamen. Ik zag dat [A] met een sleutel de berging opende. Ik zag dat ze alle drie de berging inliepen. Kort hierna zag ik dat ze een blauwe bromfiets uit de berging tilden. Ik zag dat het kenteken van de snorfiets [kenteken] betrof. Dit betreft een gestolen snorfiets, merk Piaggio, type Vespa. Ik zag dat [A] een zwarte accuboormachine vasthield. Ik zag vervolgens dat alle drie de personen de gang van de berging verlieten.
Op de beelden zag ik, verbalisant, dat op 3 december 2018 [A] in beeld komt. Hij opent de deur van de berging met een sleutel, loopt naar binnen en loopt weer naar buiten. Even later komt een medeverdachte (A) de gang van de berging binnen. Hij houdt de deur open voor [A] en een andere medeverdachte (B). In zijn linker hand heeft de medeverdachte A een hamer vast. Te zien is dat er een zilvergrijze scooter, merk Puch Zip, vanuit de portiek de ruimte van de bergingen en vervolgens berging [nummer] binnen wordt geduwd door [A] . De scooter is voorzien van een gele kentekenplaat.
Op de beelden zag ik dat op 4 december 2018 omstreeks 23:06 uur die dag [A] in beeld komt. Hij maakt de berging [nummer] open en gaat naar binnen. Kort hierop is te zien dat hij op een zilvergrijze Puch Zip zit en deze achteruit de berging uit begeleidt. Af en toe licht het remlicht van deze scooter rood op. Deze scooter is niet voorzien van een kenteken of kentekenplaathouder.[A] loopt de berging weer in. Kort hierop is te zien dat hij weer naar de scooter loopt en dat hij een kentekenplaat van een bromfiets vast heeft. Het kenteken wat hierop is af te lezen betreft: [kenteken] . Deze kentekenplaat wordt door [A] in de buddyseat van de grijze Puch Zip gestopt. Na onderzoek in de politiesystemen bleek dat de bromfiets waarvoor dit kenteken was afgegeven, was gestolen op 3 december 2018.
Camerabeelden [adres] te [woonplaats]
[woningcorporatie] ontdekte later dat een soortgelijke situatie aan de hand was bij de (leegstaande) woning aan de [adres] . Ook hier was het sleutelkastje opengebroken en bleek dat de berging behorende bij de woning [adres] eveneens onrechtmatig in gebruik was. Ook in deze berging bevonden zich goederen die niet van [woningcorporatie] waren.
Een collega-verbalisant keek de camerabeelden uit, behorende bij de berging aan de [adres] te [woonplaats] . Uit zijn bevindingen bleek op 2 november 2018, omstreeks 00.22 uur, door drie jongens een gestolen groene motorscooter in de genoemde berging te zijn geplaatst. De motorscooter bleek uit de beelden voorzien te zijn van het kenteken [kenteken] . Uit onderzoek in de politiesystemen bleek dat deze scooter was gestolen op 2 november 2018 op de [adres] te [woonplaats] .
Na het bekijken van alle beelden en het instellen van een onderzoek kon worden vastgesteld dat de groene motorscooter voorzien van kenteken [kenteken] , welke op 2 november 2018 was gestolen, ongeveer 7 minuten later door drie verdachten de hal van de [adres] werd binnen gebracht.
Voorts bleek uit de beelden dat een aantal dagen later de gele kentekenplaat [kenteken] van de gestolen motorscooter was verwijderd en dat de scooter eerst te zien was zonder kentekenplaat en dat er vervolgens een andere kentekenplaat, blauw van kleur, op die motorscooter was bevestigd: kenteken [kenteken] . De personen die vanaf 2 november 2018 tot en met 6 november 2018 gebruik maakten van de genoemde motorscooter zijn door mij en later door meerdere collega's ambtshalve herkend als (onder meer) de verdachten [verdachte] en [A] . Uit onderzoek bleek dat de genoemde verdachten elkaar allemaal kennen en dagelijks in verschillende samenstellingen met elkaar contact hebben en met elkaar gezien worden.Op foto 28, 29, 30, 31 staat [verdachte] samen met één van de medeverdachten met de motorscooter in de hal van de flat. Op foto 29 steekt [verdachte] een schroevendraaier in het contactslot om de scooter te starten. Op foto 46 t/m 56 haalt [verdachte] de motorscooter uit de berging.Op 6 november 2018 in de avond is te zien dat [verdachte] en één van de medeverdachten gezamenlijk het portiek behorende bij de [adres] inlopen. Vervolgens is te zien dat zij beiden via de trap naar de kelderverdieping lopen. Daarna is te zien dat zij uit berging [nummer] de groene motorscooter halen en vervolgens met die motorscooter de flat verlaten.
Op de beelden zag ik, verbalisant, dat op 4 november 2018 twee jongens de hal van de flat in komen lopen. Ik zie dat jongen 2 onder beide armen koplampen van een voertuig draagt. Hiermee loopt hij de hal binnen, richting de berging. Vervolgens komt jongen 1 met een groene motorscooter binnen. Jongen 2 opent de berging [nummer] en beiden stallen de motorscooter en vervolgens de koplampen in de berging [nummer] . Jongen 2 sluit daarna de berging af.
Verdachte heeft ter terechtzitting van 25 maart 2019 verklaard dat hij de op de beelden genoemde jongen 1 is.
Goederen in de machinekamer van de flat aan de [adres]
Op 18 november 2018 werd door een monteur van [woningcorporatie] melding gemaakt van het volgende: in de machinekamer van de lift op de kelderverdieping trof hij een plastic tas van Jumbo aan. In die tas zag hij drie dezelfde soort dvd-spelers, welke onderdelen zouden moeten zijn van navigatiesystemen uit auto’s van het merk Volkswagen.De dvd-spelers (de rechtbank begrijpt: autoradio/cd-spelers) zijn in beslag genomen en onderzocht. Op de dvd-spelers afzonderlijk werden dactyloscopische sporen aangetroffen van vier verdachten, waaronder van [verdachte] .
Verdachte heeft ter terechtzitting van 25 maart 2019 verklaard dat het klopt dat hij in de genoemde bergingen is geweest en het dus kan kloppen dat hij op de beelden is te zien.
Tapgesprek van 3 december 2018 tussen [A] ( [A] ) en [verdachte]
[A] : waar ben je
[verdachte] : bij de sloop
(…)
[A] : kijk [verdachte] , ik wil die 3 pakken, daarom zeg ik tegen jou die spullen die in de schuur zitten moet je niet aanraken
[verdachte] : ok, ik heb ze zelf meegenomen
[A] : waar ben je nu waar?
[verdachte] : hier bij de sloop
(…)
[A] : (ntv) pakken
[verdachte] : waar
[A] : hier bij Strijkviertel
(…)
[verdachte] : heb je klauwtje
[A] : (ntv) klauwtje
[verdachte] : klauwtje is genoeg hier
[A] : en kruiskop
[verdachte] : kruiskop heb ik hier in de auto
Bewijsoverweging
Van deelname aan een criminele organisatie is sprake indien een betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteuning biedt aan, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie (HR 18 november 1997, NJ 1998, 225).
Om te kunnen vaststellen of verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie heeft de rechtbank bezien of sprake is geweest van een gestructureerd samenwerkingsverband, waaraan de deelnemers in een zekere duurzame onderlinge samenwerking hebben deelgenomen. Vervolgens heeft de rechtbank bezien of verdachte tot dit samenwerkingsverband behoorde, daar een aandeel in heeft gehad, dan wel dat verdachte de criminele organisatie heeft ondersteund met gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
Naar het oordeel van de rechtbank is sprake geweest van een criminele organisatie en heeft verdachte daaraan deelgenomen. Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, uitdrukkelijk bezien in samenhang met de hieronder weergegeven bewijsmiddelen betreffende de overige feiten, volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte in ieder geval samen met zijn broer, [A] , onderdeel was van een groep van jongeren die, in verschillende samenstellingen, op regelmatige basis vermogensdelicten pleegden. De organisatie is hierbij op een doortrapte en gestructureerde manier te werk gegaan door de bergingen van twee vrijstaande flatwoningen te gebruiken: voor het bewaren van gereedschap/inbrekerswerktuig (accuboormachine, ruitentikker), voor het bewaren van vermommingskleding (jassen, bivakmutsen en skibrillen) en voor het (tijdelijk) stallen van gestolen of geheelde goederen (scooters/bromfietsen, (inbouw)navigatiesystemen en koplampen). Uit de beelden volgt verder naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte en zijn broer [A] hierbij een leidende rol aannamen doordat zij in het bezit waren van de sleutel(s) van de berging, vaak voorop liepen bij een bezoek aan de berging en het meest werden gezien bij de berging.
De rechtbank acht het bestaan van de criminele organisatie en de deelname van verdachte daaraan bewezen voor de periode van 9 oktober 2018 tot 4 december 2018, nu over deze periode camerabeelden zijn gemaakt van de bergingen, waarop verdachte ook met regelmaat te zien is en gelet op het voormelde tapgesprek van 3 december 2018 tussen verdachte en zijn broer. Van de periode daarna zijn geen camerabeelden dan wel andere bewijsmiddelen die een actieve rol van verdachte bij de criminele organisatie bewijzen.
De rechtbank acht bewezen dat de criminele organisatie waaraan verdachte deelnam zich bezig hield met de in de tenlastelegging genoemde vermogensfeiten. De rechtbank ziet onvoldoende bewijs voor het oordeel dat verdachte ook betrokken was bij een criminele organisatie die zich bezig hield met het plegen van brandstichtingen. Hiervan zal verdachte dan ook partieel worden vrijgesproken.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij de bergingen in gebruik had om aan scooters te sleutelen. De rechtbank acht deze verklaring van verdachte voor zijn aanwezigheid in de bergingen niet aannemelijk geworden. Uit het dossier blijkt op geen enkele wijze dat verdachte in de bergingen aan het sleutelen is geweest aan scooters. Bovendien blijkt uit de beelden dat verdachte juist vaak kortstondig in de berging aanwezig was en vaak in de avond en nacht, hetgeen zich niet verhoudt met de verklaring van verdachte dat hij aan het sleutelen was aan scooters.
Ten aanzien van feit 2: primair, diefstal van sleutels, subsidiair, heling van sleutels
Primair (diefstal): vrijspraak
De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs biedt voor een bewezenverklaring van de diefstal van de sleutels door verdachte, zodat de rechtbank verdachte van het onder 2 primair ten laste gelegde zal vrijspreken.
Proces-verbaal aangifte van [aangever 1] namens [woningcorporatie]
Ik doe aangifte van gekwalificeerde diefstal. Op 5 oktober 2018 kwam ik bij woning [nummer] aan de [adres] te [woonplaats] . Ik zag dat het sleutelkastje bij de voordeur in zijn geheel was weggenomen. In dit sleutelkastje lag de sleutel van de voordeur. In de woning opende ik de keukenla en zag ik dat diverse sleutels misten, waaronder de sleutel van de portiekdeur en de berging van [nummer] . In de berging trof ik goederen aan die geen eigendom zijn van [woningcorporatie] . Ik trof onder andere aan: een jas, een jerrycan, handschoenen, skibrillen, een ketting en navigatiesystemen.
Verklaring verdachte
Ik had de sleutel van de berging van de woning aan de [adres] in gebruik.
Bewijsoverweging
Ter terechtzitting heeft de raadsman van verdachte betoogd dat geen sprake kan zijn van opzetheling, omdat verdachte niet wist dat de sleutel van diefstal afkomstig was. De rechtbank verwerpt dit verweer. Vastgesteld wordt dat verdachte beschikte over een gestolen sleutel voor de genoemde berging, die behoorde bij een leegstaande woning, en dat hij hiervoor geen aannemelijke verklaring heeft gegeven. Dat hij de sleutel van zijn jongere broer zou hebben gekregen en daarbij geen idee had dat de sleutel niet van hem was, acht de rechtbank volstrekt onaannemelijk. Mede gelet op hetgeen hiervoor onder feit 1 is overwogen ten aanzien van de criminele organisatie, waarbij de berging een belangrijke rol speelde, is in ieder geval sprake geweest van voorwaardelijke opzet van verdachte op heling van de sleutel. Om die zelfde reden acht de rechtbank tevens het bestanddeel ‘medeplegen’ wettig en overtuigend bewezen.
Voor wat betreft de periode waarin het feit 2 subsidiair ten laste gelegde is begaan, sluit de rechtbank aan bij hetgeen hiervoor onder feit 1 ten aanzien van de periode is overwogen.
Ten aanzien van feit 3: heling kentekenplaat [kenteken]
Bewijsmiddelen
Proces-verbaal aangifte van [aangever 2]
Op 3 oktober 2018 deed [aangever 2] aangifte van diefstal:
Op 12 (de rechtbank begrijpt: 2) oktober 2018 heb ik mijn snorfiets, een Daelim Message, kleur zwart, voorzien van kenteken [kenteken] geparkeerd op de [adres] te [woonplaats] .
Op 3 oktober 2018 kwam ik bij mijn bromfiets en zag ik dat de kentekenplaat van de bromfiets af was, terwijl ik zeker weet dat hij erop zat toen ik mijn bromfiets parkeerde.
Proces-verbaal van bevindingen van 13 december 2018 (uitkijken camerabeelden)Op de camerabeelden van 23 oktober 2018 zag ik, verbalisant, dat de deur van de berging geopend werd. Ik zag dat de achterzijde van een groene scooter in beeld kwam. Ik zag dat de groene scooter voorzien was van een blauw kentekenplaatje: [kenteken] . Ik zag dat verdachte [verdachte] in beeld kwam.Ik zag dat [verdachte] op de scooter zat en naar achteren liep. Ik zag dat [verdachte] de berging met een sleutel opende en de groene scooter in de berging plaatste. Ik zag dat [verdachte] hierna de berging afsloot en verliet.
Op de beelden is te zien dat het voertuig de uiterlijke kenmerken heeft van een Piaggio SKR 125 (motorscooter).
Op de beelden zag ik dat op 25 oktober 2018 de deur van de gang van de berging geopend werd en dat [A] de gang inliep. Achter hem liep één van de medeverdachten. Ik zag dat [A] samen met de medeverdachte de groene scooter uit de berging haalde en daarmee wegliep.Uit onderzoek in verschillende politiesystemen bleek dat het blauwe kentekenplaatje voorzien van kenteken [kenteken] was weggenomen tussen 2 oktober 2018 en 3 oktober 2018 en dat dit kenteken behoorde bij een zwarte snorfiets van het merk Daelim Message.
Bewijsoverweging
Ter terechtzitting heeft de raadsman van verdachte betoogd dat verdachte er geen wetenschap van had dat het blauwe kentekenplaatje [kenteken] niet bij de groene scooter hoorde. Ook hier stelt de rechtbank vast dat verdachte beschikte over een gestolen goed en dat hij geen aannemelijke verklaring hiervoor heeft afgelegd. De rechtbank betrekt hierbij voormeld oordeel over de criminele organisatie waartoe verdachte behoorde en dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat meerdere gestolen scooters in de bergingen werden geplaatst en kentekenplaten werden verwijderd of vervangen. Dit geldt te meer nu de gestolen blauwe kentekenplaat niet hoort bij een motorscooter, maar bij een snorfiets. De rechtbank acht dan ook, gelet ook op de feiten en omstandigheden die rondom de berging zijn geconstateerd, in onderlinge samenhang bezien, bewezen dat verdachte tenminste de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de blauwe kentekenplaat op de door hem gebruikte groene scooter van diefstal afkomstig was.
Ten aanzien van feit 4: primair, diefstal van een zilverkleurige scooter, subsidiair, medeplichtigheid aan de diefstal van die scooter, meer subsidiair heling van die scooter
Vrijspraak
Hoewel zich in het dossier aanwijzingen bevinden, te weten voormeld onder feit 1 genoemd tapgesprek, dat verdachte zijdelings betrokken was bij de diefstal van de zilverkleurige scooter ziet de rechtbank hierin onvoldoende bewijs voor het oordeel dat verdachte deze scooter samen met zijn broer heeft gestolen. Evenmin kan uit de tekst van het tapgesprek volgen dat verdachte als medeplichtige aan de diefstal kan worden aangemerkt. Ook ontbreekt bewijs dat verdachte deze scooter heeft geheeld, nu niet blijkt dat hij überhaupt over deze scooter heeft beschikt. De rechtbank zal verdachte dan ook van dit feit vrijspreken.
Ten aanzien van feit 5: primair, diefstal van een groene scooter, subsidiair heling van die scooter
Primair (diefstal): vrijspraak
De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs biedt voor een bewezenverklaring van de diefstal van de groene scooter, zodat de rechtbank verdachte van het primair ten laste gelegde zal vrijspreken.
Proces-verbaal aangifte van [benadeelde 1]Ik doe aangifte van diefstal van mijn motorfiets, een Piaggio, type SKR125, kleur groen en voorzien van kenteken [kenteken] . Op 1 november 2018 omstreeks 22.00 uur stond mijn motorfiets op slot in een afgesloten garagebox aan de [adres] te [woonplaats] .Op 2 november 2018 omstreeks 00.15 uur zag ik dat twee onbekende jongens op mijn motorfiets wegreden in de richting van de Theemsdreef.
Camerabeelden [adres] te [woonplaats]
Na het bekijken van alle beelden en het instellen van een onderzoek kon worden vastgesteld dat de groene motorscooter, voorzien van het kenteken [kenteken] , welke op 2 november 2018 omstreeks 00.15 uur was gestolen, omstreeks 00.22 uur (dus zeven minuten later) door drie medeverdachten de centrale hal van de [adres] werd binnen gebracht en in de berging van [nummer] werd ingezet.
Voorts bleek uit de beelden dat een aantal dagen later de gele kentekenplaat [kenteken] van de gestolen motorscooter was verwijderd en dat de scooter eerst te zien was zonder kentekenplaat en dat er vervolgens een andere kentekenplaat, blauw van kleur, op die motorscooter was bevestigd: kenteken [kenteken] . De personen die vanaf 2 november 2018 tot en met 6 november 2018 gebruik maakten van de genoemde motorscooter zijn door mij en later door meerdere collega's ambtshalve herkend als (onder meer) de verdachten [verdachte] en [A] . Uit onderzoek bleek dat de genoemde verdachten elkaar allemaal kennen en dagelijks in verschillende samenstellingen met elkaar contact hebben en met elkaar gezien worden.Op foto 28, 29, 30 en 31 staat verdachte [verdachte] samen met een medeverdachte en de motorscooter in de hal van de flat. Op foto 29 steekt [verdachte] een schroevendraaier in het contactslot om de scooter te starten. Op foto 46 tot en met 56 haalt [verdachte] de motorscooter uit de berging.Op 6 november 2018 in de avond is te zien dat [verdachte] en een medeverdachte gezamenlijk het portiek behorende bij de [adres] inlopen. Vervolgens is te zien dat zij beiden via de trap naar de kelderverdieping lopen. Daarna is te zien dat zij uit berging [nummer] de groene motorscooter halen en vervolgens met die motorscooter de flat verlaten.
Conclusie
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte het onder 5 subsidiair ten laste gelegde (opzetheling) heeft begaan.
Ten aanzien van feit 6: primair, diefstal koplampen, subsidiair heling
Primair (diefstal): vrijspraak
Hoewel uit het dossier volgt dat sprake was van een kort tijdsverloop tussen twee auto-inbraken waarbij koplampen zijn weggenomen en het moment dat verdachte tezamen met één van de medeverdachten bij de berging wordt gezien met koplampen, ziet de rechtbank onvoldoende steunbewijs in het dossier om verdachte te kunnen koppelen aan de diefstal van koplampen. De rechtbank zal verdachte dan ook van het onder 6 primair ten laste gelegde vrijspreken.
Camerabeelden [adres] te [woonplaats]
Op de beelden zag ik, verbalisant, dat op 4 november 2018 in de avond twee jongens vanuit de berging met een groene motorscooter via de trap omhoog naar de hal komen. De jongens verlaten de hal, stappen buiten op de motorscooter en rijden weg.
Tien minuten later komen de jongens weer in de hal. Jongen 2 loopt voorop en komt als eerste de hal binnen. Ik zag dat hij onder beide armen koplampen van een voertuig draagt. Hij loopt rechtstreeks naar de berging. Vervolgens komt jongen 1 met de motorscooter de hal binnen. Hij wacht op jongen 2 en samen tillen ze de motorscooter naar beneden richting de berging. Jongen 2 opent de berging [nummer] en beiden stallen de motorscooter en vervolgens de koplampen in de berging. Jongen 2 sluit hierna de berging af en samen lopen ze het gebouw uit.
Ik zag in de politiesystemen dat op 4 november 2018 diefstal van koplampen uit een personenauto heeft plaatsgevonden op het Rachmaninoffplantsoen te Utrecht.Het gaat om koplampen behorend bij een Volvo V70.
Ook was er aangifte gedaan van diefstal van koplampen uit een personenauto Volvo V70 gepleegd tussen 4 en 5 november 2018 op de [adres] te [woonplaats] .
Naar aanleiding van de camerabeelden van 4 november 2018 van de [adres] heb ik, verbalisant, de volgende personen herkend:
[verdachte] en [B] .
Aantreffen koplampenOp 4 januari 2019 bevond ik, verbalisant, mij in de berging van de [adres] te [woonplaats] . Bij binnenkomst zag ik twee plastic tassen van Albert Heijn op de grond liggen. Uit de plastic tassen zag ik een gedeelte van een koplamp steken. Ik zag dat het koplampen waren van een Volvo personenauto.
Type koplampen
Door de politie zijn de in de genoemde berging aangetroffen koplampen voor nader onderzoek in beslaggenomen. Ik, verbalisant, bezocht de Volvodealer. Er kon worden vastgesteld dat de bewuste koplampen bij het type Volvo V70 thuishoren.
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt vast dat verdachte samen met een ander koplampen van een Volvo V70 in de genoemde berging legt. Verdachte heeft geen enkele aannemelijke verklaring afgelegd voor het voorhanden hebben van deze koplampen, terwijl op diezelfde dag in de nabijheid van de berging van twee Volvo’s V70 de koplampen zijn gestolen. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen over de criminele organisatie en het gebruik van de berging, bezien in het licht van voormelde bewijsmiddelen, acht de rechtbank bewezen dat de koplampen van diefstal afkomstig waren en dat verdachte dit wist dan wel ten minste de aanmerkelijke kans hierop heeft aanvaard. Dat de politie niet heeft kunnen vaststellen van welke Volvo V70 deze koplampen afkomstig waren, leidt niet tot een ander oordeel.
Ten aanzien van feit 7: primair diefstal benzine subsidiair verduistering benzine
Verdachte heeft het onder 7 primair ten laste gelegde ter terechtzitting bekend en door zijn raadsman is voor dit feit geen vrijspraak bepleit. Onder deze omstandigheden zal de rechtbank met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met onderstaande opsomming van de bewijsmiddelen:
- Een proces-verbaal aangifte van [aangever 3] namens [tankstation] van 7 november 2018;
- Een proces-verbaal van bevindingen van 17 januari 2019 (camerabeelden);
- Bekennende verklaring van verdachte.
Ten aanzien van feit 8: heling diverse goederen
Op 18 november 2018 werd melding gedaan door een monteur dat hij in de machinekamer van de lift in de flat, gelegen aan de [adres] te [woonplaats] , een plastic tas van de Jumbo had aangetroffen. In de tas zag hij drie dezelfde soort dvd spelers, welke onderdelen zouden moeten zijn van navigatiesystemen behorende bij auto's van het merk Volkswagen. Een van de goederen betrof:
Dvd-speler 1: goednummer: PL0900-2018332560-2303336, SIN: AAMH7385NL.
Van de bovenzijde van dit goed is een dactyloscopisch spoor veiliggesteld onder SIN: AAMH9879NL.Dit spoor is onderzocht en uit onderzoekt blijkt dat dit een vingerafdruk van verdachte betreft.Op de aangetroffen goederen werden ook vingerafdrukken aangetroffen van drie medeverdachten van verdachte.
Naar aanleiding van een auto-inbraak op 2 oktober 2018 (waar verdachte al voor veroordeeld is bij vonnis van 21 november 2018) is onderzoek verricht in de technische ruimte van de woonflat aan de [adres] . Hier werden onder meer 2 navigatiesystemen en een iMac (SIN: AAMI0942NL) aangetroffen. Een van de navigatiesystemen is weggenomen bij voormelde auto-inbraak, waarvoor verdachte al is veroordeeld. Op de navigatiesystemen zijn vingersporen aangetroffen van medeverdachten van verdachte, waaronder vingersporen van [A] .Op de iMac is een vingerafdruk aangetroffen van verdachte.
Voorts verwijst de rechtbank naar het onder feit 1 weergegeven bewijsmiddel Camerabeelden [adres] te [woonplaats] , waar staat vermeld dat op meerdere momenten navigatiesystemen werden meegenomen en achtergelaten in deze berging.
Op grond van deze bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat verdachte genoemd (onderdeel van een) navigatiesysteem en genoemde iMac voorhanden heeft gehad. De rechtbank acht voor dit oordeel mede van belang de plek waar de goederen zijn aangetroffen, te weten verstopt in de directe nabijheid van de bergingen die verdachte met anderen gebruikte voor het stallen van gestolen dan wel geheelde goederen. Verdachte heeft geen enkele aannemelijke verklaring gegeven voor het voorhanden hebben van deze goederen. De verklaring van verdachte ter zitting dat hij de goederen alleen heeft verplaatst acht de rechtbank niet geloofwaardig. De rechtbank betrekt bij haar oordeel ook hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van de deelname van verdachte aan een criminele organisatie en het gebruik van de bergingen daarbij. Gelet op de bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien, kan het niet anders dan dat de aangetroffen goederen van diefstal afkomstig waren en dat verdachte dit wist dan wel tenminste de aanmerkelijke kans daarop heeft aanvaard.