ECLI:NL:RBMNE:2019:1258

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 maart 2019
Publicatiedatum
26 maart 2019
Zaaknummer
C/16/474776 / KG ZA 19-77
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Stadionverbod opgelegd aan een voetbalsupporter wegens verkoop van toegangskaarten via Marktplaats

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 maart 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB). De eiser had toegangskaarten voor een voetbalwedstrijd gekocht en deze vervolgens te koop aangeboden op Marktplaats. De KNVB heeft hierop gereageerd door de eiser een stadionverbod van 18 maanden op te leggen, omdat het aanbieden van de kaarten in strijd zou zijn met de Standaardvoorwaarden van de KNVB. De eiser heeft tegen deze beslissing beroep aangetekend bij de Commissie Stadionverboden van de KNVB, maar zijn beroep werd afgewezen.

De eiser vorderde in kort geding de opheffing van het stadionverbod en de terugbetaling van de kosten van de kaarten. De rechtbank oordeelde dat de KNVB in redelijkheid tot het besluit kon komen om het stadionverbod op te leggen, omdat het aanbieden van de kaarten op Marktplaats niet onder de privésfeer viel. De voorzieningenrechter concludeerde dat de eiser onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat de KNVB onterecht had gehandeld. De vorderingen van de eiser werden afgewezen en hij werd veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt de strikte handhaving van de Standaardvoorwaarden door de KNVB en de interpretatie van wat onder 'privésfeer' valt in het kader van de verkoop van toegangskaarten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/474776 / KG ZA 19-77
Vonnis in kort geding van 27 maart 2019
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. D.B. den Hartog te Amsterdam,
tegen
de vereniging
KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. H.J.A. Knijff te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en KNVB genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de brief van de KNVB van 6 maart 2019 met producties 1 tot en met 7;
  • de mondelinge behandeling;
  • de pleitnota van [eiser] ;
  • de pleitnota van de KNVB.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft op 19 oktober 2018 veertien toegangskaarten (hierna ook: de kaarten) voor de wedstrijd Nederland (vrouwen) – Zwitserland (vrouwen) gekocht. Deze wedstrijd is gespeeld op 9 november 2018. [eiser] heeft de kaarten verspreid over drie transacties gekocht. [eiser] is in het bezit van een Oranje ClubCard en heeft op basis daarvan 10% korting op de aanschafprijs van de kaarten ontvangen. Het door [eiser] betaalde bedrag bedroeg € 180,00. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
  • 2 plaatsen vak […] € 22,50 (€ 11,25 per kaart);
  • 2 plaatsen vak […] € 22,50 (€ 11,25 per kaart);
  • 2 plaatsen vak […] € 27,00 (€ 13,50 per kaart);
  • 2 plaatsen vak […] € 27,00 (€ 13,50 per kaart);
  • 2 plaatsen vak […] € 27,00 (€ 13,50 per kaart);
  • 4 plaatsen vak […] € 54,00 (€ 13,50 per kaart).
2.2.
Op de aankoop van de kaarten zijn de Standaardvoorwaarden van de KNVB van toepassing (hierna: Standaardvoorwaarden). Daarin is – voor zover hier relevant – opgenomen:
Artikel 5 Overdraagbaarheid en aansprakelijkheid
5.1
Het is verboden om Toegangsbewijzen aan te bieden, (door) te verkopen en/of af te geven, tenzij sprake is van een individuele transactie in de privésfeer en dit de veiligheid niet in gevaar brengt.
5.2
Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Club is het verboden om direct en/of indirect Toegangsbewijzen voor Voetbalwedstrijden als bedoeld in artikel 1 onder f. en Toegangskaarten voor Evenementen als bedoeld in artikel 1 onder e. te gebruiken voor commerciële doeleinden, zoals doch niet uitsluitend voor de promotie en/of reclame van artikelen, als prijs in prijsvragen en/of als een onderdeel van een arrangement (daaronder mede begrepen arrangementen aangeboden door busondernemingen, (bus) touroperators of reisbureaus).
(…)
5.4
Personen die een Toegangsbewijs hebben aangekocht en/of verkregen en dit Toegangsbewijs doorverkopen en/of vrijwillig afstaan aan derden zijn en blijven, onverminderd de aansprakelijkheid van deze derden zelf, hoofdelijk aansprakelijk voor schade veroorzaakt door deze derden in en/of aan het Stadion.
(…)
Artikel 10 Sanctie
10.1
Een ieder die handelt in strijd met deze Standaardvoorwaarden dan wel ten aanzien van wie een vermoeden bestaat dat hij/zij zich schuldig maakt aan voetbalgerelateerd wangedrag dan wel zich zodanig heeft gedragen dat daardoor het aanzien en/of het belang van het voetbal wordt geschaad, kan door stewards het beveiligingspersoneel en/of de politie zonder voorafgaande waarschuwing:
  • de toegang tot het Stadion worden geweigerd;
  • uit het Stadion worden verwijderd; dan wel
  • worden overgedragen aan de politie.
Dit heeft tot onmiddellijk gevolg dat het Toegangsbewijs van betrokkene(n) zijn geldigheid verliest en kan worden ingenomen, zonder dat enig recht op restitutie ontstaat.
10.2
De KNVB is gerechtigd om, (…), (landelijke) Stadionverboden op te leggen aan een ieder die volgens een melding van een Club of het Openbaar Ministerie in en/of buiten het Stadion in het kader van een Evenement:
  • heeft gehandeld in strijd met deze Standaardvoorwaarden; en/of
  • een strafbaar feit heeft begaan; en/of
  • ten aanzien van wie een vermoeden bestaat dat deze zich schuldig heeft gemaakt aan voetbalgerelateerd wangedrag; en/of
  • zich zodanig heeft gedragen dat daardoor het aanzien en/of het belang van het voetbal wordt geschaad;”.
2.3.
[eiser] heeft 12 kaarten op Marktplaats te koop aangeboden. In zijn advertentie staat geschreven
“De kaartjes kosten € 25,00 per stuk dus € 50 per 2 naast elkaar.
2.4.
De KNVB heeft in reactie op de advertentie aan [eiser] geschreven dat het op grond van artikel 5 lid 1 en lid 2 van de Standaardvoorwaarden niet is toegestaan om kaarten aan te bieden, (door) te verkopen of af te geven, tenzij sprake is van een individuele transactie in de privésfeer en dat hij, door de kaarten op Marktplaats aan te bieden, voornoemde bepalingen heeft overtreden. Verder heeft de KNVB geschreven dat de aangeboden kaarten niet meer geldig zijn.
2.5.
De KNVB heeft [eiser] een landelijk stadionverbod voor de duur van 18 maanden opgelegd. Het stadionverbod is op 9 november 2018 bij exploot aan [eiser] aangezegd. In het exploot is opgenomen:

A: Stadionverbod
1. Dat er ten aanzien van gerekwireerde een gegrond vermoeden bestaat dat deze zich ter gelegenheid van de voetbalwedstrijd de voetbalinterland Nederland vrouwen – Zwitserland vrouwen op 29 oktober 2018 heeft schuldig gemaakt aan voetbalgerelateerd wangedrag, althans het schaden van het aanzien en de belangen van het voetbal, meer in het bijzonder aan het aanbieden/verkopen van toegangskaarten;
2. Dat er, gezien het onder 1. gestelde, gewichtige redenen zijn om gerekwireerde voor de duur van 18 maanden, te weten van 9 november 2018 tot 9 mei 2020 de toegang te ontzeggen tot alle gedurende die periode te spelen voetbalwedstrijden en te houden voetbalevenementen, in of buiten Nederland, waarin een Nederlandse betaaldvoetbalorganisatie of vertegenwoordigend elftal van de KNVB deelneemt;
(…)
C: Inhoud stadionverbod
(…)
8. Dat de KNVB deze maatregel doet stoelen op de artikelen 10.2 en 10.3 van haar eerdergenoemde standaardvoorwaarden (…)”.
2.6.
Naast het stadionverbod is [eiser] ook een geldboete van € 450,00 opgelegd en is hij gesommeerd zijn pasfoto in te leveren bij het Bondsbureau van de KNVB te Zeist op straffe van verdubbeling van de duur van het stadionverbod.
2.7.
[eiser] heeft, op grond van artikel 11 van de Standaardvoorwaarden, beroep ingesteld bij de Commissie Stadionverboden van de KNVB (hierna: commissie) tegen het hem opgelegde stadionverbod. De commissie heeft het beroep van [eiser] op 19 december 2018 afgewezen en het stadionverbod gehandhaafd. In de beslissing heeft de commissie onder meer geschreven:
“In het geval beroep wordt aangetekend tegen de beslissing van de KNVB, dient de commissie te onderzoeken of de melding van de afdeling kaartverkoop van de KNVB voldoende grond heeft om de maatregelen van het landelijk stadionverbod en een eventuele boete, zoals opgelegd door de KNVB te kunnen rechtvaardigen.
(…)
Artikel 5.1 Standaardvoorwaarden KNVB (privésfeer)
De gemachtigde van [eiser] stelt dat het aanbieden van kaarten op Marktplaats wel degelijk onder de privésfeer zou vallen, gezien Marktplaats het voor zowel zakelijke als particulieren mogelijk maakt om spullen aan te bieden en te verkopen. Echter is Marktplaats een extern verkoopkanaal waarbij spullen aangeboden/verkocht worden aan onbekende personen, zodoende valt dit niet binnen de privésfeer van [eiser] . Indien het kaartje aan een vriend van [eiser] was gegeven of hij zou hier een bedrag voor hebben ontvangen, dan zou dit wel binnen de privésfeer van [eiser] zijn gevallen.
(…)
Vernietiging algemene voorwaarden
Door de gemachtigde van [eiser] wordt aangegeven dat de algemene voorwaarden van de KNVB niet deugdelijke toepasbaar zijn verklaard noch zouden deze deugdelijke ter hand zijn gesteld zodat de voorwaarden vernietigbaar zijn. De Commissie geeft aan dat bij de verkoop van een toegangskaartje voor een wedstrijd verwezen wordt naar de Standaardvoorwaarden van de KNVB. Tevens staat op het toegangskaartje zelf ook aangegeven dat het aanbieden of doorverkopen verboden is met een verwijzing naar de Standaardvoorwaarden.”

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
I. primair: de uitvoering van het stadionverbod te ontzeggen, dan wel gedaagde te verbieden om het stadionverbod uit te voeren, alsmede de werking van het stadionverbod op te heffen en te wijken van de boeten van € 450,00 (exclusief incassokosten);
subsidiair: te bepalen dat de duur van het stadionverbod disproportioneel is en deze te beperken tot een periode van 6 maanden, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen tijdsduur, en matiging van de boete door een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, met veroordeling van de KNVB in de kosten van dit geding;
II. de KNVB te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het door [eiser] aan de KNVB betaalde bedrag van € 133,20 voor de kaarten aan [eiser] te restitueren en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 november 2018, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot de dag der algehele voldoening, althans gedaagde te veroordelen een dergelijk totaalbedrag uit hoofde van schadevergoeding aan eiser te voldoen;
III. de KNVB te veroordelen in de kosten van deze procedure, alsmede de KNVB te veroordelen in de nakosten van € 131,00 zonder betekening, dan wel € 199,00 in geval van betekening van het vonnis door de deurwaarder, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis en – voor het geval voldoening van de proceskosten en nakosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten en nakosten te rekenen vanaf bedoelde termijn van voldoening, indien tot daadwerkelijk executie van het vonnis overgegaan dient te worden. Voor zover in deze procedure niet in de nakosten veroordeeld kan worden, vordert [eiser] op grond van artikel 237 lid 4 Rv afgifte van een bevelschrift waarin de KNVB de wordt veroordeeld tot betaling van de nakosten.
3.2.
De KNVB voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] heeft een voldoende spoedeisend belang gesteld bij de gevorderde voorziening in kort geding.
4.2.
Beoordeeld dient te worden of het voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter het besluit van de KNVB tot het opleggen van een landelijk stadionverbod aan [eiser] ongedaan zal maken. Dat hangt in deze zaak af van de vraag of de KNVB in redelijkheid tot het genomen besluit heeft kunnen komen.
4.3.
[eiser] heeft het standpunt ingenomen dat er geen grondslag is voor het opgelegde stadionverbod. Ter onderbouwing daarvan heeft [eiser] het volgende gesteld:
  • de KNVB stelt zich ten onrechte op het standpunt dat het aanbieden en verkopen van kaarten op en via Marktplaats niet onder het begrip privésfeer, zoals genoemd in de Standaardvoorwaarden, valt;
  • [eiser] heeft de kaarten, voordat hij ze op Marktplaats heeft geplaatst, aan de KNVB aangeboden;
  • [eiser] is geen handelaar en hij had geen winstoogmerk;
  • artikel 5.1 van de Standaardvoorwaarden is onredelijk bezwarend.
4.4.
Daarnaast heeft [eiser] aangevoerd dat de duur van 18 maanden van het opgelegde stadionverbod disproportioneel is en hij schade heeft geleden omdat de KNVB de al eerder door [eiser] gekochte kaarten (ad € 133,20) voor de wedstrijd Nederland – Frankrijk ten onrechte heeft geblokkeerd.
4.5.
De KNVB heeft verweer gevoerd. Naar het oordeel van de KNVB heeft [eiser] , door de kaarten aan te bieden/door te verkopen via Marktplaats, de Standaardvoorwaarden overtreden. Het aanbieden en (door)verkopen van kaarten via Marktplaats is verboden, nu dit geen individuele transactie in de privésfeer oplevert. Dat geldt helemaal nu er aan de zijde van [eiser] sprake was van een winstoogmerk. Aan [eiser] is daarom terecht een stadionverbod opgelegd. Verder heeft de KNVB toegezegd dat zij het bedrag van € 133,20 aan [eiser] zal terugbetalen.
4.6.
Gelet op de verklaringen van partijen stelt de voorzieningenrechter vast dat de vordering van [eiser] tot restitutie van het bedrag van € 133,20 niet inhoudelijk hoeft te worden besproken.
4.7.
Verder is de voorzieningenrechter van oordeel dat [eiser] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de KNVB hem ten onrechte een stadionverbod heeft opgelegd. De voorzieningenrechter overweegt daartoe als volgt.
Individuele transactie in de privésfeer / Marktplaats
4.8.
Uit artikel 5.1 van de Standaardvoorwaarden volgt dat het aanbieden, (door)verkopen of afgeven van kaarten alleen is toegestaan indien dit gebeurd in de vorm van een individuele transactie in de privésfeer en dit de veiligheid niet in gevaar brengt. [eiser] heeft zich op het standpunt gesteld dat het aanbieden en verkopen van kaarten via Marktplaats dient te worden aangemerkt als een transactie in de privésfeer. Als onderbouwing heeft hij aangevoerd dat voor hem als verkoper op Marktplaats zichtbaar is wie de koper van de kaarten is. De voorzieningenrechter volgt [eiser] niet in zijn uitleg van het begrip privésfeer. Met privésfeer is de persoonlijke levenssfeer bedoeld die voor iedereen anders is. De KNVB mag zich in beginsel niet bemoeien met die persoonlijke levenssfeer. Waar de persoonlijke levenssfeer precies begint en eindigt is in zijn algemeenheid moeilijk te zeggen. Het gebruik maken van de openbare en externe advertentiesite Marktplaats valt er in ieder geval niet onder. Dat moet voor iedere (ver)koper van kaartjes duidelijk zijn. Dat de verkoper van een product (in dit geval [eiser] ) gegevens van een geïnteresseerde/ koper (waaronder naam en woonplaats) kan zien, maakt niet dat een transactie die het gevolg is van een openbaar aanbod toch kwalificeert als onderdeel van de persoonlijke levenssfeer waar de KNVB zich niet in mag mengen.
4.9.
Verder heeft de KNVB onvoldoende weersproken aangevoerd dat er sprake is van handel in kaarten door [eiser] nu hij de kaarten met winstoogmerk heeft aangeboden. In zijn advertentie bood [eiser] de kaarten namelijk aan voor € 25,00 per stuk, terwijl de prijs van de duurste kaarten die hij kocht € 13,50 bedroeg.
4.10.
Het voorgaande leidt ertoe dat de handelwijze van [eiser] in strijd is met artikel 5.1 van de Standaardvoorwaarden en niet aangemerkt kan worden als een individuele transactie in de privésfeer. Dat [eiser] de kaarten, hoewel de KNVB dit heeft weersproken, eerst aan de KNVB heeft aangeboden, maakt dit niet anders.
Artikel 5.1 is niet onredelijk bezwarend
4.11.
[eiser] heeft een beroep gedaan op de vernietigbaarheid van artikel 5.1 van de Standaardvoorwaarden. [eiser] heeft gesteld dat dit artikel onvoldoende bepaalbaar is en daardoor, op grond van artikel 6:237 sub h BW, wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Het begrip privésfeer is niet nader gespecificeerd en zodoende voor interpretatie van de KNVB vatbaar.
4.12.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. [eiser] is de overeenkomst aangegaan als natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Artikel 6:237 BW is dus van toepassing. Uit de aanhef en sub h van voornoemd artikel volgt dat een beding vernietigbaar is als dat beding als sanctie op bepaalde gedragingen van de wederpartij verval van toekomende rechten stelt of van de bevoegdheid bepaalde verweren te voeren. Artikel 5.1 van de Standaardbepalingen bevat het verbod om kaarten aan te bieden, (door) te verkopen en/of af te geven. Dit artikel bevat geen bepaling dat rechten vervallen of dat verweren niet mogen worden gevoerd.
4.13.
Het beroep op van [eiser] op vernietigbaarheid van artikel 5.1 van de Standaardvoorwaarden slaagt niet.
Duur van het stadionverbod en matiging
4.14.
[eiser] stelt dat het stadionverbod voor de duur van 18 maanden en de opgelegde boeten van € 450,00 disproportioneel zijn.
4.15.
De KNVB heeft bij het opleggen van het stadionverbod de Richtlijn termijn stadionverbod gehanteerd. Met inachtneming van deze Richtlijn wordt bij het aanbieden/verkopen van toegangskaarten een stadionverbod van 18 maanden opgelegd. Het aan [eiser] opgelegde stadionverbod is conform de Richtlijn. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de KNVB in redelijk tot het opleggen van het stadionverbod en de boete van € 450,00 heeft kunnen komen. Voor matiging hiervan is dan ook geen aanleiding.
Conclusie
4.16.
In onderhavige procedure heeft [eiser] onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de bodemrechter het besluit van de KNVB tot het opleggen van een landelijk stadionverbod aan [eiser] , ongedaan zal maken. De KNVB heeft dit besluit in redelijkheid kunnen nemen. De vorderingen van [eiser] zullen om die reden worden afgewezen.
Proceskosten
4.17.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van KNVB worden begroot op:
- griffierecht € 639,00
- salaris advocaat €
816,00
Totaal € 1.455,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van KNVB tot op heden begroot op € 1.455,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A.M. Pinckaers en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2019. [1]

Voetnoten

1.type: MK/4850