Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
600,00(2 punten x tarief € 300,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vorderde Carerix B.V. van [gedaagde] B.V. betaling van € 8.689,52, bestaande uit een hoofdsom van € 7.187,40 voor een softwarepakket dat Carerix aan [gedaagde] had geleverd. De overeenkomst was op 30 mei 2017 ondertekend, maar [gedaagde] had op 30 augustus 2017 de overeenkomst opgezegd, omdat zij ontevreden was over de geleverde software. [gedaagde] stelde dat de software niet voldeed aan de verwachtingen die waren gewekt, maar kon dit niet concreet maken. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] niet voldoende bewijs had geleverd voor haar verweer en dat de overeenkomst niet ontbonden kon worden zonder een ingebrekestelling.
De kantonrechter concludeerde dat Carerix recht had op betaling van de hoofdsom, rente en buitengerechtelijke incassokosten. De rechter wees de vordering van Carerix toe, met uitzondering van het deel van de buitengerechtelijke kosten dat boven het wettelijke tarief uitging. [gedaagde] werd veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.157,00 werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 16 januari 2019 door kantonrechter M.E. Heinemann, in aanwezigheid van de griffier.