ECLI:NL:RBMNE:2019:1395

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 april 2019
Publicatiedatum
5 april 2019
Zaaknummer
16/705416-18 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering en wapenbezit door koerier na overval

Op 5 april 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie mannen die betrokken waren bij de verduistering van tientallen pakketten, waaronder goud, sieraden en politiekleding. De hoofdverdachte, een 21-jarige man, werd veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De andere twee verdachten, beiden 19 jaar oud, kregen gevangenisstraffen van respectievelijk 18 en 15 maanden, waarvan een deel voorwaardelijk. De zaak begon op 27 februari 2018, toen een koerier in Utrecht werd overvallen. De koerier, die voor het eerst alleen op de bestelbus reed, werd door de verdachten benaderd en de pakketten werden overgeladen in een Audi. Onderzoek toonde aan dat de hoofdverdachte eerder contact had gehad met de koerier en dat er plannen waren gemaakt voor de overval. Tijdens doorzoekingen werden gestolen goederen, wapens en munitie aangetroffen in garageboxen die door de verdachten werden gebruikt. De rechtbank oordeelde dat de verdachten niet alleen schade en overlast voor de betrokkenen hadden veroorzaakt, maar ook gevoelens van onveiligheid in de samenleving hadden gecreëerd. De rechtbank legde zware straffen op, gezien de ernst van de feiten en het gevaar dat uitging van het wapenbezit.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/705416-18 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 5 april 2019
in de strafzaak tegen:
[verdachte] ,
geboren op [1999] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 5 juni 2018, 24 augustus 2018, 19 oktober 2018, 11 januari 2019,
8 maart 2019 en 12 maart 2019. Het onderzoek is gesloten op 22 maart 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie, mr. H. Leepel, en van hetgeen verdachte en mr. Y. Bouchikhi, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
zich op 27 februari 2018 te Utrecht samen met (een) ander(en) schuldig heeft gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking van goederen van [benadeelde] ;
zich in de periode van 27 februari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Utrecht samen met (een) ander(en) schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van een Audi S4;
zich in de periode van 1 januari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Utrecht, de Bilt en Bilthoven samen met (een) ander(en) schuldig heeft gemaakt aan het verrichten van voorbereidingshandelingen ten behoeve van het teweegbrengen van een ontploffing in een geldautomaat;
zich in de periode van 8 januari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Utrecht samen met (een) ander(en) schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van (vuur)wapens en munitie.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. WAARDERING VAN HET BEWIJS
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 tot en met feit 4 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit verdachte van het onder feit 1 tot en met feit 4 tenlastegelegde vrij te spreken. Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman aangevoerd dat bewijs dat verdachte betrokken is geweest bij een vooropgezet plan om goederen van [benadeelde] te verduisteren ontbreekt. Ten aanzien van feit 2 is opgemerkt dat uit de stukken in het dossier niet zonder meer kan volgen dat verdachte een zodanige feitelijke zeggenschap over de Audi heeft gehad dat kan worden geconcludeerd dat hij de Audi voorhanden heeft gehad in de zin van artikel 416 van het Wetboek van Strafrecht. De raadsman heeft ten aanzien van feit 3 aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte wetenschap heeft gehad van de in de garageboxen aangetroffen goederen of van het bestaan van een plan om een plofkraak te plegen. Het dossier bevat daarnaast onvoldoende bewijs om aan te nemen dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachten, waarbij verdachte een significante rol heeft vervuld. Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsman aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte wetenschap heeft gehad van de aangetroffen wapens en munitie.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
Op 27 februari 2018 zijn er pakketten weggenomen uit een bestelbus van [benadeelde] . In het kader van het politieonderzoek is het telefoonverkeer van de verschillende verdachten onderzocht en hebben er doorzoekingen plaatsgevonden in de woningen aan de [adres] te [woonplaats] (woning van verdachte), de [adres] te [woonplaats] (woning van medeverdachte [medeverdachte 1] ) en de [adres] te [woonplaats] (woning van medeverdachte [medeverdachte 2] ) en de garageboxen aan de [adres] te [woonplaats] , de [adres] te [woonplaats] en de [adres] te [woonplaats] .
Bewijsmiddelen
Wegnemen goederen [benadeelde] [1]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft op 27 februari 2018 gesproken met een man genaamd [getuige 1] . [getuige 1] verklaarde Manager Operations te zijn bij het bedrijf [benadeelde] te [woonplaats] . [getuige 1] verklaarde dat een medewerker van zijn bedrijf, genaamd [verdachte] , had gemeld dat hij zojuist was overvallen op de [adres] in [woonplaats] . [getuige 1] verklaarde dat er tijdens de overval een aantal procedures niet waren nageleefd door [verdachte] , [2] terwijl [verdachte] deze procedures wel had moeten weten. [3] [getuige 1] heeft verder verklaard dat [verdachte] in de week van de overval voor het eerst zelfstandig reed. [4]
Uit informatie van [benadeelde] bleek dat er in totaal 54 pakketten waren weggenomen. In de weggenomen pakketten zaten onder meer de onderstaande goederen:
 veel verschillende sieraden en goud, zoals ringen en horloges;
 veel verschillende mobiele telefoons van de merken Samsung, Huawei en Apple; [5]
 verschillende kledingstukken en attributen van de politie Nederland;
 verschillende auto-onderdelen;
 brillen;
 panzerglazen voor de Samsung S9 plus. [6]
Getuige [getuige 2] heeft op 2 maart 2018 verklaard dat hij afgelopen dinsdag (de rechtbank begrijpt: op 27 februari 2018) op de straat tussen de IKEA en de A12 in, die de [adres] (de rechtbank begrijpt: de [adres] ) blijkt te heten, zag dat er een busje stond. Pal achter het busje stond een personenauto. Hij zag drie mensen. Toen hij langs de bus en auto reed, stond er een klep open. Hij had het idee dat er spullen werden overgeladen. Hij had het idee dat er een dealtje plaatsvond. Hij zag geen gespannen sfeer. [7]
Verbalisant [verbalisant 2] heeft op 28 februari 2018 gesproken met [getuige 3] , medewerker van het bedrijf [bedrijf] . Dit bedrijf rijdt met voertuigen rond die zijn voorzien van ANPR-camera’s. [getuige 3] zei dat hij op 27 februari 2018 omstreeks 08:35 uur met zijn ANPR-voertuig over de Aziëlaan te Utrecht reed en dat hij bij de kruising met de Columbusweg aan de linkerkant een Audi stil zag staan. [getuige 3] zei dat hij naast deze Audi een witte Mercedes Vito zag, die naast de Audi bleef staan. [getuige 3] zei dat de ANPR-camera foto’s heeft gemaakt, waarbij het kenteken van de Audi later een hit opleverde als zijnde een gestolen voertuig. [getuige 3] zei dat er in de Audi twee mannen zaten. [8]
Het kenteken van de door de ANPR-camera waargenomen Audi betreft [kenteken] . [9]
Verdachte heeft verklaard dat op de foto op pagina 162 van het dossier het voertuig te zien is waarin de weggenomen pakketten zijn vervoerd. [10] Op deze foto is een Audi met kenteken [kenteken] zichtbaar. [11]
Onderzoek telecommunicatie
Verbalisant [verbalisant 3] heeft vastgesteld dat verdachte de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer] . [12]
Verbalisant [verbalisant 4] heeft vastgesteld dat [medeverdachte 1] de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer] . [13] Uit onderzoek kan worden vastgesteld dat [medeverdachte 1] ook de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer] . [14]
Verbalisant [verbalisant 3] heeft vastgesteld dat [medeverdachte 2] de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer] . [15]
Op de onder verdachte inbeslaggenomen telefoon is een groot aantal Whatsapp berichten aangetroffen. Het merendeel van deze gesprekken werd gevoerd met het telefoonnummer
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net. Achter dit nummer is het woord ‘ [woord] ’ weergegeven. Als uitgaand nummer was opgeslagen
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net. Achter dit nummer werden de letters “ [letters] ” weergegeven. De gesprekken werden gevoerd in zowel de Turkse als de Nederlandse taal. De Turkse taal is vertaald door een tolk. [16]
25-12-2017 01:11 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Para lazim (vertaling: heb geld nodig)
25-12-2017 01:11 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Soyimmi seni (vertaling: zal ik je overvallen?)
25-12-2017 01:12 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
SOY (vertaling: JE MAG ME OVERVALLEN)
25-12-2017 01:14 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Wnr ga je solo rije amk
25-12-2017 01:14 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
Bilmem (vertaling: weet ik niet) [17]
28-12-2017 11:41 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Audibende (vertaling: ik heb de Audi) [18]
08-01-2018 00:03 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Een kk tas [19]
08-01-2018 00:03 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
Waarom laat je zulke kkspullen achter
08-01-2018 00:03 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Pak em snel kk mogool
08-01-2018 00:28 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Koy schuur e (vertaling: Zet het in de schuur)
08-01-2018 00:28 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
Oke turk
15-02-2018 18:51 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Olm alleen die kk tas
15-02-2018 19:01 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
Ondan sonra pak je hem
15-02-2018 19:01 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
Langer hou ik hem niet [20]
Datum: 27-02-2018 20:41:56
Beller: [telefoonnummer] – [verdachte]
Gebelde: [telefoonnummer] – NN-man [telefoonnummer]
[verdachte] vraagt ‘wat ben je aan het doen, neef’
NN-man: ‘Niks, man.. ik ben nog steeds hier..’
[verdachte] : ‘Wat zijn jullie aan het doen?’
NN-man: ‘We hebben alles gesplitst/apart gelegd..’ [21]
Gesprek: spraak
Datum: 28-02-2018 15:39:24
Beller: [telefoonnummer] – NN-man [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer] – [A]
NN-man zegt dat hij 40 stuks ‘schermglas’ heeft voor Samsung S9.
vraagt wat dat is, S9
NN-man zegt Samsung S9 Plus
: ‘Turk, waarom bel je mij?
NN-man: ‘Als ik het breng naar die man, zou die het kopen?’
: ‘Weet ik niet.. breng maar..’ [22]
Gesprek: spraak
Datum: 03-03-2018 22:49:57
Beller: [telefoonnummer] – NN-Man [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer] – [medeverdachte 1]
NN-man zegt dat het klaar is.
vraagt waar NN-man is.
NN-man zegt ‘daar.. ik ben klaar met het schoonmaken’.
vraagt of NN-man alles in plastic zakken heeft gedaan.
NN-man vraagt of hij de schoenen ook in zakken moet doen of dat het niet hoeft.
zegt dat NN-man die ook moet weggooien.
NN-man heeft al het vuil opgeruimd; uit eentje is heel wat uitgekomen.
vraagt wat er is uitgekomen.
NN-man: ‘Er is toch 1 grote doos.. met kleine doosjes er in..’
zegt dat er niks in zat en dat die doosjes leeg zijn.
zegt dat NN-man de lege dozen in een vuilniszak moet doen.
NN-man heeft een grote zak gepakt en alles daarin geleegd.
zegt dat NN-man alles netjes aan een kant moet leggen.
NN-man zegt dat alles gereed is; hij heeft al het vuilnis in een vuilniszak gedaan; de kleding heeft hij in 4 kartonnen dozen gedaan. [23]
Aan de hand van de historische verkeersgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] is bevonden dat de gebruiker van telefoonnummer * [telefoonnummer] zich ten tijde van dit telefoongesprek bevond in een gebied tussen de Marco Pololaan , de Rooseveltlaan en de Azielaan te Utrecht. De Afrikalaan te Utrecht valt onder dit gebied. [24]
Gesprek: SMS
Datum: 05-03-2018 23:35:34
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
[B] [LF]Zoek je nog box. vg[LF] [C] [25]
Gesprek: SMS
Datum: 05-03-2018 23:45:15
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
Liefst zo snel mogelijk [C] [26]
Gesprek: SMS
Datum: 10-03-2018 23:11:05
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
ok. Doe voorzichtig. Morgenmiddag ff contact. Of als je [D] belt die heeft van [E] (van mij)[LF] de sleutel van box [adres] [LF]Zelf ben ik maandag [27]
Gesprek: spraak
Datum: 13-03-2018 15:17:05
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
: Een goede dag. Ik had je nummer gekregen van [I] , voor sleutels van uuh [adres] .
: Ik heb hem ja.
: Zou ik ze bij jou op kunnen halen?
: Is goed jongen. [28]
Gesprek: spraak
Datum: 14-03-2018 20:47:46
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
: Wat mij betreft waar ben jij nu, dan ken je de sleutel krijgen hoor.
: Ik heb de sleutel al gepakt van [D] . [29]
Gesprek: spraak
Datum: 19-03-2018 21:21:58
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
vraagt [telefoonnummer] om naar de Albert Heijn te vliegen en vuilniszakken te halen.
zegt is goed; hij moet ook ammoniak halen, ‘normale, van Albert Heijn’. [30]
Doorzoeking garagebox [adres]
Op 20 maart 2018 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] . Tijdens de doorzoeking zijn een personenauto van het merk Audi, type S4 Avant, voorzien van het Roemeense kenteken [kenteken] , en een zwart regenpak aangetroffen en inbeslaggenomen. [31]
Verbalisant [verbalisant 5] heeft de inbeslaggenomen Audi S4 onderzocht. Hij zag dat het kenteken
[kenteken] op de voorruit stond geschreven. Uit het kentekenregister van de Rijksdienst voor het Wegverkeer bleek dat het chassisnummer dat hij onder de motorkap aantrof overeenkwam met het kenteken onder de voorruit. [32]
Verbalisant [verbalisant 5] heeft de beelden die door de ANPR-camera van de Audi met kenteken [kenteken] zijn genomen, samen met een specialist van het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit, vergeleken met de inbeslaggenomen Audi. Hij verklaart dat gelet op zijn eigen waarnemingen en die van de specialist kan worden gezegd dat de Audi op de beelden dezelfde kleur heeft en van hetzelfde merk en type is als de inbeslaggenomen Audi. [33]
Aangever [aangever] heeft verklaard dat zijn auto, een Audi S4, met kenteken [kenteken] [34] , tussen woensdag 20 december 2017 en donderdag 21 december 2017 door (een) onbekende(n) is weggenomen van de [adres] te [woonplaats] . [35]
Getuige [getuige 4] heeft verklaard dat hij de eigenaar is van de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] . Half maart 2018 kwam hij in contact met ene [B] , die de box graag wilde hebben. Het telefoonnummer van [B] is [telefoonnummer] . [36]
Doorzoeking woning [adres]
Op 20 maart 2018 vond er een doorzoeking plaats in de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres] te [woonplaats] . In een prullenbak in diens slaapkamer werd een verscheurde overeenkomst van een garagebox aangetroffen. Voor zover zichtbaar stond hierop:
Gegevens huurder: [medeverdachte 2]
Telefoon: [telefoonnummer]
Gegevens garagebox: adres [adres] [woonplaats] . [37]
Volgens het huurcontract was de box verhuurd met ingang van 1 februari 2018. [38] De handtekening op het huurcontract vertoonde sterke gelijkenissen met de handtekening van medeverdachte [medeverdachte 2] ten tijde van zijn verhoor op 3 april 2018. [39]
Doorzoeking garagebox Afrikalaan
Op 20 maart 2018 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] . [40] Tijdens de doorzoeking zijn onder meer de volgende goederen inbeslaggenomen:
 3 3 grote vuilniszakken met verpakkingsmateriaal;
 3 10 beschermglaasjes voor Samsung S;
 3 7 politie polo’s;
 3 5 politiebroeken; [41]
 zak met pakbonnen en labels van dozen;
 2 brillen;
 1 gouden ring;
 7 diverse onderdelen voor scooter;
 hoedenplank behorende bij Audi [kenteken] ;
 1 verpakking met 3 zilveren kettingen (goednummer E.1.2.9.9.9.2).
 1 verpakking met 3 zilveren armbanden; [42]
2 flesjes ammoniak (van het merk Albert Heijn [43] ). [44]
Op 20 maart 2018 is er een forensisch onderzoek [45] naar sporen verricht in de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] . [46]
Sporendragers:
 peuk (SIN AALM1998NL);
 peuk (SIN AALM1986NL); [47]
 kentekenplaat [48] met serienummer [kenteken] ; [49]
 kentekenplaat met serienummer [kenteken] . [50]
 Nike jas met SIN AALM1835NL. [51]
Uit DNA onderzoek door het NFI is gebleken dat het DNA met SIN nummers AALM1986NL#01 en AALM1998NL#01 afkomstig kan zijn van medeverdachte [medeverdachte 1] . De matchkans is kleiner dan één op één miljard. [52]
Op de binnenzijde van de jas met SIN AALM1835NL is een biologisch spoor met
SIN AALT4937NL veilig gesteld. [53] Uit DNA-onderzoek door het NFI is gebleken dat het celmateriaal met SIN AALT4937NL#01 afkomstig kan zijn van medeverdachte [medeverdachte 2] . De matchkans is kleiner dan één op één miljard. [54]
Bij de doorzoeking van de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] bleek dat de goederen waren gescheiden van het verpakkingsmateriaal. [55]
Na een inventarisatie aan de hand van de pakbonnen en bestellijsten bleek dat de in de garagebox aangetroffen politiekleding afkomstig was uit de bestelauto van de koerier van [benadeelde] . [56]
In één van de gevonden vuilniszakken zaten 234 sieradendoosjes. Deze doosjes waren allemaal leeg. [57]
De 7 diverse onderdelen voor scooter zaten in een kartonnen verpakking met stickers waarop diverse gegevens vermeld staan. Op één van de stickers stond onder meer vermeld:
- [benadeelde]
- pakketnr. 3923648101
- naam geadresseerde: [F] .
Op de door [benadeelde] aangeleverde lijst met weggenomen goederen stond vermeld dat onder meer was weggenomen: ‘pakketnr. 3923648101, auto-onderdelen twv 130 euro, geadresseerde [F] ’. [58]
De 2 aangetroffen brillen zijn aan de heer [G] , medewerker van [benadeelde] getoond. De heer [G] heeft bij de opdrachtgever van [benadeelde] , [winkel 1] , navraag gedaan of deze brillen van haar afkomstig waren. Mevrouw [H] van [winkel 1] heeft dit bevestigd. [59]
Verbalisant [verbalisant 6] zag dat de aangetroffen beschermglaasjes allemaal Samsung Galaxy S9 betroffen. Zij zag dat alle 10 de hoesjes in een verpakking zaten van het merk Panzer Glass. Op de door [benadeelde] aangeleverde lijst met weggenomen goederen stond vermeld dat onder meer was weggenomen: ‘60 panzerGlass Samsung Galaxy S9 Plus – Black twv 912 euro’. [60]
Verbalisant [verbalisant 6] heeft aan de heer [G] , medewerker van [benadeelde] , een aantal sieraden, waaronder de zilveren kettingen met goednummer E.1.2.9.9.9.2., getoond welke zijn aangetroffen door de politie bij de doorzoeking aan de [adres] te [woonplaats] . De heer [G] heeft bij de opdrachtgever van [benadeelde] , [winkel 2] B.V., navraag gedaan of deze sieraden van haar afkomstig zijn. [winkel 2] B.V. heeft dit bevestigd. [61]
Op 5 maart 2018 heeft verdachte 120,00 euro overgemaakt als betaling voor de huur van de garagebox aan de [adres] . [62]
Doorzoeking woning [adres]
Op dinsdag 20 maart 2018 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . Op dit adres staat onder andere medeverdachte [medeverdachte 2] in het bevolkingsregister ingeschreven. [63] Op het bureau in de slaapkamer van [medeverdachte 2] [64] werd een horloge (C.01.01.002) aangetroffen. [65]
Het horloge met goednummer C.01.01.002 betreft een zwart met zilver Casio G-shock horloge. Verbalisant [verbalisant 6] heeft dit horloge getoond aan de heer [G] , medewerker van [benadeelde] . De heer [G] heeft bij de opdrachtgever van [benadeelde] , [winkel 3] , navraag gedaan of dit horloge van haar afkomstig was. [winkel 3] heeft dit bevestigd. [66]
Aan de binnenkant van de slaapkamerdeur van [medeverdachte 2] werd een regenjas aangetroffen. In de slaapkamer lag daarnaast een autosleutel van een Renault Twingo, voorzien van kenteken [kenteken] . Deze auto stond voor de woning aan de [adres] . Onder de bestuurdersstoel werd een in elkaar gevouwen zwarte handschoen gevonden. In die handschoen zat een Audi sleutel. [67]
Op 21 maart 2018 is er onderzoek gedaan naar de in de Renault Twingo aangetroffen Audi autosleutel. De Audi sleutel werd geprobeerd op de in de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] aangetroffen Audi met Roemeens kenteken [kenteken] . Bij het indrukken van de knoppen op de Audi sleutel begon de alarmverlichting van de Audi te knipperen. [68]
Doorzoeking woning [adres]
Op 20 maart 2018 vond er een doorzoeking plaats in de woning aan de [adres] in [woonplaats] . In de kelderbox werden onder meer de volgende goederen aangetroffen:
 een Uzi vuurwapen, inclusief geluiddemper en patroonhouder;
 een Scorpio vuurwapen, inclusief twee patroonhouders;
 een revolver, inclusief patronen;
 diverse patronen;
 een granaat. [69]
Deze goederen werden aangetroffen in een donkerblauwe rugzak. [70] De goederen waren afzonderlijk in huishoudfolie, vuilniszak of in een plastic tas verpakt. [71]
Verdachte heeft verklaard dat hij de blauwe rugzak voor iemand in zijn kelderbox bewaarde. [72]
De volgende op de [adres] te [woonplaats] aangetroffen goederen zijn veiliggesteld voor nader onderzoek: [73]
 SIN AALN5502NL: 2 tijdvertragers;
 SIN AAKR2902NL: munitie (patronen);
 SIN AAKR2901NL: vuurwapen (revolver met munitie); [74]
 SIN AAKR2904NL: vuurwapen (pistoolmitrailleur met munitie);
 SIN AAKR2900NL: vuurwapen (pistoolmitrailleur met munitie). [75]
De 2 tijdvertragers met SIN AALN5502NL waren verpakt in een plastic zak. [76] Op de buitenzijde van deze vuilniszak is een dactyloscopisch spoor met SIN AAJU3657NL veiliggesteld. [77] Een vergelijkend onderzoek met de vingerafdruk met SIN AAJU3657NL heeft geleid tot individualisatie van het spoor op medeverdachte [medeverdachte 1] . [78]
Op de buitenzijde van het wapen met SIN AAKR2900NL is een biologisch spoor met SIN AAJY7914NL aangetroffen. [79] Uit DNA onderzoek door het NFI is gebleken dat het DNA met SIN AAJY7914NL#01 afkomstig kan zijn van medeverdachte [medeverdachte 1] . De matchkans is kleiner dan één op één miljard. [80]
De pistoolmitrailleur met SIN AAKR2904NL was verpakt in een sporttas. In de sporttas zat ook een vuilniszak. [81] Op deze vuilniszak is een vingerafdruk met SIN AALL9512 aangetroffen. [82] Een vergelijkend onderzoek met de vingerafdruk met SIN AALL9512NL heeft geleid tot individualisatie van het spoor op medeverdachte [medeverdachte 1] . [83]
Verbalisant [verbalisant 7] heeft een nader onderzoek aan voornoemde goederen ingesteld.
1. SIN AAKR2902NL: 87 scherpe patronen van categorie III:
a. 31 scherpe patronen, kaliber 7.65 mm (.32 Auto), merken CBC en Geco;
b. 35 scherpe patronen, kaliber 9mm M (=9x18mm), merk S&B;
c. 21 scherpe patronen, kaliber 9mm Luger (=9x19mm), merk S&B; [84]
2. SIN AAKR2901NL: vuurwapen (revolver) van categorie III, merk Smith & Wesson, model 36, kaliber .38 S&W SPL; [85]
3. SIN AAKR2901NL: 12 scherpe patronen van categorie III, kaliber .38 Special, merk G.F.L., bestemd of geschikt om een projectiel door middel van het onder 2 omschreven vuurwapen af te schieten;
4. SIN AAKR2904NL: vuurwapen (pistoolmitrailleur) van categorie II sub 2, merk CZ, model M61 Skorpion, kaliber 7.65mm, voorzien van het wapennummer [wapennummer] . Dit vuurwapen bleek geschikt te zijn om zowel semi- als volautomatisch te kunnen vuren en is derhalve een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van de Wet Wapens en Munitie; [86]
5. SIN AAKR2904NL: 36 scherpe patronen van categorie III, kaliber 7.65mm, merk S&B, afkomstig uit de patroonmagazijnen van het onder 4 omschreven vuurwapen; [87]
6. SIN AAKR2900NL: vuurwapen (pistoolmitrailleur) van categorie II sub 2, merk IMI, model Micro Uzi, kaliber 9mm Para (=9x19mm). Dit vuurwapen bleek geschikt te zijn om zowel semi- als volautomatisch te kunnen vuren en is derhalve een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van de Wet Wapens en Munitie; [88]
7. SIN AAKR2900NL: 24 scherpe patronen van categorie III, kaliber 9x19mm (9mm Luger), merken S&B en FNB, waarvan 21 afkomstig waren uit het patroonmagazijn van het onder 6 omschreven vuurwapen. [89]
De op de [adres] te [woonplaats] aangetroffen handgranaat (SIN AAKR2898NL) is veiliggesteld. [90] Op grond van de onderzoeksresultaten wordt geconcludeerd dat deze handgranaat een complete scherfhandgranaat van het type M75P3 betreft. Gezien de opbouw, werking en verwachte uitwerking zijn handgranaten van dit type aan te merken als ‘een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door middel van ontploffing’ zoals vermeld in de Wet wapens en munitie, artikel 2, lid 1, categorie II, sub 7. [91]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen
feit 1
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende vast.
In december 2017 hebben verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] een WhatsApp conversatie gevoerd, waarin verdachte heeft ingestemd met het voorstel van medeverdachte [medeverdachte 1] om verdachte te overvallen. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft aan verdachte gevraagd wanneer verdachte ‘solo’ zou gaan rijden en - enkele dagen later - gemeld dat hij ‘de Audi’ had.
Op 27 februari 2018, in de eerste week waarin verdachte als koerier voor [benadeelde] alleen reed, zijn er diverse pakketten van [benadeelde] vanuit de bus waarin verdachte reed weggenomen door twee mannen die reden in een Audi met het kenteken [kenteken] .
Een soortgelijke Audi met het chassisnummer behorend bij kenteken [kenteken] is aangetroffen in een garagebox aan de [adres] . De rechtbank leidt hieruit af dat de inbeslaggenomen Audi op 27 februari 2018 is gebruikt om goederen vanuit de bus van verdachte weg te nemen. Het contact over de huur van de garagebox aan de [adres] is via het telefoonnummer van medeverdachte [medeverdachte 1] gegaan. De sleutel behorend bij de aangetroffen Audi is gevonden in een Renault Twingo voor de woning van medeverdachte [medeverdachte 2] , van welke Renault medeverdachte [medeverdachte 2] ook de sleutel in zijn slaapkamer had. De hoedenplank van de Audi [kenteken] alsmede de kentekenplaten [kenteken] lagen in een garagebox aan de [adres] .
In de garagebox aan de [adres] lagen ook een aantal goederen uit de op 27 februari 2018 weggenomen pakketten en verpakkingsmateriaal van [benadeelde] . De (verscheurde) huurovereenkomst van deze garagebox is aangetroffen in de kamer van medeverdachte [medeverdachte 1] . Op deze overeenkomst stonden bij ‘gegevens huurder’ zowel gegevens van medeverdachte [medeverdachte 1] als medeverdachte [medeverdachte 2] , de overeenkomst is ondertekend door medeverdachte [medeverdachte 2] en bijgevoegd is een kopie van zijn rijbewijs. Verdachte heeft op
5 maart 2018 de huur voor deze garagebox betaald. Ook zijn in deze garagebox sigaretten aangetroffen waarop het DNA van medeverdachte [medeverdachte 1] zat.
Tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] heeft op 27 februari 2018, kort na het wegnemen van de pakketten bij [benadeelde] , een WhatsApp gesprek plaatsgevonden over het ‘splitsen van spullen’. In de garagebox aan de Afrikalaan zijn de weggenomen goederen van [benadeelde] aangetroffen. Deze goederen waren uit de pakketten gehaald en waren van het verpakkingsmateriaal gescheiden. Hieruit leidt de rechtbank af dat medeverdachte [medeverdachte 1] vrijwel direct na het wegnemen van de pakketten over de goederen van [benadeelde] beschikte en daarover met verdachte heeft gecommuniceerd. Dit blijkt ook uit het feit dat op 27 februari 2018 in totaal 60 beschermglazen voor een Samsung S9 zijn weggenomen en dat één dag later, op 28 februari 2018, medeverdachte [medeverdachte 1] probeert om 40 beschermglazen voor een Samsung S9 te verkopen.
Op 3 maart 2018 hebben medeverdachte [medeverdachte 1] en medeverdachte [medeverdachte 2] een telefoongesprek waarin zij spreken over schoonmaken en het stoppen van lege dozen in vuilniszakken waarbij uit een doos heel wat vuilnis kwam omdat het allemaal lege ‘kleine doosjes’ betrof. Dit laatste komt weer overeen met de in de garagebox aangetroffen vuilniszak met verpakkingsmateriaal, waarin onder andere 234 sieradendoosjes zaten, welk verpakkingsmateriaal afkomstig was van de pakketten die op 27 februari 2018 in de bus van verdachte werden vervoerd en zijn weggenomen. Ook is DNA van medeverdachte [medeverdachte 2] aangetroffen op een jas in de garagebox aan de [adres] . Een uit de bus op 27 februari 2018 weggenomen Casio horloge is tot slot aangetroffen in de slaapkamer van medeverdachte [medeverdachte 2] .
De verklaring van verdachte dat hij niets met de verduistering te maken heeft, maar die dag overvallen is door twee onbekende mannen, wordt door de rechtbank verworpen. Allereerst is die verklaring in strijd met bovenstaande bewijsmiddelen. Daarnaast acht de rechtbank de verklaring onaannemelijk, nu verdachte de veiligheidsprotocollen van [benadeelde]
- waarvoor hij kort daarvoor succesvol examen heeft afgelegd - niet nageleefd heeft. Zo is hij afgeweken van de route en is hij uitgestapt en naar de achterkant van de bus gelopen, zonder dit te melden aan [benadeelde] . Ook heeft hij bij het openen van de achterzijde van de bus niet de alarmcode ingedrukt, wat een waarschuwingssignaal zou hebben verzonden naar [benadeelde] . De verklaring van verdachte dat hij deze code niet kende acht de rechtbank ongeloofwaardig, nu dit dezelfde code betreft als waarmee de achterdeur wordt geopend waarbij enkel het eerste cijfer tweemaal wordt ingetoetst. Door getuige [getuige 1] is bij de rechter-commissaris verklaard dat hij dit ook met verdachte heeft besproken. Dat het Whatsapp gesprek van december 2017 tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] verkeerd vertaald zou zijn of anders vertaald had kunnen worden, zoals door verdachte ter zitting verklaard, acht de rechtbank verder niet aannemelijk.
Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking.
feit 2
De bij de verduistering in dienstbetrekking gebruikte Audi, die gestolen bleek te zijn, is teruggevonden in een door medeverdachte [medeverdachte 1] gehuurde garagebox. Hoewel de rechtbank op grond van de bewijsmiddelen bewezen acht dat verdachte wetenschap had van deze Audi, kan naar het oordeel van de rechtbank op grond van het dossier niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte feitelijke zeggenschap over de Audi heeft gehad en daarmee de Audi voorhanden heeft gehad. Niet kan immers worden vastgesteld dat verdachte in de auto heeft gezeten of de auto anderszins voorhanden heeft gehad. Het enkele feit dat de Audi betrokken is geweest bij de door verdachte gepleegde verduistering in dienstbetrekking, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om verdachte als medepleger van de opzetheling aan te merken. Verdachte zal daarom van het onder feit 2 tenlastegelegde worden vrijgesproken.
feit 3
In de garagebox aan de [adres] en de garagebox aan de Staartmeeslaan waarvoor door verdachte huur is betaald, zijn goederen aangetroffen die bestemd waren tot het plegen van een plofkraak. Hoewel de rechtbank gelet op deze huurbetaling en het feit dat de verduisterde goederen van [benadeelde] in de garagebox aan de [adres] zijn ondergebracht bewezen acht dat verdachte wetenschap had van deze garageboxen, is zij van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het voorbereiden van een plofkraak. Uit het dossier volgt immers niet onomstotelijk dat verdachte fysiek in de garageboxen aanwezig is geweest of op andere wijze op de hoogte is gebracht van (de bestemming van) de overige in de garageboxen aangetroffen goederen. Ook voor het overige bevindt zich geen bewijs in het dossier waaruit volgt dat verdachte bezig was met het voorbereiden van een plofkraak. Verdachte zal daarom ook van het onder feit 3 tenlastegelegde worden vrijgesproken.
feit 4
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte op 8 januari 2018 en 15 februari 2018 met medeverdachte [medeverdachte 1] contact heeft over een door medeverdachte [medeverdachte 1] vergeten/achtergelaten tas met ‘kkspullen’, die door verdachte in de schuur is gezet. In de kelderbox bij de woning van verdachte wordt op 20 maart 2018 een blauwe rugzak met daarin een aantal (automatische) vuurwapens en munitie aangetroffen, alsmede een handgranaat. Op een aantal goederen/tassen in deze blauwe rugzak zit het DNA van medeverdachte [medeverdachte 1] . Verdachte heeft aangegeven dat hij deze blauwe tas voor iemand moest bewaren. Gelet op vorenstaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte in de periode 8 januari 2018 tot en met 20 maart 2018 samen met medeverdachte [medeverdachte 1] de in de bewezenverklaring omschreven wapens en munitie voorhanden heeft gehad.
De verklaring van verdachte dat hij niet op de hoogte was van de inhoud van de tas, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Allereerst wordt deze verklaring weersproken door de inhoud van de bewijsmiddelen. Daarnaast heeft verdachte wisselende verklaringen afgelegd over hoe de tas in zijn kelderbox terecht is gekomen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1.
op 27 februari 2018 in [woonplaats] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk 54 pakketten met daarin diverse (gouden en zilveren) sieraden, waaronder een horloge, en mobiele telefoons (van het merk Samsung, Apple en Huawei) en politiekleding en politieattributen en auto-/scooteronderdelen en brillen en beschermglazen (voor de Samsung S9Plus), toebehorende aan [benadeelde] te [woonplaats] , welke goederen verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als koerier onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
4.
in de periode van 8 januari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander,
twee, wapens als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II onder 2° van de Wet wapens en munitie, te weten
- een pistoolmitrailleur van het merk CZ, model M61 Skorpion, kaliber 7.65mm, voorzien van wapennummer [wapennummer] en bijbehorende munitie (36 stuks) (kaliber 7.65mm, merk S&B) van categorie III en
- een pistoolmitrailleur van het merk IMI, model Micro Uzi, kaliber 9mm Para (=9x19mm) en bijbehorende munitie (24 stuks) (kaliber 9x19mm, 9mm Luger, merken S&B en FNB) van categorie III

zijnde beide vuurwapens in de zin van artikel 1 onder 3° van die wet, geschikt om automatisch te vuren,

en een vuurwapen van categorie III, te weten een revolver van het merk Smith&Wesson, model 36, kaliber .38 S&W SPL, en bijbehorende munitie (12 stuks) van categorie III (kaliber .38 Special, merk G.F.L.)
en
een wapen van categorie II, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een (scherf)handgranaat (van het type M75PR), zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing
en
87, scherpe patronen, te weten
- 31 van het kaliber 7.65mm (.32Auto), merken CBC en Geco en
- 35 van het kaliber 9mm M (=9x18mm), merk S&B en
- 21 van het kaliber 9mm Luger (=9x19mm), merk S&B,
voorhanden heeft gehad.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
1.
medeplegen van verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft;

4. medeplegen van:

handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd,
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd,
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een behandelverplichting, een contactverbod en de verplichting tot het verkrijgen en behouden van dagbesteding. De officier van justitie heeft gevorderd de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, in het geval verdachte niet integraal wordt vrijgesproken, verzocht geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat rekening moet worden gehouden met de jonge leeftijd van verdachte en het feit dat verdachte alles kwijt zal raken indien hij weer gedetineerd raakt. Verdachte is bereid zich aan alle voorwaarden te houden.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking en het voorhanden hebben van een groot aantal wapens, waaronder twee automatische wapens en een handgranaat. Verdachte heeft door zijn handelen schade en overlast voor zijn werkgever/opdrachtgever [benadeelde] veroorzaakt en heeft het vertrouwen dat hij in hem had ernstig beschaamd. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij enkel heeft gehandeld uit eigen financieel gewin en zich niet heeft bekommerd om de consequenties van zijn handelen. De rechtbank rekent het verdachte ook zwaar aan dat hij een tas met wapens en munitie in zijn kelderbox aanwezig heeft gehad. Het voorhanden hebben van dergelijke (automatische) wapens brengt een ernstig risico met zich mee dat schade wordt toegebracht aan anderen. Het ongecontroleerde bezit van deze wapens vormt een ernstige inbreuk op de rechtsorde en zorgt voor gevoelens van onveiligheid in de maatschappij. Vuurwapenbezit leidt immers niet zelden tot het (ondeskundig) gebruik ervan, met alle ernstige gevolgen van dien. Verdachte heeft aldus een onaanvaardbaar gevaar voor de veiligheid van andere personen in het leven geroepen. De rechtbank weegt in het nadeel van verdachte mee dat hij geen blijk van enig inzicht in de ernst van de feiten heeft gegeven en geen verantwoordelijkheid heeft willen nemen voor de (mogelijke) gevolgen van zijn handelen. In het voordeel van verdachte wordt meegewogen dat uit het dossier blijkt dat verdachte niet de eigenaar was van de tas met wapens en munitie.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 24 januari 2019;
- een reclasseringsrapport van 17 augustus 2018;
- een reclasseringsrapport van 9 oktober 2018;
- een voortgangsverslag toezicht van de reclassering van 6 maart 2019.
Uit de justitiële documentatie blijkt dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is gekomen.
Uit de reclasseringsrapporten volgt dat de reclassering, gelet op de proceshouding van verdachte, niets kan concluderen over een eventueel probleeminzicht en/of over delict gerelateerde gevolgen. Gelet op de ernst van de feiten, in combinatie met de leeftijd en blanco documentatie van verdachte is een reclasseringstoezicht geïndiceerd. De reclassering hoopt op die manier meer zicht op de probleemgebieden te krijgen en betrokkene te motiveren zijn leven een constructieve wending te geven. De reclassering adviseert daarom een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met een meldplicht, een behandelverplichting, een contactverbod en de verplichting tot het verkrijgen en behouden van zinvolle dagbesteding als bijzondere voorwaarden.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van de feiten een forse gevangenisstraf rechtvaardigt. Omdat de rechtbank verdachte vrijspreekt van het onder feit 2 en feit 3 tenlastegelegde, zal zij echter een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank legt aan verdachte op een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en een meldplicht, een behandelverplichting, de verplichting tot het verkrijgen en behouden van zinnige dagbesteding en een contactverbod met de medeverdachten als bijzondere voorwaarden. Gelet op de aard van de feiten en het feit dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is gekomen, zullen de bijzondere voorwaarden niet dadelijk uitvoerbaar worden verklaard. De rechtbank zal het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

9.BESLAG

Onder verdachte zijn de goederen met nummers 1 tot en met 22 op de als bijlage bij dit vonnis gevoegde beslaglijst inbeslaggenomen.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de officier van justitie met betrekking tot de inbeslaggenomen goederen is opgenomen in de beslaglijst.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de telefoons met nummers 6, 7 en 16 aan verdachte te retourneren. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat het niet proportioneel is om de telefoons verbeurd te verklaren vanwege de enkele reden dat daar berichten op zijn aangetroffen die betrekking kunnen hebben op strafbare feiten.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Autosleutel (nummer 1), laptop (nummer 8), regenjas (nummer 11) en ringen (nummers 13 en 14)
De rechtbank zal de autosleutel, laptop, regenjas en twee ringen aan verdachte teruggeven, nu de officier van justitie zich niet heeft verzet tegen teruggave van deze goederen.
Bivakmuts (nummer 2) en rugzak (nummer 15)
Gelet op het feit dat met betrekking tot deze goederen het strafbare feit is begaan, zullen de bivakmuts en de rugzak verbeurd worden verklaard.
Rugzak (nummer 15)
Gelet op het feit dat met betrekking tot dit goed het strafbare feit is begaan, zal de rugzak verbeurd worden verklaard.
Wapens en munitie (nummers 3, 5, 12 en 17 tot en met 20)
De wapens en munitie zullen worden onttrokken aan het verkeer, nu het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Geldbedrag (nummer 4)
Gelet op de wijze en plek waarop het geldbedrag is aangetroffen en het feit dat verdachte geen (aannemelijke) verklaring over het geldbedrag heeft afgelegd, is de rechtbank van oordeel dat kan worden vastgesteld dat het geldbedrag door middel van het strafbare feit is verkregen. De rechtbank zal het geldbedrag daarom verbeurd verklaren.
Telefoons (nummers 6, 7 en 16)
De rechtbank zal de telefoons verbeurd verklaren, nu verdachte door middel van deze telefoons contact met de medeverdachten over de (uitvoering van de) strafbare feiten heeft gehad en op de telefoons berichten en afbeeldingen zijn aangetroffen die aan de strafbare feiten kunnen worden gelinkt.
Schroefboormachine (nummer 9)
Aangezien de schroefboormachine van diefstal afkomstig is, zal de rechtbank deze verbeurd verklaren.
Administratie [benadeelde] (nummer 10)
De administratie van [benadeelde] zal aan [benadeelde] worden teruggegeven.

10.BENADEELDE PARTIJ

[benadeelde] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 18.689,91, bestaande uit materiële schade.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij hoofdelijk toe te wijzen, met toepassing van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, gelet op de door hem bepleite vrijspraak ten aanzien van het onder feit 1 tenlastegelegde, verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaring in haar vordering.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden, te weten het bedrag dat zij als schadevergoeding aan haar opdrachtgevers heeft moeten uitbetalen (€ 18.659,91). De vordering van de benadeelde partij is niet betwist en komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom geheel worden toegewezen. De vordering zal hoofdelijk worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf 27 februari 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden begroot op nihil.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 14a, 14b, 14c, 14d, 33, 33a, 36b, 36c, 36f, 47, 57, 321 en 322 van het Wetboek van Strafrecht;
  • 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 2 en feit 3 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1 en feit 4 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder feit 1 en feit 4 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
18 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
8 maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
- als
algemene voorwaardengelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
* zich zal blijven melden bij Reclassering Nederland, regio Midden Noord, op het adres Vivaldiplantsoen 200, 3533 JE Utrecht, zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich daarbij houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde;
* zich zal laten behandelen door forensische polikliniek De Waag of soortgelijke zorgverlener, zulks ter beoordeling van de reclassering. Verdachte zal zich houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener hem geeft in het kader van de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
* zijn medewerking zal blijven verlenen aan het verkrijgen en behouden van een structurele en zinvolle dagbesteding;
* geen contact zal hebben (niet direct en niet indirect, ook niet als die persoon zelf dat contact zoekt) met [medeverdachte 1] (geboren op [1997] ) en [medeverdachte 2] (geboren op [1999] );
Voorlopige hechtenis
- heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Benadeelde partij [benadeelde] (feit 1)
  • wijst de vordering van [benadeelde] toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 februari 2018 tot aan de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door (een) ander(en) (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde] aan de Staat € 18.689,91 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 februari 2018 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling aan te vullen met 128 dagen hechtenis;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende op de als bijlage bij dit vonnis gevoegde beslaglijst genoemde goederen: 1, 8, 11, 13 en 14;
- verklaart verbeurd de volgende op de als bijlage bij dit vonnis gevoegde beslaglijst genoemde goederen: 2, 4, 6, 7, 9, 15 en 16;
- onttrekt aan het verkeer de volgende op de als bijlage bij dit vonnis gevoegde beslaglijst genoemde goederen: 3, 5, 12 en 17 tot en met 20;
- gelast de teruggave van het volgende op de als bijlage bij dit vonnis gevoegde beslaglijst genoemde goed aan de rechthebbende, [benadeelde] : 10.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Gerritse, voorzitter, mrs. C. van de Lustgraaf en P.M. Leijten, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.Z. Schoppink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 april 2019.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 27 februari 2018 in [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk 54 pakketten met daarin diverse (gouden en/of zilveren) sieraden, waaronder een horloge, en/of mobiele telefoons (van het merk Samsung, Apple en Huawei) en/of politiekleding en politieattributen en/of auto-/scooter onderdelen en/of brillen en/of beschermglazen (voor de Samsung S9Plus), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] te [woonplaats] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) en welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als koerier, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
art 322 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 27 februari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een (personen)auto (merk Audi, type S4, gekentekend (met een Roemeens kenteken) [kenteken] en/of gekentekend [kenteken] ) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het
(een) door diefstal, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Utrecht en/of te de Bilt en/of te Bilthoven, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen ter voorbereiding van het misdrijf van artikel 157 Wetboek van Strafrecht
namelijk: het opzettelijk een ontploffing teweeg brengen in een geldautomaat, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en/of het gebouw waarin die geldautomaat zich bevond en/of de goederen in dat gebouw, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was) opzettelijk (tezamen en in vereniging met (een) ander(en))
- één of meer gas/zuurstoffles(sen) en/of bijbehorende gasslang(en) en/of
- één of meer mengkra(a)n(en) en/of
- één of meer jerrycan(s) met benzine en/of
- één of meer breekijzer(s) en/of
- één of meer regenpakken en/of
- één of meer bivakmuts(en)
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
artikel 46 Wetboek van Strafrecht
art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 8 januari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
twee, althans één of meer wapen(s) als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II onder 2° van de Wet wapens en munitie, te weten
- een pistoolmitrailleur van het merk CZ, model M61 Skorpion, kaliber 7.65mm, voorzien van wapennummer [wapennummer] en/of bijbehorende munitie (36 stuks) (kaliber 7.65mm, merk S&B) van categorie III en/of
- een pistoolmitrailleur van het merk IMI, model Micro Uzi, kaliber 9mm Para (=9x19mm) en/of bijbehorende munitie (24 stuks) (kaliber 9x19mm, 9mm Luger, merken S&B en FNB) van categorie III

zijnde (beiden) (een) vuurwapen(s) in de zin van artikel 1 onder 3° van die wet, geschikt om automatisch te vuren,

en/of
een of meer vuurwapens van categorie III, te weten een revolver van het merk Smit&Wesson, model 36, kaliber .38 S&W SPL, en/of bijbehorende munitie (12 stuks) van categorie III (kaliber .38 Special, merk G.F.L.)
en/of
een wapen van categorie II, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een (scherf)handgranaat (van het type M75PR), zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing
en/of
87, althans een hoeveelheid, scherpe patronen, te weten
- 31 van het kaliber 7.65mm (.32Auto), merken CBC en Geco en/of
- 35 van het kaliber 9mm M (=9x18mm), merk S&B en/of
- 21 van het kaliber 9mm Luger (=9x19mm), merk S&B,

in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie III

voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 17 december 2018, genummerd 2018078998 (31MICRO18), opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 001 tot en met 1527. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 1] , p. 92.
3.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 1] , p. 93.
4.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 5] , p. 112.
5.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 8] , p. 124.
6.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 8] , p. 125.
7.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 132.
8.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 2] , p. 152.
9.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 9] , p. 170.
10.Proces-verbaal ter terechtzitting van 8 maart 2019.
11.Proces-verbaal camerabeelden Spyke Security, p. 162.
12.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 3] , p. 182.
13.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 4] , p. 202.
14.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 10] , p. 802.
15.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 3] , p. 225.
16.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 10] , p. 801.
17.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 10] , p. 802.
18.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 10] , p. 803.
19.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 11] , p. 1114.
20.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 11] , p. 1115.
21.Bijlage (uitgewerkt tapgesprek met sessienummer 388) bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 10] , p. 295.
22.Bijlage (uitgewerkt tapgesprek met sessienummer 67) bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 3] , p. 256.
23.Bijlage (uitwerking tapgesprek met sessienummer 1551) bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 3] , p. 259.
24.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 18] , p. 650.
25.Bijlage (uitgewerkt tapgesprek met sessienummer 2530) bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 3] , p. 269.
26.Bijlage (uitgewerkt tapgesprek met sessienummer 2537) bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 3] , p. 272.
27.Bijlage (uitgewerkt tapgesprek met sessienummer 4927) bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 3] , p. 282.
28.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 3] , p. 265.
29.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 3] , p. 267.
30.Bijlage (uitwerking tapgesprek met sessienummer 164) bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 10] , p. 338.
31.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 570.
32.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 5] , p. 754.
33.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 5] , p. 757.
34.Bijlage goederen bij proces-verbaal van aangifte door [aangever] , p. 128.
35.Proces-verbaal van aangifte door [aangever] , p. 126.
36.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] , p. 574.
37.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 12] , p. 520.
38.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 13] , p. 535.
39.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 4] , p. 657.
40.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 582.
41.Bijlage inbeslaggenomen goederen bij proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 584.
42.Bijlage inbeslaggenomen goederen bij proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 585.
43.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 4] , p. 663.
44.Bijlage inbeslaggenomen goederen bij proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 586.
45.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers van het forensisch dossier betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 16 augustus 2018, genummerd 2018057434 (Forensisch Dossier 31MICRO18), opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 001 tot en met 328. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
46.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 174 (van het forensisch dossier).
47.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 180 (van het forensisch dossier).
48.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 182 (van het forensisch dossier).
49.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 183 (van het forensisch dossier).
50.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 184 (van het forensisch dossier).
51.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 184 (van het forensisch dossier).
52.Een geschrift, te weten: NFI rapport ‘DNA-onderzoek naar aanleiding van het aantreffen van goederen in Utrecht op 20 maart 2018’, p, 325 (van het forensisch dossier).
53.Proces-verbaal aanvraag DNA-onderzoek sporen en benoeming DNA-deskundige, p. 1440.
54.Een geschrift, te weten: het NFI rapport ‘DNA-onderzoek naar aanleiding van een delict gepleegd in Utrecht op 20 maart 2018’, p. 1443.
55.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 4] , p. 660.
56.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 14] , p. 609.
57.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 6] , p. 842.
58.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 10] , p. 834.
59.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 6] , p. 839.
60.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 6] , p. 845.
61.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 6] , p. 847.
62.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 15] , p. 611.
63.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 552.
64.Bijlage “Legenda zoeking”, behorend bij proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 562.
65.Bijlage “Lijst van inbeslaggenomen goederen”, behorend bij proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 563.
66.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 6] , p. 832.
67.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 8] , p. 566.
68.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 8] , p. 765.
69.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 16] , p. 431.
70.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 17] , p. 437-438.
71.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 17] , p. 438.
72.Proces-verbaal ter terechtzitting van 8 maart 2019.
73.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 72 (van het forensisch dossier).
74.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 73 (van het forensisch dossier).
75.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 74 (van het forensisch dossier).
76.Proces-verbaal biologisch en dactylocopisch vooronderzoek, p. 84 (van het forensisch dossier).
77.Proces-verbaal biologisch en dactylocopisch vooronderzoek, p. 85 (van het forensisch dossier).
78.Proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor, p. 133 (van het forensisch dossier).
79.Proces-verbaal biologisch vooronderzoek, p. 89 (van het forensisch dossier).
80.Een geschrift, te weten: NFI rapport ‘DNA-onderzoek naar aanleiding van een overtreding van de Wet wapens en munitie in Utrecht op 20 maart 2018’, p, 160 (van het forensisch dossier).
81.Proces-verbaal biologisch vooronderzoek, p. 89 (van het forensisch dossier).
82.Proces-verbaal biologisch vooronderzoek, p. 90 (van het forensisch dossier).
83.Proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor, p. 140 (van het forensisch dossier).
84.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 7] , p. 92 (van het forensisch dossier).
85.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 7] , p. 93 (van het forensisch dossier).
86.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 7] , p. 94 (van het forensisch dossier).
87.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 7] , p. 95 (van het forensisch dossier).
88.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 7] , p. 96 (van het forensisch dossier).
89.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 7] , p. 97 (van het forensisch dossier).
90.Proces-verbaal aanvraag benoeming deskundige, p. 119 (van het forensisch dossier).
91.NFI Rapport ‘Explosievenonderzoek aan een vermeende handgranaat aangetroffen tijdens een huiszoeking in Utrecht op 20 maart 2018’, p. 173 (van het forensisch dossier).