ECLI:NL:RBMNE:2019:1186
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Loonsanctie opgelegd aan werkgever wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 maart 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een B.V., en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder) over de oplegging van een loonsanctie. Eiseres had in beroep aangevoerd dat de loonsanctie onterecht was opgelegd, omdat werknemer aan het einde van de wachttijd geen benutbare mogelijkheden had voor re-integratie en dat deze situatie nog ten minste drie maanden zou voortduren. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres onvoldoende re-integratie-inspanningen had verricht en dat de situatie zoals beschreven in de Werkwijzer Poortwachter zich niet voordeed. De rechtbank concludeerde dat de brief van de behandelend arts niet voldoende bewijs bood voor de stelling van eiseres dat werknemer geen re-integratiemogelijkheden had. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op.