ECLI:NL:RBMNE:2019:1393

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 april 2019
Publicatiedatum
5 april 2019
Zaaknummer
16/705498-18 en 16/659282-17 (ter terechtzitting gevoegd) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering en voorbereiding plofkraak door drie mannen in Utrecht

Op 5 april 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie mannen die betrokken waren bij de verduistering van tientallen pakketten, waaronder goud, sieraden en politiekleding, en de voorbereiding van een plofkraak. De hoofdverdachte, een 21-jarige man, werd veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De andere twee verdachten, beide 19 jaar oud, kregen gevangenisstraffen van respectievelijk 18 en 15 maanden, waarvan een deel voorwaardelijk. De rechtbank oordeelde dat de verdachten zich schuldig hadden gemaakt aan het in scène zetten van een overval op een koerier in Utrecht op 27 februari 2018. Tijdens deze overval werden 54 pakketten uit de bestelbus van de koerier gestolen. De rechtbank vond het van groot belang dat de verdachten ook in het bezit waren van goederen die bestemd waren voor het plegen van een plofkraak, wat een ernstige bedreiging voor de veiligheid van de samenleving met zich meebracht. De rechtbank legde zware straffen op, gezien de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers en de maatschappij.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummers: 16/705498-18 en 16/659282-17 (ter terechtzitting gevoegd) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 5 april 2019
in de strafzaak tegen:
[verdachte] ,
geboren op [1997] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats] ,
thans gedetineerd te Justitieel Complex Zaanstad.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 5 juni 2018, 24 augustus 2018, 19 oktober 2018, 11 januari 2019,
8 maart 2019 en 12 maart 2019. Het onderzoek is gesloten op 22 maart 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie, mr. H. Leepel, en van hetgeen verdachte en mr. B.H.J. van Rhijn, advocaat te Doorn, alsmede hetgeen de benadeelde partij, [slachtoffer] , bijgestaan door mr. M.J. Hoogendoorn, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 16/705498-18
zich op 27 februari 2018 te Utrecht samen met (een) ander(en) schuldig heeft gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking (primair), danwel opzetheling (subsidiair) van goederen toebehorend aan [benadeelde] ;
zich in de periode van 27 februari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Utrecht samen met (een) ander(en) schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van een Audi S4;

3. zich in de periode van 1 januari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Utrecht, de Bilt en Bilthoven samen met (een) ander(en) schuldig heeft gemaakt aan het verrichten van voorbereidingshandelingen ten behoeve van het teweegbrengen van een ontploffing in een geldautomaat;

4. zich in de periode van 8 januari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Utrecht samen met (een) ander(en) schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van (vuur)wapens en munitie.

parketnummer 16/659282-17
zich op 17 oktober 2016 te Utrecht schuldig heeft gemaakt aan bedreiging van
[slachtoffer] .

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen, met uitzondering van het onder parketnummer 16/705498-18 onder feit 1 primair tenlastegelegde.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit verdachte vrij te spreken van alle tenlastegelegde feiten, nu de betrokkenheid van verdachte bij de tenlastegelegde feiten op grond van het dossier onvoldoende vast is komen te staan en verdachte daarnaast logische verklaringen heeft gegeven voor de belastende onderdelen in het dossier.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
parketnummer 16/705498-18
Inleiding
Op 27 februari 2018 zijn er pakketten weggenomen uit een bestelbus van [benadeelde] . In het kader van het politieonderzoek is het telefoonverkeer van de verschillende verdachten onderzocht en hebben er doorzoekingen plaatsgevonden in de woningen aan de [adres] te [woonplaats] (woning van medeverdachte [medeverdachte 1] ), de [adres] te [woonplaats] (woning van verdachte) en de [adres] te [woonplaats] (woning van medeverdachte [medeverdachte 2] ) en de garageboxen aan de [adres] te [woonplaats] , de [adres] te [woonplaats] en de [adres] te [woonplaats] .
Bewijsmiddelen
Wegnemen goederen [benadeelde] [1]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft op 27 februari 2018 gesproken met een man genaamd [getuige 1] . [getuige 1] verklaarde Manager Operations te zijn bij het bedrijf [benadeelde] te [vestigingsplaats] . [getuige 1] verklaarde dat een medewerker van zijn bedrijf, genaamd [medeverdachte 1] , had gemeld dat hij zojuist was overvallen op de [adres] in [woonplaats] . [2] [getuige 1] verklaarde dat er tijdens de overval een aantal procedures niet waren nageleefd door [medeverdachte 1] , [3] terwijl [medeverdachte 1] deze procedures wel had moeten weten. [4] [getuige 1] heeft verder verklaard dat [medeverdachte 1] in de week van de overval voor het eerst zelfstandig reed. [5]
Uit informatie van [benadeelde] bleek dat er in totaal 54 pakketten waren weggenomen. In de weggenomen pakketten zaten onder meer de onderstaande goederen:
 veel verschillende sieraden en goud, zoals ringen en horloges;
 veel verschillende mobiele telefoons van de merken Samsung, Huawei en Apple; [6]
 verschillende kledingstukken en attributen van de politie Nederland;
 verschillende auto-onderdelen;
 brillen;
 panzerglazen voor de Samsung S9 plus. [7]
Getuige [getuige 2] heeft op 2 maart 2018 verklaard dat hij afgelopen dinsdag (de rechtbank begrijpt: op 27 februari 2018) op de straat tussen de IKEA en de A12 in, die de [adres] (de rechtbank begrijpt: de [adres] ) blijkt te heten, zag dat er een busje stond. Pal achter het busje stond een personenauto. Hij zag drie mensen. Toen hij langs de bus en auto reed, stond er een klep open. Hij had het idee dat er spullen werden overgeladen. Hij had het idee dat er een dealtje plaatsvond. Hij zag geen gespannen sfeer. [8]
Verbalisant [verbalisant 2] heeft op 28 februari 2018 gesproken met [getuige 3] , medewerker van het bedrijf [bedrijf 1] . Dit bedrijf rijdt met voertuigen rond die zijn voorzien van ANPR-camera’s. [getuige 3] zei dat hij op 27 februari 2018 omstreeks 08:35 uur met zijn ANPR-voertuig over de Aziëlaan te Utrecht reed en dat hij bij de kruising met de Columbusweg aan de linkerkant een Audi stil zag staan. [getuige 3] zei dat hij naast deze Audi een witte Mercedes Vito zag, die naast de Audi bleef staan. [getuige 3] zei dat de ANPR-camera foto’s heeft gemaakt, waarbij het kenteken van de Audi later een hit opleverde als zijnde een gestolen voertuig. [9]
Het kenteken van de door de ANPR-camera waargenomen Audi betreft [kenteken] . [10]
Onderzoek telecommunicatie
Verbalisant [verbalisant 3] heeft vastgesteld dat verdachte de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer] . [11] Uit onderzoek kan worden vastgesteld dat verdachte ook de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer] . [12]
Verbalisant [verbalisant 4] heeft vastgesteld dat [medeverdachte 2] de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer] . [13]
Verbalisant [verbalisant 4] heeft vastgesteld dat [medeverdachte 1] de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer] . [14]
Op de onder [medeverdachte 1] inbeslaggenomen telefoon is een groot aantal Whatsapp berichten aangetroffen. Het merendeel van deze gesprekken werd gevoerd met het telefoonnummer
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net. Achter dit nummer is het woord ‘ [woord] ’ weergegeven. Als uitgaand nummer was opgeslagen
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net. Achter dit nummer werden de letters “ [letters] ” weergegeven. De gesprekken werden gevoerd in zowel de Turkse als de Nederlandse taal. De Turkse taal is vertaald door een tolk. [15]
25-12-2017 01:11 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Para lazim (vertaling: heb geld nodig)
25-12-2017 01:11 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Soyimmi seni (vertaling: zal ik je overvallen?)
25-12-2017 01:12 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
SOY (vertaling: JE MAG ME OVERVALLEN)
25-12-2017 01:14 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Wnr ga je solo rije amk
25-12-2017 01:14 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
Bilmem (vertaling: weet ik niet) [16]
28-12-2017 11:41 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Audibende (vertaling: ik heb de Audi) [17]
08-01-2018 00:03 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Een kk tas [18]
08-01-2018 00:03 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
Waarom laat je zulke kkspullen achter
08-01-2018 00:03 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Pak em snel kk mogool
08-01-2018 00:28 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Koy schuur e (vertaling: Zet het in de schuur)
08-01-2018 00:28 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
Oke turk
15-02-2018 18:51 – Richting: inkomend, [telefoonnummer] ( [woord] )
Olm alleen die kk tas
15-02-2018 19:01 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
Ondan sonra pak je hem
15-02-2018 19:01 – Richting: uitgaand, [telefoonnummer] ( [letters] )
Langer hou ik hem niet [19]
Gesprek: spraak
Datum: 27-02-2018 20:41:56
Beller: [telefoonnummer] – [medeverdachte 1]
Gebelde: [telefoonnummer] – NN-man [telefoonnummer]
[medeverdachte 1] vraagt ‘wat ben je aan het doen, neef’
NN-man: ‘Niks, man.. ik ben nog steeds hier..’
[medeverdachte 1] : ‘Wat zijn jullie aan het doen?’
NN-man: ‘We hebben alles gesplitst/apart gelegd..’ [20]
Gesprek: spraak
Datum: 28-02-2018 15:39:24
Beller: [telefoonnummer] – NN-man [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer] – [A]
NN-man zegt dat hij 40 stuks ‘schermglas’ heeft voor Samsung S9.
vraagt wat dat is, S9
NN-man zegt Samsung S9 Plus
: ‘Turk, waarom bel je mij?
NN-man: ‘Als ik het breng naar die man, zou die het kopen?’
: ‘Weet ik niet.. breng maar..’ [21]
Gesprek: spraak
Datum: 03-03-2018 22:49:57
Beller: [telefoonnummer] – NN-Man [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer] – [verdachte]
NN-man zegt dat het klaar is.
vraagt waar NN-man is.
NN-man zegt ‘daar.. ik ben klaar met het schoonmaken’.
vraagt of NN-man alles in plastic zakken heeft gedaan.
NN-man vraagt of hij de schoenen ook in zakken moet doen of dat het niet hoeft.
zegt dat NN-man die ook moet weggooien.
NN-man heeft al het vuil opgeruimd; uit eentje is heel wat uitgekomen.
vraagt wat er is uitgekomen.
NN-man: ‘Er is toch 1 grote doos.. met kleine doosjes er in..’
zegt dat er niks in zat en dat die doosjes leeg zijn.
zegt dat NN-man de lege dozen in een vuilniszak moet doen.
NN-man heeft een grote zak gepakt en alles daarin geleegd.
zegt dat NN-man alles netjes aan een kant moet leggen.
NN-man zegt dat alles gereed is; hij heeft al het vuilnis in een vuilniszak gedaan; de kleding heeft hij in 4 kartonnen dozen gedaan. [22]
Aan de hand van de historische verkeersgegevens van telefoonnummer [telefoonnummer] is bevonden dat de gebruiker van telefoonnummer * [telefoonnummer] zich ten tijde van dit telefoongesprek bevond in een gebied tussen de Marco Pololaan , de Rooseveltlaan en de Azielaan te Utrecht. De Afrikalaan te Utrecht valt onder dit gebied. [23]
Gesprek: SMS
Datum: 05-03-2018 23:35:34
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
[B] [LF]Zoek je nog box. vg[LF] [C] [24]
Gesprek: SMS
Datum: 05-03-2018 23:45:15
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
Liefst zo snel mogelijk [C] [25]
Gesprek: SMS
Datum: 10-03-2018 23:11:05
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
ok. Doe voorzichtig. Morgenmiddag ff contact. Of als je [E] belt die heeft van [D] (van mij)[LF] de sleutel van box [adres] [LF]Zelf ben ik maandag [26]
Gesprek: spraak
Datum: 13-03-2018 15:17:05
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
: Een goede dag. Ik had je nummer gekregen van [F] , voor sleutels van uuh [adres] .
: Ik heb hem ja.
: Zou ik ze bij jou op kunnen halen?
: Is goed jongen. [27]
Gesprek: spraak
Datum: 14-03-2018 20:47:46
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
: Wat mij betreft waar ben jij nu, dan ken je de sleutel krijgen hoor.
: Ik heb de sleutel al gepakt van [E] . [28]
Gesprek: spraak
Datum: 19-03-2018 21:21:58
Beller: [telefoonnummer]
Gebelde: [telefoonnummer]
vraagt [telefoonnummer] om naar de Albert Heijn te vliegen en vuilniszakken te halen.
zegt is goed; hij moet ook ammoniak halen, ‘normale, van Albert Heijn’. [29]
Doorzoeking garagebox [adres]
Op 20 maart 2018 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] . Tijdens de doorzoeking zijn een personenauto van het merk Audi, type S4 Avant, voorzien van het Roemeense kenteken [kenteken] , en een zwart regenpak aangetroffen en inbeslaggenomen. [30]
Verbalisant [verbalisant 5] heeft de inbeslaggenomen Audi S4 onderzocht. Hij zag dat het kenteken
[kenteken] op de voorruit stond geschreven. Uit het kentekenregister van de Rijksdienst voor het Wegverkeer bleek dat het chassisnummer dat hij onder de motorkap aantrof overeenkwam met het kenteken onder de voorruit. [31]
Verbalisant [verbalisant 5] heeft de beelden die door de ANPR-camera van de Audi met kenteken [kenteken] zijn genomen, samen met een specialist van het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit, vergeleken met de inbeslaggenomen Audi. Hij verklaart dat dat gelet op zijn eigen waarnemingen en die van de specialist kan worden gezegd dat de Audi op de beelden dezelfde kleur heeft en van hetzelfde merk en type is als de inbeslaggenomen Audi. [32]
Aangever [aangever] heeft verklaard dat zijn auto, een Audi S4, met kenteken [kenteken] [33] , tussen woensdag 20 december 2017 en donderdag 21 december 2017 door (een) onbekende(n) is weggenomen van de [adres] te [woonplaats] . [34]
Getuige [getuige 4] heeft verklaard dat hij de eigenaar is van de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] . Half maart 2018 kwam hij in contact met ene [B] , wiens telefoonnummer [telefoonnummer] is. [B] wilde de box graag hebben. [35]
Doorzoeking woning [adres]
Op 20 maart 2018 vond er een doorzoeking plaats in de woning van verdachte aan de [adres] te [woonplaats] . Achter een luik in verdachtes’ slaapkamer werd een bivakmuts en een plastic verzendzak met daarin vermoedelijk nog twee bivakmutsen aangetroffen. In een prullenbak in de slaapkamer werd een verscheurde overeenkomst van een garagebox aangetroffen. Voor zover zichtbaar stond hierop:
Gegevens huurder: [medeverdachte 2]
Telefoon: [telefoonnummer]
Gegevens garagebox: adres [adres] [woonplaats] . [36]
Volgens het huurcontract was de box verhuurd met ingang van 1 februari 2018. [37] De handtekening op het huurcontract vertoonde sterke gelijkenissen met de handtekening van medeverdachte [medeverdachte 2] ten tijde van zijn verhoor op 3 april 2018. [38]
Doorzoeking garagebox [adres]
Op 20 maart 2018 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] . [39] Tijdens de doorzoeking zijn onder meer de volgende goederen inbeslaggenomen:
 3 3 grote vuilniszakken met verpakkingsmateriaal;
 3 4 jerrycans met benzine;
 3 10 beschermglaasjes voor Samsung S;
 3 7 politie polo’s;
 3 5 politiebroeken; [40]
 4 4 paar schoenen;
 4 zak met pakbonnen en labels van dozen;
 4 2 brillen;
 4 1 gouden ring;
 4 7 diverse onderdelen voor scooter;
 4 hoedenplank behorende bij Audi [kenteken] ;
 4 1 verpakking met 3 zilveren kettingen (goednummer E.1.2.9.9.9.2);
 4 1 verpakking met 3 zilveren armbanden; [41]
 2 2 zuurstofflessen;
 2 3 mengkranen;
 2 2 breekijzers;
 2 2 gasslangen;
 2 5 acetyleen tanks;
 2 2 flesjes ammoniak (van het merk Albert Heijn [42] ). [43]
Op 20 maart 2018 is er een forensisch onderzoek [44] naar sporen verricht in de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] . [45] Verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] zagen in de garagebox drie jerrycans met hierin een voor hen onbekende vloeistof. Uit een meting met een gasconcentratiemeter werd een indicatie verkregen voor de aanwezigheid van een mogelijk ontbrandbare vloeistof. Verbalisant [verbalisant 7] rook tijdens dit onderzoek een sterke benzinelucht. Boven op de stapel met jerrycans zagen de verbalisanten een voorwerp gelijkend op een zaklamp. Zij herkenden dit voorwerp als een taser. Zij zagen dat aan de voorzijde van de taser een witte kabel was bevestigd. Zij herkenden de combinatie van een taser met een dergelijke kabel als een ontstekingsmechanisme zoals gebruikt bij ram- en plofkraken. [46] Verbalisanten zagen tevens een gasfles met opdruk “zuurstof” en een gasfles met opdruk “acetyleen” staan. Zij zagen dat deze flessen omwonden waren met grijskleurige tape. Op de kraan van de acetyleenfles zagen zij een gaskraansleutel. Zij zagen dat de flessen waren voorzien van drukregelaars en kabels. Zij zagen dat aan het einde van de kabels een lasbrander was bevestigd. Links achterin de hoek van de garage zagen de verbalisanten twee gasflessen staan en zagen zij kabels, drukregelaars en een lasbrander liggen. Rechts achterin de hoek van de garage zagen zij drie gasflessen staan. Tevens zagen zij [47] twee voorwerpen gelijkend op een zaklamp, welke zij herkenden als tasers. Zij zagen dat aan de voorzijde van één van de vermoedelijke tasers een witte kabel was bevestigd. De voorzijde van deze lamp was met zwarte tape omwonden. Op de vloer tegen de rechter zijwand zagen zij een jerrycan staan. Zij zagen dat de inhoud van de jerrycan gelijkend was aan de drie andere jerrycans. Rechts naast deze jerrycan zagen zij twee kentekenplaten op de vloer liggen. Verbalisanten zagen in de hoek rechts naast de garagedeur twee metalen buizen. Zij herkenden deze buizen als buizen die als lans worden gebruikt bij ram- en plofkraken. [48]
Sporendragers:
 peuk (SIN AALM1998NL);
 peuk (SIN AALM1986NL); [49]
 kentekenplaat [50] met serienummer [kenteken] ; [51]
 kentekenplaat met serienummer [kenteken] . [52]
 Nike jas met SIN AALM1835NL. [53]
Uit DNA onderzoek door het NFI is gebleken dat het DNA met SIN nummers AALM1986NL#01 en AALM1998NL#01 afkomstig kan zijn van verdachte. De matchkans is kleiner dan één op één miljard. [54]
Op de binnenzijde van de jas met SIN AALM1835NL is een biologisch spoor met
SIN AALT4937NL veilig gesteld. [55] Uit DNA-onderzoek door het NFI is gebleken dat het celmateriaal met SIN AALT4937NL#01 afkomstig kan zijn van medeverdachte [medeverdachte 2] . De matchkans is kleiner dan één op één miljard. [56]
Bij de doorzoeking van de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] bleek dat de goederen waren gescheiden van het verpakkingsmateriaal. [57]
Na een inventarisatie aan de hand van de pakbonnen en bestellijsten bleek dat de in de garagebox aangetroffen politiekleding afkomstig was uit de bestelauto van de koerier van [benadeelde] . [58]
In één van de gevonden vuilniszakken zaten 234 sieradendoosjes. Deze doosjes waren allemaal leeg. [59]
De 7 diverse onderdelen voor scooter zaten in een kartonnen verpakking met stickers waarop diverse gegevens vermeld staan. Op één van de stickers stond onder meer vermeld:
- [benadeelde]
- pakketnr. 3923648101
- naam geadresseerde: [G] .
Op de door [benadeelde] aangeleverde lijst met weggenomen goederen stond vermeld dat onder meer was weggenomen: ‘pakketnr. 3923648101, auto-onderdelen twv 130 euro, geadresseerde [G] ’. [60]
De 2 aangetroffen brillen zijn aan de heer [H] , medewerker van [benadeelde] getoond. De heer [H] heeft bij de opdrachtgever van [benadeelde] , [winkel 1] , navraag gedaan of deze brillen van haar afkomstig waren. Mevrouw [I] van [winkel 1] heeft dit bevestigd. [61]
Verbalisant [verbalisant 8] zag dat de aangetroffen beschermglaasjes allemaal Samsung Galaxy S9 betroffen. Zij zag dat alle 10 de hoesjes in een verpakking zaten van het merk Panzer Glass. Op de door [benadeelde] aangeleverde lijst met weggenomen goederen stond vermeld dat onder meer was weggenomen: ‘60 panzerGlass Samsung Galaxy S9 Plus – Black twv 912 euro’. [62]
Verbalisant [verbalisant 8] heeft aan de heer [H] , medewerker van [benadeelde] , een aantal sieraden getoond, waaronder de zilveren kettingen met goednummer E.1.2.9.9.9.2., welke zijn aangetroffen door de politie bij de doorzoeking aan de [adres] te [woonplaats] . De heer [H] heeft bij de opdrachtgever van [benadeelde] , [winkel 2] B.V., navraag gedaan of deze sieraden van haar afkomstig zijn. [winkel 2] B.V. heeft dit bevestigd. [63]
Op 5 maart 2018 heeft medeverdachte [medeverdachte 1] 120,00 euro overgemaakt als betaling voor de huur van de garagebox aan de [adres] . [64]
Doorzoeking woning [adres]
Op dinsdag 20 maart 2018 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . Op dit adres staat onder andere medeverdachte [medeverdachte 2] in het bevolkingsregister ingeschreven. [65] Op het bureau in de slaapkamer van [medeverdachte 2] [66] werd een horloge (C.01.01.002) aangetroffen. [67]
Het horloge met goednummer C.01.01.002 betreft een zwart met zilver Casio G-shock horloge. Verbalisant [verbalisant 8] heeft dit horloge getoond aan de heer [H] , medewerker van [benadeelde] . De heer [H] heeft bij de opdrachtgever van [benadeelde] , [winkel 3] , navraag gedaan of dit horloge van haar afkomstig was. [winkel 3] heeft dit bevestigd. [68]
Aan de binnenkant van de slaapkamerdeur van medeverdachte [medeverdachte 2] werd een regenjas aangetroffen. In de slaapkamer lag daarnaast een autosleutel van een Renault Twingo, voorzien van kenteken [kenteken] . Deze auto stond voor de woning aan de [adres] . Onder de bestuurdersstoel werd een in elkaar gevouwen zwarte handschoen gevonden. In die handschoen zat een Audi sleutel. [69]
Op 21 maart 2018 is er onderzoek gedaan naar de in de Renault Twingo aangetroffen Audi autosleutel. De Audi sleutel werd geprobeerd op de in de garagebox aan de [adres] te [woonplaats] aangetroffen Audi met Roemeens kenteken [kenteken] . Bij het indrukken van de knoppen op de Audi sleutel begon de alarmverlichting van de Audi te knipperen. [70]
Doorzoeking woning [adres]
Op 20 maart 2018 vond er een doorzoeking plaats in de woning aan de [adres] in [woonplaats] . In de kelderbox werden onder meer de volgende goederen aangetroffen:
 een Uzi vuurwapen, inclusief geluiddemper en patroonhouder;
 een Scorpio vuurwapen, inclusief twee patroonhouders;
 een revolver, inclusief patronen;
 diverse patronen;
 een granaat. [71]
Deze goederen werden aangetroffen in een donkerblauwe rugzak. [72] De goederen waren afzonderlijk in huishoudfolie, vuilniszak of in een plastic tas verpakt. [73]
De volgende op de [adres] te [woonplaats] aangetroffen goederen zijn veiliggesteld voor nader onderzoek:, [74]
 SIN AALN5502NL: 2 tijdvertragers;
 SIN AAKR2902NL: munitie (patronen);
 SIN AAKR2901NL: vuurwapen (revolver met munitie); [75]
 SIN AAKR2904NL: vuurwapen (pistoolmitrailleur met munitie);
 SIN AAKR2900NL: vuurwapen (pistoolmitrailleur met munitie) [76]
De 2 tijdvertragers met SIN AALN5502NL waren verpakt in een plastic zak. [77] Op de buitenzijde van deze vuilniszak is een dactyloscopisch spoor met SIN AAJU3657NL veiliggesteld. [78] Een vergelijkend onderzoek met de vingerafdruk met SIN AAJU3657NL heeft geleid tot individualisatie van het spoor op verdachte. [79]
Op de buitenzijde van het wapen met SIN AAKR2900NL is een biologisch spoor met SIN AAJY7914NL aangetroffen. [80] Uit DNA onderzoek door het NFI is gebleken dat het DNA met SIN AAJY7914NL#01 afkomstig kan zijn van verdachte. De matchkans is kleiner dan één op één miljard. [81]
De pistoolmitrailleur met SIN AAKR2904NL was verpakt in een sporttas. In de sporttas zat ook een vuilniszak. [82] Op deze vuilniszak is een vingerafdruk met SIN AALL9512NL aangetroffen. [83] Een vergelijkend onderzoek met de vingerafdruk met SIN AALL9512NL heeft geleid tot individualisatie van het spoor op verdachte. [84]
Verbalisant [verbalisant 22] heeft een nader onderzoek aan voornoemde goederen ingesteld.
1. SIN AAKR2902NL: 87 scherpe patronen van categorie III:
a. 31 scherpe patronen, kaliber 7.65 mm (.32 Auto), merken CBC en Geco;
b. 35 scherpe patronen, kaliber 9mm M (=9x18mm), merk S&B;
c. 21 scherpe patronen, kaliber 9mm Luger (=9x19mm), merk S&B; [85]
2. SIN AAKR2901NL: vuurwapen (revolver) van categorie III, merk Smith & Wesson, model 36, kaliber .38 S&W SPL; [86]
3. SIN AAKR2901NL: 12 scherpe patronen van categorie III, kaliber .38 Special, merk G.F.L., bestemd of geschikt om een projectiel door middel van het onder 2 omschreven vuurwapen af te schieten;
4. SIN AAKR2904NL: vuurwapen (pistoolmitrailleur) van categorie II sub 2, merk CZ, model M61 Skorpion, kaliber 7.65mm, voorzien van het wapennummer [wapennummer] . Dit vuurwapen bleek geschikt te zijn om zowel semi- als volautomatisch te kunnen vuren en is derhalve een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van de Wet Wapens en Munitie; [87]
5. SIN AAKR2904NL: 36 scherpe patronen van categorie III, kaliber 7.65mm, merk S&B, afkomstig uit de patroonmagazijnen van het onder 4 omschreven vuurwapen; [88]
6. SIN AAKR2900NL: vuurwapen (pistoolmitrailleur) van categorie II sub 2, merk IMI, model Micro Uzi, kaliber 9mm Para (=9x19mm). Dit vuurwapen bleek geschikt te zijn om zowel semi- als volautomatisch te kunnen vuren en is derhalve een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van de Wet Wapens en Munitie; [89]
7. SIN AAKR2900NL: 24 scherpe patronen van categorie III, kaliber 9x19mm (9mm Luger), merken S&B en FNB, waarvan 21 afkomstig waren uit het patroonmagazijn van het onder 6 omschreven vuurwapen. [90]
De op de [adres] te [woonplaats] aangetroffen handgranaat (SIN AAKR2898NL) is veiliggesteld. [91] Op grond van de onderzoeksresultaten wordt geconcludeerd dat deze handgranaat een complete scherfhandgranaat van het type M75P3 betreft. Gezien de opbouw, werking en verwachte uitwerking zijn handgranaten van dit type aan te merken als ‘een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door middel van ontploffing’ zoals vermeld in de Wet wapens en munitie, artikel 2, lid 1, categorie II, sub 7. [92]
Doorzoeking garagebox [adres]
Op 30 april 2018 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in een garagebox gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . Tijdens de doorzoeking zijn onder meer de volgende goederen inbeslaggenomen:
- 2 jerrycans;
- 1 breekijzer;
- 1 bos elektriciteitsdraad;
- 1 bivakmuts. [93]
Uit de administratie van Makelaarskantoor drs. [makelaarskantoor] B.V., de verhuurder van de garagebox, blijkt dat de huurder van de garagebox [verdachte] is en dat hij vanaf 26 mei 2017 de sleutels van deze garagebox in zijn bezit had. In totaal heeft er vijf keer een betaling plaatsgevonden voor deze garagebox. Deze betalingen zijn door drie verschillende rekeninghouders gedaan, waaronder [verdachte] en [medeverdachte 2] . [94]
Analyse plofkraken
Verbalisant [verbalisant 23] , operationeel expert en deskundige explosies & explosieven, is verzocht om een fotomap te analyseren van mogelijk plofkraak gerelateerde goederen welke waren aangetroffen bij diverse doorzoekingen. Zijn bevindingen zijn:
- acetyleen: het belangrijkste gas dat bij plofkraken wordt gebruikt;
- M75 handgranaat: de twee onderdelen van een M75 handgranaat (de springstof en de ontsteker) zijn beide te gebruiken als lading en/of ontsteking van een geïmproviseerd explosief om een plofkraak te kunnen plegen; [95]
- regenpak: zeer vaak waargenomen bij uitvoerders van plofkraken;
- Audi S4: worden vaak gebruikt als vervoermiddel voor het plegen van plofkraken;
- jerrycans, kennelijk gevuld met benzine: plegers van plofkraken nemen in hun vervoermiddel jerrycans mee om onderweg snel te kunnen tanken;
- breekijzer: onder andere bedoeld om een geldautomaat te deformeren zodat er een explosief gasmengsel in de geldautomaat gebracht kan worden;
- drukregelaars met reduceerventiel: regelen en bepalen de hoeveelheid gas die vanuit de gascilinder door de gasslangen loopt;
- zuurstof: de toevoeging van zuurstof aan acetyleengas zal de explosie verhevigen en krachtiger maken;
- ontstekingsmechanisme, bestaande uit een oplaadbare taser, oplaadstekker en elektradraad: deze draad zal in het explosieve gasmengsel worden geplaatst. Na inschakeling van de taser zal er stroom gaan lopen via de uiteinden van de taser door het elektradraad. Omdat de kernen van de elektradraden aan het uiteinde open liggen, zal er een sluiting ontstaan. Deze sluiting genereert een vonkwerking, welke voldoende energie geeft om het explosieve gasmengsel te doen ontploffen.
- bivakmuts: gelaatsbedekkingen worden vaak gebruikt door plofkrakers.
Gezien de combinatie van alle in het proces-verbaal beschreven goederen en de omstandigheden waaronder zij zijn aangetroffen, is het volgens de verbalisant zeer aannemelijk dat deze goederen worden gebruikt voor het plegen van een plofkraak. De verbalisant is geen andere toepassing bekend waarin de combinatie van deze goederen wordt gebruikt. [96]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen
feit 1
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank het volgende vast.
In december 2017 hebben verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] een WhatsApp conversatie gevoerd, waarin [medeverdachte 1] heeft ingestemd met het voorstel van verdachte om hem te overvallen. Verdachte heeft aan [medeverdachte 1] gevraagd wanneer hij ‘solo’ zou gaan rijden en - enkele dagen later - gemeld dat hij ‘de Audi’ had.
Op 27 februari 2018, in de eerste week waarin medeverdachte [medeverdachte 1] als koerier voor [benadeelde] alleen reed, zijn er diverse pakketten van [benadeelde] vanuit de bus van [medeverdachte 1] weggenomen door twee mannen die in een Audi reden met het kenteken [kenteken] . Voorafgaand aan en tijdens deze ‘overval’ heeft [medeverdachte 1] de veiligheidsprotocollen van [benadeelde] - waarvoor hij kort daarvoor succesvol examen had afgelegd - niet nageleefd.
Een soortgelijke Audi met het chassisnummer behorende bij kenteken [kenteken] is aangetroffen in een garagebox aan de [adres] . De rechtbank leidt hieruit af dat de inbeslaggenomen Audi op 27 februari 2018 is gebruikt om goederen vanuit de bus van medeverdachte [medeverdachte 1] weg te nemen. Het contact over de huur van deze garagebox is via het telefoonnummer van verdachte gegaan. De sleutel behorende bij de aangetroffen Audi is gevonden in een Renault Twingo voor de woning van medeverdachte [medeverdachte 2] , van welke Renault medeverdachte [medeverdachte 2] ook de sleutel in zijn slaapkamer had. De hoedenplank van de Audi [kenteken] alsmede de kentekenplaten [kenteken] lagen in de garagebox aan de [adres] .
In de garagebox aan de [adres] lagen ook een aantal goederen uit de op 27 februari 2018 weggenomen pakketten en verpakkingsmateriaal van [benadeelde] . De (verscheurde) huurovereenkomst van deze garagebox is aangetroffen in de kamer van verdachte. Op deze overeenkomst stonden bij ‘gegevens huurder’ zowel gegevens van verdachte als medeverdachte [medeverdachte 2] , de overeenkomst is ondertekend door medeverdachte [medeverdachte 2] en bijgevoegd is een kopie van zijn rijbewijs. Ook zijn in deze garagebox sigaretten aangetroffen waarop het DNA van verdachte zat. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte beschikking had over deze garagebox.
Tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] heeft op 27 februari 2018, kort na het wegnemen van de pakketten bij [benadeelde] , een WhatsApp gesprek plaatsgevonden over het ‘splitsen van spullen’. In de garagebox aan de [adres] zijn de weggenomen goederen van [benadeelde] aangetroffen. Deze goederen waren uit de pakketten gehaald en waren van het verpakkingsmateriaal gescheiden. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte vrijwel direct na de ‘overval’ over de weggenomen goederen van [benadeelde] beschikte en daarover met [medeverdachte 1] heeft gecommuniceerd. Dit blijkt ook uit het feit dat bij de ‘overval’ op 27 februari 2018 in totaal 60 beschermglazen voor een Samsung S9 zijn weggenomen en dat verdachte één dag later, op 28 februari 2018, probeert om 40 beschermglazen voor een Samsung S9 te verkopen. Op 3 maart 2018 hebben verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] verder een telefoongesprek waarin zij spreken over schoonmaken en het stoppen van lege dozen in vuilniszakken waarbij uit een doos heel wat vuilnis kwam omdat het allemaal lege ‘kleine doosjes’ betrof. Dit laatste komt weer overeen met de in de garagebox aangetroffen vuilniszak met verpakkingsmateriaal, waarin onder andere 234 lege sieradendoosjes zaten, welk verpakkingsmateriaal afkomstig was van de pakketten die op 27 februari 2018 in de bus van [medeverdachte 1] werden vervoerd en zijn weggenomen. Een uit de bus op 27 februari 2018 weggenomen Casio horloge is tot slot aangetroffen in de slaapkamer van medeverdachte [medeverdachte 2] .
Hoewel uit het dossier niet kan worden afgeleid dat verdachte bij het wegnemen van de goederen op 27 februari 2018 aanwezig is geweest, is de rechtbank van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, kan worden geconcludeerd dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] , welke samenwerking was gericht op de verduistering van de goederen. Verdachte was immers betrokken bij het maken van het plan, het regelen van een voertuig (de Audi), het regelen van garageboxen om de Audi en de weggenomen goederen van [benadeelde] in te bewaren en het verkopen van de weggenomen goederen. De rechtbank acht, gelet op het voorgaande, de verklaring van verdachte dat hij geen wetenschap had van de garageboxen en dat zijn DNA daar alleen toevallig in terecht kan zijn gekomen, niet aannemelijk. Ook de verklaring van verdachte dat zijn telefoonabonnement misschien tijdelijk door iemand anders is gebruikt, wordt niet aannemelijk geacht.
feit 2
De rechtbank is, gelet op het feit dat de gestolen Audi - met valse kentekenplaten - in een door verdachte gehuurde garagebox is aangetroffen, terwijl de originele kentekenplaten en de hoedenplank van deze Audi in een andere garagebox, waarvan een huurovereenkomst in de slaapkamer van verdachte is aangetroffen, van oordeel dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Nu een sleutel van de Audi bij medeverdachte [medeverdachte 2] is aangetroffen, die ook de huurder was van de garagebox waarin de originele kentekenplaten en de hoedenplank van de Audi zijn aangetroffen, is de rechtbank van oordeel dat zij samen beschikking hadden over de auto, zodat sprake is van medeplegen.
feit 3
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat verdachte betrokkenheid heeft gehad bij de garageboxen aan de [adres] en de [adres] , waar de in de tenlastelegging genoemde goederen zijn aangetroffen. Dat verdachte geen wetenschap had van deze garageboxen en de daarin aangetroffen goederen acht de rechtbank, zoals hiervoor is overwogen, gelet op de inhoud van het dossier niet aannemelijk. Gelet op de aard en onderlinge samenhang van deze goederen en de wijze waarop deze goederen aan elkaar bevestigd waren, is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat deze goederen bestemd waren voor het plegen van een plofkraak in een geldautomaat. Mede gelet op het feit dat verdachte hierover geen verklaring heeft willen afleggen, terwijl dit een situatie betreft die naar het oordeel van de rechtbank schreeuwt om een verklaring, is de rechtbank van oordeel dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
feit 4
Op grond van de zich in het dossier bevindende gesprekken tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] over de in de kelderbox van medeverdachte [medeverdachte 1] aangetroffen tas en het feit dat er DNA van verdachte op de zich in deze tas bevindende goederen is aangetroffen, kan het tenlastegelegde naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend worden bewezen.
parketnummer 16/659282-17
Bewijsmiddelen [97]
[slachtoffer] heeft verklaard dat hij op 17 oktober 2016 omstreeks 00:00 uur een groene familieauto met een kenteken beginnend met [nummer] vanaf de Taagdreef richting de Ebrodreef (de rechtbank begrijpt: te Utrecht) zag rijden. Toen hij de auto passeerde, zag hij dat er voorin twee jongens zaten en achterin drie jongens. Hij herkende de bijrijder als de jongen van de foto op de Facebookpagina van [naam] . Hij zag vervolgens dat de bijrijder zijn hand uit het raam stak en hij hoorde vijf à zes knallen. Hij zag hierbij meerdere rode vonken van de bijrijderskant afkomen. Hierdoor dacht hij dat er op hem werd geschoten. Door het voorval voelt hij zich erg bedreigd. Hij dacht dat er daadwerkelijk op hem werd geschoten en dat hij wellicht doodgeschoten zou worden. [98]
Verbalisant [verbalisant 9] is op 17 oktober 2016 omstreeks 00:10 uur richting de Taagdreef te Utrecht gereden. Ter plaatse werd hij aangesproken door een jongen die later [J] bleek te zijn genaamd. Hij hoorde dat [J] zei dat er zojuist was geschoten en dat hier een huls op de grond lag. De verbalisant zag dat tegen de rand van het trottoir een zilverkleurige huls op de grond lag. Hij herkende deze huls als zijnde een 9 mm knalpatroon. [99] [J] vertelde dat hij zag en hoorde dat er vanuit een Renault Scenic werd geschoten. [100]
Op de kruising Taagdreef / Camera Obscuradreef is een kogelhuls aangetroffen. Verderop in de straat werden nog drie hulzen aangetroffen. In totaal waren er 4 hulzen aangetroffen. [101]
De 4 knalpatronen/hulzen zijn veiliggesteld. Door een duidelijk aanwezige ‘indent’ in de slaghoedjes, aan de onderzijde van deze patronen, evenals de opengescheurde groene plastic afdekkapjes aan de bovenzijde van deze patronen, kon worden vastgesteld dat deze knalpatronen waren afgevuurd. [102]
Verbalisant [verbalisant 10] zag op 17 oktober 2016 omstreeks 00:50 uur op de [adres] te [woonplaats] een personenauto staan van het merk Renault, type Scenic, voorzien van het kenteken [kenteken] . Hij heeft zijn hand op de motorkap gelegd en voelde dat deze nog warm aanvoelde. [103]
Verdachte heeft verklaard dat de Facebookpagina van [naam] zijn Facebookpagina is en dat hij de avond van 16 oktober 2016 met vier andere jongens in de Renault met kenteken [kenteken] heeft gereden. [104]
De handen van verdachte zijn op 17 oktober 2016 bemonsterd op schotresten. [105] Op de stubs van de onderzoeksset schiethanden [AAIQ4615NL] waarmee de handen van verdachte zijn bemonsterd, zijn 34 categorie A deeltjes aangetroffen. Met het aantreffen van categorie A deeltjes wordt een vrijwel zekere relatie aangetoond met een schietproces. [106]
De buiten- en binnenzijde van de Renault met kenteken [kenteken] zijn bemonsterd op schotresten. [107] Op de stubs waarmee delen van de auto zijn bemonsterd, zijn categorie A en categorie B deeltjes aangetroffen. Van de categorie A deeltjes zijn geen andere bronnen van herkomst bekend dan een schietproces. [108] De bevindingen van het onderzoek naar de aanwezigheid van schotresten op de onderzoeksset schiethanden [AAIQ4692NL] waarmee delen van de auto zijn bemonsterd, zijn zeer veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
Hypothese 1: Op de bemonsteringen van de auto zijn schotresten aanwezig.
Hypothese 2: Op de bemonsteringen van de auto zijn géén schotresten aanwezig. [109]
Bewijsoverweging
Gelet op de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat het verdachte is geweest die de knalpatronen heeft afgeschoten. De rechtbank acht, gelet op het tijdsverloop tussen de zomervakantie en de datum van het tenlastegelegde, niet aannemelijk dat de schotresten op de handen van verdachte zijn ontstaan gedurende de zomervakantie, zoals verdachte stelt. Daarbij komt dat in de auto waarmee verdachte die avond reed, ook schotresten zijn aangetroffen. Verdachte heeft daarvoor geen verklaring gegeven. De rechtbank acht, gelet op het voorgaande, de verklaring van verdachte dat hij de bewuste avond alleen maar rondjes heeft gereden door de wijk ook niet aannemelijk.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
parketnummer 16/705498-18
1.
Primair
op 27 februari 2018 in Utrecht tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk 54 pakketten met daarin diverse (gouden en zilveren) sieraden, waaronder een horloge, en mobiele telefoons (van het merk Samsung, Apple en Huawei) en politiekleding en politieattributen en auto-onderdelen en brillen en beschermglazen (voor de Samsung S9Plus), toebehorende aan [benadeelde] te [woonplaats] , welke goederen zijn mededader uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als koerier, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
in de periode van 27 februari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander, een personenauto (merk Audi, type S4, gekentekend (met een Roemeens kenteken) [kenteken] of gekentekend [kenteken] ) heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader ten tijde van de verwerving en het voorhanden krijgen wisten, dat het een door diefstal, verkregen goederen betrof;
3.
in de periode van 1 februari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Utrecht en te de Bilt tezamen en in vereniging met een ander ter voorbereiding van het misdrijf van artikel 157 Wetboek van Strafrecht
namelijk: het opzettelijk een ontploffing teweeg brengen in een geldautomaat, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en/of het gebouw waarin die geldautomaat zich bevond en/of de goederen in dat gebouw, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was
opzettelijk (tezamen en in vereniging met een ander)
- gas/zuurstofflessen en/of bijbehorende gasslangen en
- mengkranen en
- jerrycans met benzine en
- breekijzers en
- regenpakken en
- bivakmutsen
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad;
4.
in de periode van 8 januari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander,
twee, wapens als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II onder 2° van de Wet wapens en munitie, te weten
- een pistoolmitrailleur van het merk CZ, model M61 Skorpion, kaliber 7.65mm, voorzien van wapennummer [wapennummer] en bijbehorende munitie (36 stuks) (kaliber 7.65mm, merk S&B) van categorie III en
- een pistoolmitrailleur van het merk IMI, model Micro Uzi, kaliber 9mm Para (=9x19mm) en bijbehorende munitie (24 stuks) (kaliber 9x19mm, 9mm Luger, merken S&B en FNB) van categorie III

zijnde beide vuurwapens in de zin van artikel 1 onder 3° van die wet, geschikt om automatisch te vuren,

en
een vuurwapen van categorie III, te weten een revolver van het merk Smit&Wesson, model 36, kaliber .38 S&W SPL, en bijbehorende munitie (12 stuks) van categorie III (kaliber .38 Special, merk G.F.L.)
en
een wapen van categorie II, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een (scherf)handgranaat (van het type M75PR), zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing
en

87 scherpe patronen, te weten

- 31 van het kaliber 7.65mm (.32Auto), merken CBC en Geco en
- 35 van het kaliber 9mm M (=9x18mm), merk S&B en
- 21 van het kaliber 9mm Luger (=9x19mm), merk S&B,
voorhanden heeft gehad;
parketnummer 16/659282-17
op 17 oktober 2016 te Utrecht, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een vuurwapen vastgehouden in de nabijheid van die [slachtoffer] en vervolgens met dat vuurwapen knalpatronen afgeschoten.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
parketnummer 16/705498-18
medeplegen van verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft;
medeplegen van opzetheling;
medeplegen van voorbereiding van opzettelijk een ontploffing teweeg brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
medeplegen van:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd,
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd,
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie III;
parketnummer 16/659282-17
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een contactverbod en de verplichting tot het verkrijgen en behouden van dagbesteding. De officier van justitie heeft gevorderd de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit verdachte van alle tenlastegelegde feiten vrij te spreken en heeft zich niet uitgelaten over een in geval van bewezenverklaring op te leggen straf.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplegen van verduistering in dienstbetrekking, opzetheling, het voorbereiden van een plofkraak, het voorhanden hebben van een groot aantal wapens, waaronder twee automatische wapens en een handgranaat, en een bedreiging. Verdachte heeft zich kennelijk alleen bezig gehouden met zijn eigen (financieel) gewin en heeft zich daarbij niet bekommerd om de gevolgen die zijn handelen heeft op de slachtoffers en de maatschappij in het algemeen. De door verdachte gepleegde feiten leveren namelijk niet alleen schade en overlast op voor de direct betrokkenen, maar ook gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving. Het voorhanden hebben van goederen bestemd tot het verrichten van een plofkraak en dergelijke (automatische) wapens brengt immers een ernstig risico met zich mee dat schade wordt toegebracht aan anderen. Vuurwapenbezit leidt namelijk niet zelden tot het (ondeskundig) gebruik ervan, met alle ernstige gevolgen van dien. Door met een vuurwapen knalpatronen op slachtoffer [slachtoffer] af te vuren, heeft verdachte bovendien laten zien het daadwerkelijke gebruik van vuurwapens niet te schuwen. Verdachte heeft aldus een onaanvaardbaar gevaar voor de veiligheid van andere personen in het leven geroepen. De rechtbank rekent het voorgaande verdachte zwaar aan. De rechtbank weegt daarbij in het nadeel van verdachte mee dat hij geen blijk van enig inzicht in de ernst van de feiten heeft gegeven en geen verantwoordelijkheid heeft willen nemen voor de (mogelijke) gevolgen van zijn handelen.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 24 januari 2019;
- een reclasseringsrapport van 6 juni 2018.
Uit de justitiële documentatie blijkt dat verdachte niet eerder wegens dergelijke feiten met justitie in aanraking is gekomen.
Uit het reclasseringsrapport volgt dat de reclassering een aantal risico verhogende factoren voor strafbaar gedrag bij verdachte heeft geconstateerd. Het ontbreekt verdachte aan een dagbesteding en een inkomen en verdachte schat de gevolgen van zijn handelen niet altijd goed in. De indruk bestaat daarnaast dat sprake is van een deels negatief sociaal netwerk. De reclassering acht reclasseringstoezicht daarom geïndiceerd en adviseert een deels voorwaardelijke straf met een meldplicht en de verplichting tot het verkrijgen en behouden van zinvolle dagbesteding als bijzondere voorwaarden aan verdachte op te leggen.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van de feiten een forse gevangenisstraf rechtvaardigt. Gelet op het feit dat dat de rechtbank het onder parketnummer 16/705498-18 onder feit 1 primair tenlastegelegde, in tegenstelling tot de officier van justitie, wel bewezen acht, zal zij een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd. Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, passend en geboden. Zij zal deze straf daarom aan verdachte opleggen, met een proeftijd van 2 jaren en een meldplicht, de verplichting tot het verkrijgen en behouden van zinnige dagbesteding en een contactverbod met de medeverdachten als bijzondere voorwaarden. Gelet op de aard van de feiten en het feit dat verdachte niet eerder wegens dergelijke feiten met justitie in aanraking is gekomen, zullen de bijzondere voorwaarden niet dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.

9.BESLAG

Onder verdachte zijn de goederen met nummers 23 tot en met 45, 61, 62 en 102 tot en met 109 op de als bijlage bij dit vonnis gevoegde beslaglijst inbeslaggenomen.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de officier van justitie met betrekking tot de inbeslaggenomen goederen is opgenomen in de beslaglijst.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van het beslag gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Geldbedragen (nummers 23 en 24)
Gelet op de wijze en plek waarop de geldbedragen zijn aangetroffen en het feit dat verdachte geen verklaring over de geldbedragen heeft afgelegd, is de rechtbank van oordeel dat kan worden vastgesteld dat de geldbedragen door middel van het strafbare feit zijn verkregen. De rechtbank zal de geldbedragen daarom verbeurdverklaren.
Swarovski steentjes (nummer 25) en regenpak (nummer 62)
De rechtbank zal de Swarovski steentjes en het regenpak aan verdachte teruggeven, nu de officier van justitie zich niet heeft verzet tegen teruggave van deze goederen.
Telefoons (nummers 26, 27, 31, 33, 37, 38, 41, 42)
De rechtbank zal de telefoons verbeurd verklaren, nu verdachte door middel van deze telefoons contact met de medeverdachten over de (uitvoering van de) strafbare feiten heeft gehad en op de telefoons berichten en afbeeldingen zijn aangetroffen die aan de strafbare feiten kunnen worden gelinkt.
Knalpatronen (nummer 34)
De knalpatronen zullen worden onttrokken aan het verkeer, nu het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Overige in woning van verdachte en door verdachte gebruikte auto aangetroffen goederen (nummers 28 tot en met 30, 32, 35, 36, 39, 40, 43 tot en met 45)
De rechtbank zal de overige in de woning van verdachte en door verdachte gebruikte auto aangetroffen goederen verbeurd verklaren, nu naar het oordeel van de rechtbank kan worden vastgesteld dat dit enerzijds goederen betreffen waarmee de feiten zijn begaan en anderzijds goederen die door middel van het strafbare feit zijn verkregen.
Audi S4 [kenteken] (nummer 61) en Opel Vivaro [kenteken] (nummer 102)
De Audi S4 en de Opel Vivaro zullen aan de rechthebbenden, [aangever] (Audi) en [bedrijf 2] (Opel), worden teruggegeven.
In garagebox [adres] aangetroffen goederen (nummers 103 tot en met 109)
De in de garagebox aan de [adres] aangetroffen goederen zullen verbeurd worden verklaard, nu dit goederen betreffen waarmee een strafbaar feit is begaan.

10.BENADEELDE PARTIJ

10.1
Benadeelde partij [benadeelde]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 18.689,91, bestaande uit materiële schade.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij hoofdelijk toe te wijzen, met toepassing van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman heeft, gelet op de door hem bepleite vrijspraak, verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaring in haar vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden, te weten het bedrag dat zij als schadevergoeding aan haar opdrachtgevers heeft moeten uitbetalen (€ 18.659,91). De vordering van de benadeelde partij is niet betwist en komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom geheel worden toegewezen. De vordering zal hoofdelijk worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf 27 februari 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze worden begroot op nihil.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
10.2
Benadeelde partij [slachtoffer]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 24.691,67, bestaande uit € 21.551,67 aan materiële schade en € 3.140,00 aan immateriële schade.
De officier van justitie heeft gevorderd de materiële schade toe te wijzen tot een bedrag van € 2.000,00 en de immateriële schade tot een bedrag van € 3.140,00, met toepassing van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman heeft, gelet op de door hem bepleite vrijspraak, verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaring in zijn vordering.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering wat betreft de gevorderde materiële schade, nu een onderzoek naar de vraag of het feit dat de benadeelde partij zijn tentamens niet heeft gehaald en als gevolg daarvan studievertraging heeft opgelopen, een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde feit een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. De benadeelde partij kan de vordering wat betreft de materiële schade voorleggen aan de burgerlijke rechter.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit immateriële schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze schade op € 1.500,00. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf 17 oktober 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening.
De benadeelde partij zal in het resterende gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze worden begroot op nihil.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 14a, 14b, 14c, 14d, 33, 33a, 36b, 36c, 36f, 46, 47, 57, 63, 157, 285, 321, 322 en 416 van het Wetboek van Strafrecht;
  • 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder parketnummer 16/705498-18 onder feit 1 primair, feit 2, feit 3 en feit 4 en het onder parketnummer 16/659282-17 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder parketnummer 16/705498-18 onder feit 1 primair, feit 2, feit 3 en feit 4 en het onder parketnummer 16/659282-17 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
30 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
6 maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
- als
algemene voorwaardengelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
* zich binnen drie werkdagen na zijn ontslag uit de PI zal melden bij Reclassering Nederland, locatie Utrecht, op het adres Vivaldiplantsoen 200, 3533 JE Utrecht, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht. Verdachte zal zich daarbij houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde;
* mee zal werken aan toeleiding naar dagbesteding door de gemeente Utrecht, of nader te bepalen instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, en de trajecten die deze instelling aanbiedt, en zich zal houden aan het (dag)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld;
* geen contact zal hebben (niet direct en niet indirect, ook niet als die persoon zelf dat contact zoekt) met [medeverdachte 1] (geboren op [1999] ) en [medeverdachte 2] (geboren op [1999] );
Benadeelde partij [benadeelde] (parketnummer 16/705498-18, feit 1 primair)
  • wijst de vordering van [benadeelde] toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 februari 2018 tot aan de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door (een) ander(en) (gedeeltelijk) aan de benadeelde is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde] aan de Staat € 18.689,91 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 februari 2018 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling aan te vullen met 128 dagen hechtenis;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer] (parketnummer 16/659282-17)
  • wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 oktober 2016 tot aan de dag van volledige betaling;
  • verklaart de benadeelde partij in het resterende gedeelte van vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat hij de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter aan kan brengen;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 1.500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 oktober 2016 tot de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling aan te vullen met 25 dagen hechtenis;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde heeft vergoed;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende op de als bijlage bij dit vonnis gevoegde beslaglijst genoemde goederen: 25 en 62;
- verklaart verbeurd de volgende op de als bijlage bij dit vonnis gevoegde beslaglijst genoemde goederen: 23, 24, 26 tot en met 33, 35 tot en met 45 en 103 tot en met 109;
- onttrekt aan het verkeer het volgende op de als bijlage bij dit vonnis gevoegde beslaglijst genoemd goed: 34;
- gelast de teruggave van de volgende op de als bijlage bij dit vonnis gevoegde beslaglijst genoemde goederen aan de rechthebbende, [aangever] : 61;
- gelast de teruggave van de volgende op de als bijlage bij dit vonnis gevoegde beslaglijst genoemde goederen aan de rechthebbende, [bedrijf 2] : 102.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Gerritse, voorzitter, mrs. C. van de Lustgraaf en P.M. Leijten, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.Z. Schoppink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 april 2019.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt tenlastegelegd dat:
parketnummer 16/705498-18
1.
Primair
hij op of omstreeks 27 februari 2018 in [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk 54 pakketten met daarin diverse (gouden en/of zilveren) sieraden, waaronder een horloge, en/of mobiele telefoons (van het merk Samsung, Apple en Huawei) en/of politiekleding en politieattributen en/of auto-/scooter onderdelen en/of brillen en/of beschermglazen (voor de Samsung S9Plus), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] te [woonplaats] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) en welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als koerier, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
art 322 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 27 februari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
diverse (gouden en/of zilveren) sieraden, waaronder een horloge, en/of mobiele telefoons (van het merk Samsung, Apple en Huawei) en/of politiekleding en politieattributen en/of auto-/scooter onderdelen en/of brillen en/of beschermglazen (voor de Samsung S9Plus)
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door diefstal, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 27 februari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een (personen)auto (merk Audi, type S4, gekentekend (met een Roemeens kenteken) [kenteken] en/of gekentekend [kenteken] ) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het
(een) door diefstal, in elk geval (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2018 toten met 20 maart 2018 te Utrecht en/of te de Bilt en/of te Bilthoven, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen ter voorbereiding van het misdrijf van artikel 157 Wetboek van Strafrecht
namelijk: het opzettelijk een ontploffing teweeg brengen in een geldautomaat, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die geldautomaat en/of het gebouw waarin die geldautomaat zich bevond en/of de goederen in dat gebouw, in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was) opzettelijk (tezamen en in vereniging met (een) ander(en))
- één of meer gas/zuurstoffles(sen) en/of bijbehorende gasslang(en) en/of
- één of meer mengkra(a)n(en) en/of
- één of meer jerrycan(s) met benzine en/of
- één of meer breekijzer(s) en/of
- één of meer regenpakken en/of
- één of meer bivakmuts(en)
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden heeft gehad;
artikel 46 Wetboek van Strafrecht
art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 8 januari 2018 tot en met 20 maart 2018 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland,
twee, althans één of meer wapen(s) als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II onder 2° van de Wet wapens en munitie, te weten
- een pistoolmitrailleur van het merk CZ, model M61 Skorpion, kaliber 7.65mm, voorzien van wapennummer [wapennummer] en/of bijbehorende munitie (36 stuks) (kaliber 7.65mm, merk S&B) van categorie III en/of
- een pistoolmitrailleur van het merk IMI, model Micro Uzi, kaliber 9mm Para (=9x19mm) en/of bijbehorende munitie (24 stuks) (kaliber 9x19mm, 9mm Luger, merken S&B en FNB) van categorie III

zijnde (beiden) (een) vuurwapen(s) in de zin van artikel 1 onder 3° van die wet, geschikt om automatisch te vuren,

en/of
een of meer vuurwapens van categorie III, te weten een revolver van het merk Smit&Wesson, model 36, kaliber .38 S&W SPL, en/of bijbehorende munitie (12 stuks) van categorie III (kaliber .38 Special, merk G.F.L.)
en/of
een wapen van categorie II, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een (scherf)handgranaat (van het type M75PR),
zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing
en/of
87, althans een hoeveelheid, scherpe patronen, te weten
- 31 van het kaliber 7.65mm (.32Auto), merken CBC en Geco en/of
- 35 van het kaliber 9mm M (=9x18mm), merk S&B en/of
- 21 van het kaliber 9mm Luger (=9x19mm), merk S&B,

in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie III

voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie
parketnummer 659282-17
hij op of omstreeks 17 oktober 2016 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een vuurwapen vastgehouden in de nabijheid van die [slachtoffer] en/of (vervolgens) met dat vuurwapen een of meer knalpatronen afgeschoten;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 17 december 2018, genummerd 2018078998 (31MICRO18), opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 001 tot en met 1527. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 1] , p. 93.
3.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 1] , p. 92.
4.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 1] , p. 93.
5.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 5] , p. 112.
6.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 11] , p. 124.
7.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 11] , p. 125.
8.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 132.
9.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 2] , p. 152.
10.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 12] , p. 170.;
11.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 3] , p. 202.
12.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 13] , p. 802.
13.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 4] , p. 225.
14.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 4] , p. 182.
15.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 13] , p. 801.
16.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 13] , p. 802.
17.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 13] , p. 803.
18.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 14] , p. 1114.
19.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 14] , p. 1115.
20.Bijlage (uitgewerkt tapgesprek met sessienummer 388) bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 13] , p. 295.
21.Bijlage (uitgewerkt tapgesprek met sessienummer 67) bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 4] , p. 256.
22.Bijlage (uitwerking tapgesprek met sessienummer 1551) bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 4] , p. 259.
23.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 15] , p. 650.
24.Bijlage (uitgewerkt tapgesprek met sessienummer 2530) bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 4] , p. 269.
25.Bijlage (uitgewerkt tapgesprek met sessienummer 2537) bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 4] , p. 272.
26.Bijlage (uitgewerkt tapgesprek met sessienummer 4927) bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 4] , p. 282.
27.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 4] , p. 265.
28.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 4] , p. 267.
29.Bijlage (uitwerking tapgesprek met sessienummer 164) bij proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 13] , p. 338.
30.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 570.
31.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 5] , p. 754.
32.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 5] , p. 757.
33.Bijlage goederen bij proces-verbaal van aangifte door [aangever] , p. 128.
34.Proces-verbaal van aangifte door [aangever] , p. 126.
35.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] , p. 574.
36.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 16] , p. 520.
37.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 17] , p. 535.
38.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 3] , p. 657.
39.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 582.
40.Bijlage inbeslaggenomen goederen bij proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 584.
41.Bijlage inbeslaggenomen goederen bij proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 585.
42.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 3] , p. 663.
43.Bijlage inbeslaggenomen goederen bij proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 586.
44.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers van het forensisch dossier betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 16 augustus 2018, genummerd 2018057434 (Forensisch Dossier 31MICRO18), opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 001 tot en met 328. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
45.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 174 (van het forensisch dossier).
46.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 175 (van het forensisch dossier).
47.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 176 (van het forensisch dossier).
48.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 177 (van het forensisch dossier).
49.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 180 (van het forensisch dossier).
50.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 182 (van het forensisch dossier).
51.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 183 (van het forensisch dossier).
52.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 184 (van het forensisch dossier).
53.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 184 (van het forensisch dossier).
54.Een geschrift, te weten: NFI rapport ‘DNA-onderzoek naar aanleiding van het aantreffen van goederen in Utrecht op 20 maart 2018’, p, 325 (van het forensisch dossier).
55.Proces-verbaal aanvraag DNA-onderzoek sporen en benoeming DNA-deskundige, p. 1440.
56.Een geschrift, te weten: het NFI rapport ‘DNA-onderzoek naar aanleiding van een delict gepleegd in Utrecht op 20 maart 2018’, p. 1443.
57.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 3] , p. 660.
58.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 18] , p. 609.
59.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 8] , p. 842.
60.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 13] , p. 834.
61.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 8] , p. 839.
62.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 8] , p. 845.
63.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 8] , p. 847.
64.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 19] , p. 611.
65.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 552.
66.Bijlage “Legenda zoeking”, behorend bij proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 562.
67.Bijlage “Lijst van inbeslaggenomen goederen”, behorend bij proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 563.
68.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 8] , p. 832.
69.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 11] , p. 566.
70.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 11] , p. 765.
71.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 20] , p. 431.
72.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 21] , p. 437.
73.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 21] , p. 438.
74.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 72 (van het forensisch dossier).
75.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 73 (van het forensisch dossier).
76.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 74 (van het forensisch dossier).
77.Proces-verbaal biologisch en dactylocopisch vooronderzoek, p. 84 (van het forensisch dossier).
78.Proces-verbaal biologisch en dactylocopisch vooronderzoek, p. 85 (van het forensisch dossier).
79.Proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor, p. 133 (van het forensisch dossier).
80.Proces-verbaal biologisch vooronderzoek, p. 89 (van het forensisch dossier).
81.Een geschrift, te weten: NFI rapport ‘DNA-onderzoek naar aanleiding van een overtreding van de Wet wapens en munitie in Utrecht op 20 maart 2018’, p, 160 (van het forensisch dossier).
82.Proces-verbaal biologisch vooronderzoek, p. 89 (van het forensisch dossier).
83.Proces-verbaal biologisch vooronderzoek, p. 90 (van het forensisch dossier).
84.Proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor, p. 140 (van het forensisch dossier).
85.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 22] , p. 92 (van het forensisch dossier).
86.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 22] , p. 93 (van het forensisch dossier).
87.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 22] , p. 94 (van het forensisch dossier).
88.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 22] , p. 95 (van het forensisch dossier).
89.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 22] , p. 96 (van het forensisch dossier).
90.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 22] , p. 97 (van het forensisch dossier).
91.Proces-verbaal aanvraag benoeming deskundige, p. 119 (van het forensisch dossier).
92.NFI Rapport ‘Explosievenonderzoek aan een vermeende handgranaat aangetroffen tijdens een huiszoeking in Utrecht op 20 maart 2018’, p. 173 (van het forensisch dossier).
93.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, p. 885.
94.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 24] , p. 895.
95.Proces-verbaal Analyse goederen onderzoek 31Micro18, p. 1079.
96.Proces-verbaal Analyse goederen onderzoek 31Micro18, p. 1080.
97.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 15 augustus 2017, genummerd 2017055088 (09Broeder16), opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 108. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
98.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] op 17 oktober 2016, p. 7.
99.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 9] , p. 17.
100.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 9] , p. 18.
101.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 95.
102.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 25] , p. 105.
103.Proces-verbaal van bevindingen door verbalisant [verbalisant 10] , p. 26.
104.Proces-verbaal ter terechtzitting van 8 maart 2019.
105.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 101-102.
106.Een geschrift, te weten: het ‘Schotrestenonderzoek naar aanleiding van een schietincident in Utrecht op 17 oktober 2016’ van het NFI, p. 83.
107.Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 103.
108.Een geschrift, te weten: het ‘Aanvullend schotrestenonderzoek naar aanleiding van een schietincident in Utrecht op 17 oktober 2016’ van het NFI, p. 90.
109.Een geschrift, te weten: het ‘Aanvullend schotrestenonderzoek naar aanleiding van een schietincident in Utrecht op 17 oktober 2016’ van het NFI, p. 91.