4.3Het oordeel van de rechtbank
parketnummer 16/705498-18
Op 27 februari 2018 zijn er pakketten weggenomen uit een bestelbus van [benadeelde] . In het kader van het politieonderzoek is het telefoonverkeer van de verschillende verdachten onderzocht en hebben er doorzoekingen plaatsgevonden in de woningen aan de [adres] te [woonplaats] (woning van medeverdachte [medeverdachte 1] ), de [adres] te [woonplaats] (woning van verdachte) en de [adres] te [woonplaats] (woning van medeverdachte [medeverdachte 2] ) en de garageboxen aan de [adres] te [woonplaats] , de [adres] te [woonplaats] en de [adres] te [woonplaats] .
Wegnemen goederen [benadeelde]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft op 27 februari 2018 gesproken met een man genaamd [getuige 1] . [getuige 1] verklaarde Manager Operations te zijn bij het bedrijf [benadeelde] te [vestigingsplaats] . [getuige 1] verklaarde dat een medewerker van zijn bedrijf, genaamd [medeverdachte 1] , had gemeld dat hij zojuist was overvallen op de [adres] in [woonplaats] .[getuige 1] verklaarde dat er tijdens de overval een aantal procedures niet waren nageleefd door [medeverdachte 1] ,terwijl [medeverdachte 1] deze procedures wel had moeten weten.[getuige 1] heeft verder verklaard dat [medeverdachte 1] in de week van de overval voor het eerst zelfstandig reed.
Uit informatie van [benadeelde] bleek dat er in totaal 54 pakketten waren weggenomen. In de weggenomen pakketten zaten onder meer de onderstaande goederen:
veel verschillende sieraden en goud, zoals ringen en horloges;
veel verschillende mobiele telefoons van de merken Samsung, Huawei en Apple;
verschillende kledingstukken en attributen van de politie Nederland;
verschillende auto-onderdelen;
brillen;
panzerglazen voor de Samsung S9 plus.
Getuige [getuige 2] heeft op 2 maart 2018 verklaard dat hij afgelopen dinsdag (de rechtbank begrijpt: op 27 februari 2018) op de straat tussen de IKEA en de A12 in, die de [adres] (de rechtbank begrijpt: de [adres] ) blijkt te heten, zag dat er een busje stond. Pal achter het busje stond een personenauto. Hij zag drie mensen. Toen hij langs de bus en auto reed, stond er een klep open. Hij had het idee dat er spullen werden overgeladen. Hij had het idee dat er een dealtje plaatsvond. Hij zag geen gespannen sfeer.
Verbalisant [verbalisant 2] heeft op 28 februari 2018 gesproken met [getuige 3] , medewerker van het bedrijf [bedrijf 1] . Dit bedrijf rijdt met voertuigen rond die zijn voorzien van ANPR-camera’s. [getuige 3] zei dat hij op 27 februari 2018 omstreeks 08:35 uur met zijn ANPR-voertuig over de Aziëlaan te Utrecht reed en dat hij bij de kruising met de Columbusweg aan de linkerkant een Audi stil zag staan. [getuige 3] zei dat hij naast deze Audi een witte Mercedes Vito zag, die naast de Audi bleef staan. [getuige 3] zei dat de ANPR-camera foto’s heeft gemaakt, waarbij het kenteken van de Audi later een hit opleverde als zijnde een gestolen voertuig.
Het kenteken van de door de ANPR-camera waargenomen Audi betreft [kenteken] .
Onderzoek telecommunicatie
Verbalisant [verbalisant 3] heeft vastgesteld dat verdachte de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer] .Uit onderzoek kan worden vastgesteld dat verdachte ook de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer] .
Verbalisant [verbalisant 4] heeft vastgesteld dat [medeverdachte 2] de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer] .
Verbalisant [verbalisant 4] heeft vastgesteld dat [medeverdachte 1] de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer] .
Op de onder [medeverdachte 1] inbeslaggenomen telefoon is een groot aantal Whatsapp berichten aangetroffen. Het merendeel van deze gesprekken werd gevoerd met het telefoonnummer
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net. Achter dit nummer is het woord ‘ [woord] ’ weergegeven. Als uitgaand nummer was opgeslagen
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net. Achter dit nummer werden de letters “ [letters] ” weergegeven. De gesprekken werden gevoerd in zowel de Turkse als de Nederlandse taal. De Turkse taal is vertaald door een tolk.
25-12-2017 01:11 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Para lazim (vertaling: heb geld nodig)
25-12-2017 01:11 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Soyimmi seni (vertaling: zal ik je overvallen?)
25-12-2017 01:12 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
SOY (vertaling: JE MAG ME OVERVALLEN)
25-12-2017 01:14 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Wnr ga je solo rije amk
25-12-2017 01:14 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
Bilmem (vertaling: weet ik niet)
28-12-2017 11:41 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Audibende (vertaling: ik heb de Audi)
08-01-2018 00:03 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Een kk tas
08-01-2018 00:03 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
Waarom laat je zulke kkspullen achter
08-01-2018 00:03 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Pak em snel kk mogool
08-01-2018 00:28 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Koy schuur e (vertaling: Zet het in de schuur)
08-01-2018 00:28 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
Oke turk
15-02-2018 18:51 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Olm alleen die kk tas
15-02-2018 19:01 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
Ondan sonra pak je hem
15-02-2018 19:01 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
Langer hou ik hem niet
Gesprek: spraak
Datum: 27-02-2018 20:41:56
Beller: [telefoonnummer] – [medeverdachte 1]
Gebelde: [telefoonnummer] – NN-man [telefoonnummer]
[medeverdachte 1] vraagt ‘wat ben je aan het doen, neef’
NN-man: ‘Niks, man.. ik ben nog steeds hier..’
[medeverdachte 1] : ‘Wat zijn jullie aan het doen?’
NN-man: ‘We hebben alles gesplitst/apart gelegd..’
Gesprek: spraak
Datum: 28-02-2018 15:39:24
Beller: [telefoonnummer] – NN-man [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer] – [A]
NN-man zegt dat hij 40 stuks ‘schermglas’ heeft voor Samsung S9.
vraagt wat dat is, S9
NN-man zegt Samsung S9 Plus
: ‘Turk, waarom bel je mij?
NN-man: ‘Als ik het breng naar die man, zou die het kopen?’
: ‘Weet ik niet.. breng maar..’
Gesprek: spraak
Datum: 03-03-2018 22:49:57
Beller: [telefoonnummer] – NN-Man [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer] – [verdachte]
NN-man zegt dat het klaar is.
vraagt waar NN-man is.
NN-man zegt ‘daar.. ik ben klaar met het schoonmaken’.
vraagt of NN-man alles in plastic zakken heeft gedaan.
NN-man vraagt of hij de schoenen ook in zakken moet doen of dat het niet hoeft.
zegt dat NN-man die ook moet weggooien.
NN-man heeft al het vuil opgeruimd; uit eentje is heel wat uitgekomen.
vraagt wat er is uitgekomen.
NN-man: ‘Er is toch 1 grote doos.. met kleine doosjes er in..’
zegt dat er niks in zat en dat die doosjes leeg zijn.
zegt dat NN-man de lege dozen in een vuilniszak moet doen.
NN-man heeft een grote zak gepakt en alles daarin geleegd.
zegt dat NN-man alles netjes aan een kant moet leggen.
NN-man zegt dat alles gereed is; hij heeft al het vuilnis in een vuilniszak gedaan; de kleding heeft hij in 4 kartonnen dozen gedaan.
Aan de hand van de historische verkeersgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] is bevonden dat de gebruiker van telefoonnummer * [telefoonnummer] zich ten tijde van dit telefoongesprek bevond in een gebied tussen de Marco Pololaan , de Rooseveltlaan en de Azielaan te Utrecht. De Afrikalaan te Utrecht valt onder dit gebied.
Gesprek: SMS
Datum: 05-03-2018 23:35:34
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
[B] [LF]Zoek je nog box. vg[LF] [C]
Gesprek: SMS
Datum: 05-03-2018 23:45:15
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
Liefst zo snel mogelijk [C]
Gesprek: SMS
Datum: 10-03-2018 23:11:05
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
ok. Doe voorzichtig. Morgenmiddag ff contact. Of als je [E] belt die heeft van [D] (van mij)[LF] de sleutel van box [adres] [LF]Zelf ben ik maandag
Gesprek: spraak
Datum: 13-03-2018 15:17:05
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
: Een goede dag. Ik had je nummer gekregen van [F] , voor sleutels van uuh [adres] .
: Ik heb hem ja.
: Zou ik ze bij jou op kunnen halen?
: Is goed jongen.
Gesprek: spraak
Datum: 14-03-2018 20:47:46
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
: Wat mij betreft waar ben jij nu, dan ken je de sleutel krijgen hoor.
: Ik heb de sleutel al gepakt van [E] .
Gesprek: spraak
Datum: 19-03-2018 21:21:58
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
vraagt [telefoonnummer] om naar de Albert Heijn te vliegen en vuilniszakken te halen.
zegt is goed; hij moet ook ammoniak halen, ‘normale, van Albert Heijn’.
Doorzoeking garagebox [adres]
Op 20 maart 2018 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] . Tijdens de doorzoeking zijn een personenauto van het merk Audi, type S4 Avant, voorzien van het Roemeense kenteken [kenteken] , en een zwart regenpak aangetroffen en inbeslaggenomen.
Verbalisant [verbalisant 5] heeft de inbeslaggenomen Audi S4 onderzocht. Hij zag dat het kenteken
[kenteken] op de voorruit stond geschreven. Uit het kentekenregister van de Rijksdienst voor het Wegverkeer bleek dat het chassisnummer dat hij onder de motorkap aantrof overeenkwam met het kenteken onder de voorruit.
Verbalisant [verbalisant 5] heeft de beelden die door de ANPR-camera van de Audi met kenteken [kenteken] zijn genomen, samen met een specialist van het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit, vergeleken met de inbeslaggenomen Audi. Hij verklaart dat dat gelet op zijn eigen waarnemingen en die van de specialist kan worden gezegd dat de Audi op de beelden dezelfde kleur heeft en van hetzelfde merk en type is als de inbeslaggenomen Audi.
Aangever [aangever] heeft verklaard dat zijn auto, een Audi S4, met kenteken [kenteken], tussen woensdag 20 december 2017 en donderdag 21 december 2017 door (een) onbekende(n) is weggenomen van de [adres] te [woonplaats] .
Getuige [getuige 4] heeft verklaard dat hij de eigenaar is van de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] . Half maart 2018 kwam hij in contact met ene [B] , wiens telefoonnummer [telefoonnummer] is. [B] wilde de box graag hebben.
Doorzoeking woning [adres]
Op 20 maart 2018 vond er een doorzoeking plaats in de woning van verdachte aan de [adres] te [woonplaats] . Achter een luik in verdachtes’ slaapkamer werd een bivakmuts en een plastic verzendzak met daarin vermoedelijk nog twee bivakmutsen aangetroffen. In een prullenbak in de slaapkamer werd een verscheurde overeenkomst van een garagebox aangetroffen. Voor zover zichtbaar stond hierop:
Gegevens huurder: [medeverdachte 2]
Telefoon: [telefoonnummer]
Gegevens garagebox: adres [adres] [woonplaats] .
Volgens het huurcontract was de box verhuurd met ingang van 1 februari 2018.De handtekening op het huurcontract vertoonde sterke gelijkenissen met de handtekening van medeverdachte [medeverdachte 2] ten tijde van zijn verhoor op 3 april 2018.
Doorzoeking garagebox [adres]
Op 20 maart 2018 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] .Tijdens de doorzoeking zijn onder meer de volgende goederen inbeslaggenomen:
3 3 grote vuilniszakken met verpakkingsmateriaal;
3 4 jerrycans met benzine;
3 10 beschermglaasjes voor Samsung S;
3 7 politie polo’s;
3 5 politiebroeken;
4 4 paar schoenen;
4 zak met pakbonnen en labels van dozen;
4 2 brillen;
4 1 gouden ring;
4 7 diverse onderdelen voor scooter;
4 hoedenplank behorende bij Audi [kenteken] ;
4 1 verpakking met 3 zilveren kettingen (goednummer E.1.2.9.9.9.2);
4 1 verpakking met 3 zilveren armbanden;
2 2 zuurstofflessen;
2 3 mengkranen;
2 2 breekijzers;
2 2 gasslangen;
2 5 acetyleen tanks;
2 2 flesjes ammoniak (van het merk Albert Heijn).
Op 20 maart 2018 is er een forensisch onderzoeknaar sporen verricht in de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] .Verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] zagen in de garagebox drie jerrycans met hierin een voor hen onbekende vloeistof. Uit een meting met een gasconcentratiemeter werd een indicatie verkregen voor de aanwezigheid van een mogelijk ontbrandbare vloeistof. Verbalisant [verbalisant 7] rook tijdens dit onderzoek een sterke benzinelucht. Boven op de stapel met jerrycans zagen de verbalisanten een voorwerp gelijkend op een zaklamp. Zij herkenden dit voorwerp als een taser. Zij zagen dat aan de voorzijde van de taser een witte kabel was bevestigd. Zij herkenden de combinatie van een taser met een dergelijke kabel als een ontstekingsmechanisme zoals gebruikt bij ram- en plofkraken.Verbalisanten zagen tevens een gasfles met opdruk “zuurstof” en een gasfles met opdruk “acetyleen” staan. Zij zagen dat deze flessen omwonden waren met grijskleurige tape. Op de kraan van de acetyleenfles zagen zij een gaskraansleutel. Zij zagen dat de flessen waren voorzien van drukregelaars en kabels. Zij zagen dat aan het einde van de kabels een lasbrander was bevestigd. Links achterin de hoek van de garage zagen de verbalisanten twee gasflessen staan en zagen zij kabels, drukregelaars en een lasbrander liggen. Rechts achterin de hoek van de garage zagen zij drie gasflessen staan. Tevens zagen zijtwee voorwerpen gelijkend op een zaklamp, welke zij herkenden als tasers. Zij zagen dat aan de voorzijde van één van de vermoedelijke tasers een witte kabel was bevestigd. De voorzijde van deze lamp was met zwarte tape omwonden. Op de vloer tegen de rechter zijwand zagen zij een jerrycan staan. Zij zagen dat de inhoud van de jerrycan gelijkend was aan de drie andere jerrycans. Rechts naast deze jerrycan zagen zij twee kentekenplaten op de vloer liggen. Verbalisanten zagen in de hoek rechts naast de garagedeur twee metalen buizen. Zij herkenden deze buizen als buizen die als lans worden gebruikt bij ram- en plofkraken.
Sporendragers:
peuk (SIN AALM1998NL);
peuk (SIN AALM1986NL);
kentekenplaatmet serienummer [kenteken] ;
kentekenplaat met serienummer [kenteken] .
Nike jas met SIN AALM1835NL.
Uit DNA onderzoek door het NFI is gebleken dat het DNA met SIN nummers AALM1986NL#01 en AALM1998NL#01 afkomstig kan zijn van verdachte. De matchkans is kleiner dan één op één miljard.
Op de binnenzijde van de jas met SIN AALM1835NL is een biologisch spoor met
SIN AALT4937NL veilig gesteld.Uit DNA-onderzoek door het NFI is gebleken dat het celmateriaal met SIN AALT4937NL#01 afkomstig kan zijn van medeverdachte [medeverdachte 2] . De matchkans is kleiner dan één op één miljard.
Bij de doorzoeking van de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] bleek dat de goederen waren gescheiden van het verpakkingsmateriaal.
Na een inventarisatie aan de hand van de pakbonnen en bestellijsten bleek dat de in de garagebox aangetroffen politiekleding afkomstig was uit de bestelauto van de koerier van [benadeelde] .
In één van de gevonden vuilniszakken zaten 234 sieradendoosjes. Deze doosjes waren allemaal leeg.
De 7 diverse onderdelen voor scooter zaten in een kartonnen verpakking met stickers waarop diverse gegevens vermeld staan. Op één van de stickers stond onder meer vermeld:
- [benadeelde]
- pakketnr. 3923648101
- naam geadresseerde: [G] .
Op de door [benadeelde] aangeleverde lijst met weggenomen goederen stond vermeld dat onder meer was weggenomen: ‘pakketnr. 3923648101, auto-onderdelen twv 130 euro, geadresseerde [G] ’.
De 2 aangetroffen brillen zijn aan de heer [H] , medewerker van [benadeelde] getoond. De heer [H] heeft bij de opdrachtgever van [benadeelde] , [winkel 1] , navraag gedaan of deze brillen van haar afkomstig waren. Mevrouw [I] van [winkel 1] heeft dit bevestigd.
Verbalisant [verbalisant 8] zag dat de aangetroffen beschermglaasjes allemaal Samsung Galaxy S9 betroffen. Zij zag dat alle 10 de hoesjes in een verpakking zaten van het merk Panzer Glass. Op de door [benadeelde] aangeleverde lijst met weggenomen goederen stond vermeld dat onder meer was weggenomen: ‘60 panzerGlass Samsung Galaxy S9 Plus – Black twv 912 euro’.
Verbalisant [verbalisant 8] heeft aan de heer [H] , medewerker van [benadeelde] , een aantal sieraden getoond, waaronder de zilveren kettingen met goednummer E.1.2.9.9.9.2., welke zijn aangetroffen door de politie bij de doorzoeking aan de [adres] te [woonplaats] . De heer [H] heeft bij de opdrachtgever van [benadeelde] , [winkel 2] B.V., navraag gedaan of deze sieraden van haar afkomstig zijn. [winkel 2] B.V. heeft dit bevestigd.
Op 5 maart 2018 heeft medeverdachte [medeverdachte 1] 120,00 euro overgemaakt als betaling voor de huur van de garagebox aan de [adres] .
Doorzoeking woning [adres]
Op dinsdag 20 maart 2018 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . Op dit adres staat onder andere medeverdachte [medeverdachte 2] in het bevolkingsregister ingeschreven.Op het bureau in de slaapkamer van [medeverdachte 2]werd een horloge (C.01.01.002) aangetroffen.
Het horloge met goednummer C.01.01.002 betreft een zwart met zilver Casio G-shock horloge. Verbalisant [verbalisant 8] heeft dit horloge getoond aan de heer [H] , medewerker van [benadeelde] . De heer [H] heeft bij de opdrachtgever van [benadeelde] , [winkel 3] , navraag gedaan of dit horloge van haar afkomstig was. [winkel 3] heeft dit bevestigd.
Aan de binnenkant van de slaapkamerdeur van medeverdachte [medeverdachte 2] werd een regenjas aangetroffen. In de slaapkamer lag daarnaast een autosleutel van een Renault Twingo, voorzien van kenteken [kenteken] . Deze auto stond voor de woning aan de [adres] . Onder de bestuurdersstoel werd een in elkaar gevouwen zwarte handschoen gevonden. In die handschoen zat een Audi sleutel.
Op 21 maart 2018 is er onderzoek gedaan naar de in de Renault Twingo aangetroffen Audi autosleutel. De Audi sleutel werd geprobeerd op de in de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] aangetroffen Audi met Roemeens kenteken [kenteken] . Bij het indrukken van de knoppen op de Audi sleutel begon de alarmverlichting van de Audi te knipperen.
Doorzoeking woning [adres]
Op 20 maart 2018 vond er een doorzoeking plaats in de woning aan de [adres] in [woonplaats] . In de kelderbox werden onder meer de volgende goederen aangetroffen:
een Uzi vuurwapen, inclusief geluiddemper en patroonhouder;
een Scorpio vuurwapen, inclusief twee patroonhouders;
een revolver, inclusief patronen;
diverse patronen;
een granaat.
Deze goederen werden aangetroffen in een donkerblauwe rugzak.De goederen waren afzonderlijk in huishoudfolie, vuilniszak of in een plastic tas verpakt.
De volgende op de [adres] te [woonplaats] aangetroffen goederen zijn veiliggesteld voor nader onderzoek:,
SIN AALN5502NL: 2 tijdvertragers;
SIN AAKR2902NL: munitie (patronen);
SIN AAKR2901NL: vuurwapen (revolver met munitie);
SIN AAKR2904NL: vuurwapen (pistoolmitrailleur met munitie);
SIN AAKR2900NL: vuurwapen (pistoolmitrailleur met munitie)
De 2 tijdvertragers met SIN AALN5502NL waren verpakt in een plastic zak.Op de buitenzijde van deze vuilniszak is een dactyloscopisch spoor met SIN AAJU3657NL veiliggesteld.Een vergelijkend onderzoek met de vingerafdruk met SIN AAJU3657NL heeft geleid tot individualisatie van het spoor op verdachte.
Op de buitenzijde van het wapen met SIN AAKR2900NL is een biologisch spoor met SIN AAJY7914NL aangetroffen.Uit DNA onderzoek door het NFI is gebleken dat het DNA met SIN AAJY7914NL#01 afkomstig kan zijn van verdachte. De matchkans is kleiner dan één op één miljard.
De pistoolmitrailleur met SIN AAKR2904NL was verpakt in een sporttas. In de sporttas zat ook een vuilniszak.Op deze vuilniszak is een vingerafdruk met SIN AALL9512NL aangetroffen.Een vergelijkend onderzoek met de vingerafdruk met SIN AALL9512NL heeft geleid tot individualisatie van het spoor op verdachte.
Verbalisant [verbalisant 22] heeft een nader onderzoek aan voornoemde goederen ingesteld.
1. SIN AAKR2902NL: 87 scherpe patronen van categorie III:
a. 31 scherpe patronen, kaliber 7.65 mm (.32 Auto), merken CBC en Geco;
b. 35 scherpe patronen, kaliber 9mm M (=9x18mm), merk S&B;
c. 21 scherpe patronen, kaliber 9mm Luger (=9x19mm), merk S&B;
2. SIN AAKR2901NL: vuurwapen (revolver) van categorie III, merk Smith & Wesson, model 36, kaliber .38 S&W SPL;
3. SIN AAKR2901NL: 12 scherpe patronen van categorie III, kaliber .38 Special, merk G.F.L., bestemd of geschikt om een projectiel door middel van het onder 2 omschreven vuurwapen af te schieten;
4. SIN AAKR2904NL: vuurwapen (pistoolmitrailleur) van categorie II sub 2, merk CZ, model M61 Skorpion, kaliber 7.65mm, voorzien van het wapennummer [wapennummer] . Dit vuurwapen bleek geschikt te zijn om zowel semi- als volautomatisch te kunnen vuren en is derhalve een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van de Wet Wapens en Munitie;
5. SIN AAKR2904NL: 36 scherpe patronen van categorie III, kaliber 7.65mm, merk S&B, afkomstig uit de patroonmagazijnen van het onder 4 omschreven vuurwapen;
6. SIN AAKR2900NL: vuurwapen (pistoolmitrailleur) van categorie II sub 2, merk IMI, model Micro Uzi, kaliber 9mm Para (=9x19mm). Dit vuurwapen bleek geschikt te zijn om zowel semi- als volautomatisch te kunnen vuren en is derhalve een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van de Wet Wapens en Munitie;
7. SIN AAKR2900NL: 24 scherpe patronen van categorie III, kaliber 9x19mm (9mm Luger), merken S&B en FNB, waarvan 21 afkomstig waren uit het patroonmagazijn van het onder 6 omschreven vuurwapen.
De op de [adres] te [woonplaats] aangetroffen handgranaat (SIN AAKR2898NL) is veiliggesteld.Op grond van de onderzoeksresultaten wordt geconcludeerd dat deze handgranaat een complete scherfhandgranaat van het type M75P3 betreft. Gezien de opbouw, werking en verwachte uitwerking zijn handgranaten van dit type aan te merken als ‘een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door middel van ontploffing’ zoals vermeld in de Wet wapens en munitie, artikel 2, lid 1, categorie II, sub 7.
Doorzoeking garagebox [adres]
Op 30 april 2018 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in een garagebox gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . Tijdens de doorzoeking zijn onder meer de volgende goederen inbeslaggenomen:
- 2 jerrycans;
- 1 breekijzer;
- 1 bos elektriciteitsdraad;
- 1 bivakmuts.
Uit de administratie van Makelaarskantoor drs. [makelaarskantoor] B.V., de verhuurder van de garagebox, blijkt dat de huurder van de garagebox [verdachte] is en dat hij vanaf 26 mei 2017 de sleutels van deze garagebox in zijn bezit had. In totaal heeft er vijf keer een betaling plaatsgevonden voor deze garagebox. Deze betalingen zijn door drie verschillende rekeninghouders gedaan, waaronder [verdachte] en [medeverdachte 2] .
Verbalisant [verbalisant 23] , operationeel expert en deskundige explosies & explosieven, is verzocht om een fotomap te analyseren van mogelijk plofkraak gerelateerde goederen welke waren aangetroffen bij diverse doorzoekingen. Zijn bevindingen zijn:
- acetyleen: het belangrijkste gas dat bij plofkraken wordt gebruikt;
- M75 handgranaat: de twee onderdelen van een M75 handgranaat (de springstof en de ontsteker) zijn beide te gebruiken als lading en/of ontsteking van een geïmproviseerd explosief om een plofkraak te kunnen plegen;
- regenpak: zeer vaak waargenomen bij uitvoerders van plofkraken;
- Audi S4: worden vaak gebruikt als vervoermiddel voor het plegen van plofkraken;
- jerrycans, kennelijk gevuld met benzine: plegers van plofkraken nemen in hun vervoermiddel jerrycans mee om onderweg snel te kunnen tanken;
- breekijzer: onder andere bedoeld om een geldautomaat te deformeren zodat er een explosief gasmengsel in de geldautomaat gebracht kan worden;
- drukregelaars met reduceerventiel: regelen en bepalen de hoeveelheid gas die vanuit de gascilinder door de gasslangen loopt;
- zuurstof: de toevoeging van zuurstof aan acetyleengas zal de explosie verhevigen en krachtiger maken;
- ontstekingsmechanisme, bestaande uit een oplaadbare taser, oplaadstekker en elektradraad: deze draad zal in het explosieve gasmengsel worden geplaatst. Na inschakeling van de taser zal er stroom gaan lopen via de uiteinden van de taser door het elektradraad. Omdat de kernen van de elektradraden aan het uiteinde open liggen, zal er een sluiting ontstaan. Deze sluiting genereert een vonkwerking, welke voldoende energie geeft om het explosieve gasmengsel te doen ontploffen.
- bivakmuts: gelaatsbedekkingen worden vaak gebruikt door plofkrakers.
Gezien de combinatie van alle in het proces-verbaal beschreven goederen en de omstandigheden waaronder zij zijn aangetroffen, is het volgens de verbalisant zeer aannemelijk dat deze goederen worden gebruikt voor het plegen van een plofkraak. De verbalisant is geen andere toepassing bekend waarin de combinatie van deze goederen wordt gebruikt.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
feit 1
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende vast.
In december 2017 hebben verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] een WhatsApp conversatie gevoerd, waarin [medeverdachte 1] heeft ingestemd met het voorstel van verdachte om hem te overvallen. Verdachte heeft aan [medeverdachte 1] gevraagd wanneer hij ‘solo’ zou gaan rijden en - enkele dagen later - gemeld dat hij ‘de Audi’ had.
Op 27 februari 2018, in de eerste week waarin medeverdachte [medeverdachte 1] als koerier voor [benadeelde] alleen reed, zijn er diverse pakketten van [benadeelde] vanuit de bus van [medeverdachte 1] weggenomen door twee mannen die in een Audi reden met het kenteken [kenteken] . Voorafgaand aan en tijdens deze ‘overval’ heeft [medeverdachte 1] de veiligheidsprotocollen van [benadeelde] - waarvoor hij kort daarvoor succesvol examen had afgelegd - niet nageleefd.
Een soortgelijke Audi met het chassisnummer behorende bij kenteken [kenteken] is aangetroffen in een garagebox aan de [adres] . De rechtbank leidt hieruit af dat de inbeslaggenomen Audi op 27 februari 2018 is gebruikt om goederen vanuit de bus van medeverdachte [medeverdachte 1] weg te nemen. Het contact over de huur van deze garagebox is via het telefoonnummer van verdachte gegaan. De sleutel behorende bij de aangetroffen Audi is gevonden in een Renault Twingo voor de woning van medeverdachte [medeverdachte 2] , van welke Renault medeverdachte [medeverdachte 2] ook de sleutel in zijn slaapkamer had. De hoedenplank van de Audi [kenteken] alsmede de kentekenplaten [kenteken] lagen in de garagebox aan de [adres] .
In de garagebox aan de [adres] lagen ook een aantal goederen uit de op 27 februari 2018 weggenomen pakketten en verpakkingsmateriaal van [benadeelde] . De (verscheurde) huurovereenkomst van deze garagebox is aangetroffen in de kamer van verdachte. Op deze overeenkomst stonden bij ‘gegevens huurder’ zowel gegevens van verdachte als medeverdachte [medeverdachte 2] , de overeenkomst is ondertekend door medeverdachte [medeverdachte 2] en bijgevoegd is een kopie van zijn rijbewijs. Ook zijn in deze garagebox sigaretten aangetroffen waarop het DNA van verdachte zat. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte beschikking had over deze garagebox.
Tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] heeft op 27 februari 2018, kort na het wegnemen van de pakketten bij [benadeelde] , een WhatsApp gesprek plaatsgevonden over het ‘splitsen van spullen’. In de garagebox aan de [adres] zijn de weggenomen goederen van [benadeelde] aangetroffen. Deze goederen waren uit de pakketten gehaald en waren van het verpakkingsmateriaal gescheiden. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte vrijwel direct na de ‘overval’ over de weggenomen goederen van [benadeelde] beschikte en daarover met [medeverdachte 1] heeft gecommuniceerd. Dit blijkt ook uit het feit dat bij de ‘overval’ op 27 februari 2018 in totaal 60 beschermglazen voor een Samsung S9 zijn weggenomen en dat verdachte één dag later, op 28 februari 2018, probeert om 40 beschermglazen voor een Samsung S9 te verkopen. Op 3 maart 2018 hebben verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] verder een telefoongesprek waarin zij spreken over schoonmaken en het stoppen van lege dozen in vuilniszakken waarbij uit een doos heel wat vuilnis kwam omdat het allemaal lege ‘kleine doosjes’ betrof. Dit laatste komt weer overeen met de in de garagebox aangetroffen vuilniszak met verpakkingsmateriaal, waarin onder andere 234 lege sieradendoosjes zaten, welk verpakkingsmateriaal afkomstig was van de pakketten die op 27 februari 2018 in de bus van [medeverdachte 1] werden vervoerd en zijn weggenomen. Een uit de bus op 27 februari 2018 weggenomen Casio horloge is tot slot aangetroffen in de slaapkamer van medeverdachte [medeverdachte 2] .
Hoewel uit het dossier niet kan worden afgeleid dat verdachte bij het wegnemen van de goederen op 27 februari 2018 aanwezig is geweest, is de rechtbank van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, kan worden geconcludeerd dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] , welke samenwerking was gericht op de verduistering van de goederen. Verdachte was immers betrokken bij het maken van het plan, het regelen van een voertuig (de Audi), het regelen van garageboxen om de Audi en de weggenomen goederen van [benadeelde] in te bewaren en het verkopen van de weggenomen goederen. De rechtbank acht, gelet op het voorgaande, de verklaring van verdachte dat hij geen wetenschap had van de garageboxen en dat zijn DNA daar alleen toevallig in terecht kan zijn gekomen, niet aannemelijk. Ook de verklaring van verdachte dat zijn telefoonabonnement misschien tijdelijk door iemand anders is gebruikt, wordt niet aannemelijk geacht.
feit 2
De rechtbank is, gelet op het feit dat de gestolen Audi - met valse kentekenplaten - in een door verdachte gehuurde garagebox is aangetroffen, terwijl de originele kentekenplaten en de hoedenplank van deze Audi in een andere garagebox, waarvan een huurovereenkomst in de slaapkamer van verdachte is aangetroffen, van oordeel dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Nu een sleutel van de Audi bij medeverdachte [medeverdachte 2] is aangetroffen, die ook de huurder was van de garagebox waarin de originele kentekenplaten en de hoedenplank van de Audi zijn aangetroffen, is de rechtbank van oordeel dat zij samen beschikking hadden over de auto, zodat sprake is van medeplegen.
feit 3
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat verdachte betrokkenheid heeft gehad bij de garageboxen aan de [adres] en de [adres] , waar de in de tenlastelegging genoemde goederen zijn aangetroffen. Dat verdachte geen wetenschap had van deze garageboxen en de daarin aangetroffen goederen acht de rechtbank, zoals hiervoor is overwogen, gelet op de inhoud van het dossier niet aannemelijk. Gelet op de aard en onderlinge samenhang van deze goederen en de wijze waarop deze goederen aan elkaar bevestigd waren, is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat deze goederen bestemd waren voor het plegen van een plofkraak in een geldautomaat. Mede gelet op het feit dat verdachte hierover geen verklaring heeft willen afleggen, terwijl dit een situatie betreft die naar het oordeel van de rechtbank schreeuwt om een verklaring, is de rechtbank van oordeel dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
feit 4
Op grond van de zich in het dossier bevindende gesprekken tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] over de in de kelderbox van medeverdachte [medeverdachte 1] aangetroffen tas en het feit dat er DNA van verdachte op de zich in deze tas bevindende goederen is aangetroffen, kan het tenlastegelegde naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend worden bewezen.
parketnummer 16/659282-17
[slachtoffer] heeft verklaard dat hij op 17 oktober 2016 omstreeks 00:00 uur een groene familieauto met een kenteken beginnend met [nummer] vanaf de Taagdreef richting de Ebrodreef (de rechtbank begrijpt: te Utrecht) zag rijden. Toen hij de auto passeerde, zag hij dat er voorin twee jongens zaten en achterin drie jongens. Hij herkende de bijrijder als de jongen van de foto op de Facebookpagina van [naam] . Hij zag vervolgens dat de bijrijder zijn hand uit het raam stak en hij hoorde vijf à zes knallen. Hij zag hierbij meerdere rode vonken van de bijrijderskant afkomen. Hierdoor dacht hij dat er op hem werd geschoten. Door het voorval voelt hij zich erg bedreigd. Hij dacht dat er daadwerkelijk op hem werd geschoten en dat hij wellicht doodgeschoten zou worden.
Verbalisant [verbalisant 9] is op 17 oktober 2016 omstreeks 00:10 uur richting de Taagdreef te Utrecht gereden. Ter plaatse werd hij aangesproken door een jongen die later [J] bleek te zijn genaamd. Hij hoorde dat [J] zei dat er zojuist was geschoten en dat hier een huls op de grond lag. De verbalisant zag dat tegen de rand van het trottoir een zilverkleurige huls op de grond lag. Hij herkende deze huls als zijnde een 9 mm knalpatroon.[J] vertelde dat hij zag en hoorde dat er vanuit een Renault Scenic werd geschoten.
Op de kruising Taagdreef / Camera Obscuradreef is een kogelhuls aangetroffen. Verderop in de straat werden nog drie hulzen aangetroffen. In totaal waren er 4 hulzen aangetroffen.
De 4 knalpatronen/hulzen zijn veiliggesteld. Door een duidelijk aanwezige ‘indent’ in de slaghoedjes, aan de onderzijde van deze patronen, evenals de opengescheurde groene plastic afdekkapjes aan de bovenzijde van deze patronen, kon worden vastgesteld dat deze knalpatronen waren afgevuurd.
Verbalisant [verbalisant 10] zag op 17 oktober 2016 omstreeks 00:50 uur op de [adres] te [woonplaats] een personenauto staan van het merk Renault, type Scenic, voorzien van het kenteken [kenteken] . Hij heeft zijn hand op de motorkap gelegd en voelde dat deze nog warm aanvoelde.
Verdachte heeft verklaard dat de Facebookpagina van [naam] zijn Facebookpagina is en dat hij de avond van 16 oktober 2016 met vier andere jongens in de Renault met kenteken [kenteken] heeft gereden.
De handen van verdachte zijn op 17 oktober 2016 bemonsterd op schotresten.Op de stubs van de onderzoeksset schiethanden [AAIQ4615NL] waarmee de handen van verdachte zijn bemonsterd, zijn 34 categorie A deeltjes aangetroffen. Met het aantreffen van categorie A deeltjes wordt een vrijwel zekere relatie aangetoond met een schietproces.
De buiten- en binnenzijde van de Renault met kenteken [kenteken] zijn bemonsterd op schotresten.Op de stubs waarmee delen van de auto zijn bemonsterd, zijn categorie A en categorie B deeltjes aangetroffen. Van de categorie A deeltjes zijn geen andere bronnen van herkomst bekend dan een schietproces.De bevindingen van het onderzoek naar de aanwezigheid van schotresten op de onderzoeksset schiethanden [AAIQ4692NL] waarmee delen van de auto zijn bemonsterd, zijn zeer veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
Hypothese 1: Op de bemonsteringen van de auto zijn schotresten aanwezig.
Hypothese 2: Op de bemonsteringen van de auto zijn géén schotresten aanwezig.
Gelet op de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat het verdachte is geweest die de knalpatronen heeft afgeschoten. De rechtbank acht, gelet op het tijdsverloop tussen de zomervakantie en de datum van het tenlastegelegde, niet aannemelijk dat de schotresten op de handen van verdachte zijn ontstaan gedurende de zomervakantie, zoals verdachte stelt. Daarbij komt dat in de auto waarmee verdachte die avond reed, ook schotresten zijn aangetroffen. Verdachte heeft daarvoor geen verklaring gegeven. De rechtbank acht, gelet op het voorgaande, de verklaring van verdachte dat hij de bewuste avond alleen maar rondjes heeft gereden door de wijk ook niet aannemelijk.