Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 mei 2018
- het proces-verbaal van de comparitie van 4 september 2018
- de akte van Ananta en Arei Rozengeur
- de akte van AREI
- de akte uitlating producties van Ananta en Arei Rozengeur.
2.De beoordeling
de vordering onterecht zou zijn omdat na de verkregen vonnissen nadere afspraken zijn gemaakt”. Dit telefoontje aan de deurwaarder is volgens Ananta en Arei Rozengeur een daad van bekendheid.
de vordering onterecht zou zijn omdat na de verkregen vonnissen nadere afspraken zijn gemaakt” .
verkregen vonnissen” wordt volgens haar niet het verstekvonnis van 16 augustus 2017 bedoeld. Het ging volgens haar om twee kortgedingvonnissen (14 juni 2017 en 3 mei 2017). De rechtbank kan dit niet volgen. Het kortgedingvonnis van 14 juni 2017 verwijst naar een ander kortgedingvonnis van 3 mei 2017, maar dat is een vonnis waarin is bepaald dat een verstek is gezuiverd en waarin voortzetting van een mondelinge behandeling is bepaald. In dat vonnis is AREI dus nergens toe veroordeeld en daarom ligt het niet voor de hand dat de heer [A] naar dat vonnis heeft verwezen toen hij zei dat de vorderingen onterecht waren. Verder is die stelling ook onwaarschijnlijk gezien het feit dat op 6 december 2017, dus de dag dat de heer de [A] met de deurwaarder heeft gebeld, twee vonnissen in een gesloten envelop op het adres van AREI zijn achtergelaten, te weten een grosse van het kortgedingvonnis van 14 juni 2017 en een grosse van het verstekvonnis van 16 augustus 2017. Dit blijkt uit de betekeningsstukken die door Ananta en Arei Rozengeur in het geding zijn gebracht. Het vonnis van 3 mei 2017 zat daar dus niet bij. Vervolgens belt de heer de [A] met de deurwaarder en spreekt over
“verkregen vonnissen”.Gelet op het voorgaande gaat de rechtbank er vanuit dat de heer [A] in het telefoongesprek met de deurwaarder ook heeft verwezen naar het verstekvonnis van 16 augustus 2017. Daarmee heeft op 6 december 2017 een daad van bekendheid plaatsgevonden. Dat betekent dat de verzetdagvaarding uiterlijk op 3 januari 2018 uitgebracht had moeten zijn. Dat is niet gebeurd.