ECLI:NL:RBMNE:2019:1007

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 maart 2019
Publicatiedatum
13 maart 2019
Zaaknummer
16/659403-18 en 16/093862-16 (vtvv) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens bedreiging met vuurwapen in Hilversum

Op 13 maart 2019 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van bedreiging met een vuurwapen. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van de terechtzittingen op 5 september 2018, 19 december 2018 en 27 februari 2019. De officier van justitie, mr. M. Lousberg, had gevorderd om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 8 maanden, maar de verdediging, vertegenwoordigd door mr. J. van Weers, pleitte voor vrijspraak.

De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de aangever, die stelde dat de verdachte hem had bedreigd, onvoldoende werd ondersteund door andere wettige en overtuigende bewijsmiddelen. De rechtbank concludeerde dat de identificatie van de verdachte op camerabeelden niet op een zelfstandige herkenning door verbalisanten was gebaseerd, maar op de verklaring van de aangever. Hierdoor was er onvoldoende bewijs om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen en verklaarde dat de in beslag genomen knalpatroon en patroonhouder onttrokken moesten worden aan het verkeer, terwijl de mobiele telefoon van de verdachte werd teruggegeven. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde taakstraf werd afgewezen, omdat de verdachte van het ten laste gelegde werd vrijgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/659403-18 en 16/093862-16 (vtvv) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 13 maart 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1993] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 5 september 2018, 19 december 2018 en 27 februari 2019.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Lousberg en van hetgeen de uitdrukkelijk gemachtigde raadsman van verdachte, mr. J. van Weers, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
al dan niet samen met (een) ander(en) op 2 juni 2018 te Hilversum [benadeelde] heeft bedreigd door een vuurwapen te tonen en/of te schieten in de richting van die [benadeelde] .

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde, met uitzondering van het medeplegen, wettig en overtuigend te bewijzen en heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden.
Voorts heeft de officier van justitie gevorderd de vordering tot tenuitvoerlegging van de in de zaak met parketnummer 16/094862-16 voorwaardelijk opgelegde taakstraf van 40 uren toe te wijzen.
De officier van justitie heeft zich niet uitgelaten over de in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen die staan vermeld op de Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting bij vonnis - gegeven in de vorm van een tussenbeslissing - van 19 september 2018 heropend. De aan het openbaar ministerie in voornoemd vonnis gegeven opdracht heeft de rechtbank noodzakelijk geacht, nu het onderzoek onvolledig is geweest en de waarheidsvinding daarmee is gediend.
In voornoemd vonnis heeft de rechtbank onder meer het volgende overwogen:
“In het dossier bevindt zich een DVD met beelden van cameratoezicht in het centrum van Hilversum op zaterdagavond 2 juni 2018. In de processen-verbaal van bevindingen met de nummers PL0900-2018156426-18 en PL0900-2018156426-20 is gerelateerd hetgeen verbalisanten op deze beelden waarnemen. Hoewel daarin de naam van verdachte met een pijl naar een persoon voorkomt is niet gerelateerd of sprake is van herkenning van een of meer personen op deze beelden, en - indien dat het geval is - waarop die herkenning is gegrond.”
De rechtbank wenste, gelet op het voorgaande, nader geïnformeerd te worden, en wel op de volgende punten:
  • nadere informatie over de vraag of verbalisanten een of meer personen op de beelden herkennen en indien dat het geval is, om welke persoon of personen het gaat en waaraan zij die herkenning ontlenen;
  • een bewerking van de hiervoor bedoelde beelden (voor zover dit technisch mogelijk is), in die zin dat deze beelden bijvoorbeeld (verder) ingezoomd zullen worden en/of lichter van kleur zullen worden gemaakt, teneinde de herkenning van personen op die beelden te vergemakkelijken.
Deze opdracht heeft uiteindelijk geresulteerd in nadere processen-verbaal van bevindingen. In het proces-verbaal van bevindingen van 26 oktober 2018 is gerelateerd dat het praktisch gezien niet mogelijk is om de camerabeelden van het schietincident op het Stationsplein in Hilversum verder te optimaliseren. In het proces-verbaal van bevindingen van 4 februari 2019 heeft verbalisant [verbalisant] verklaard dat hij een fotobijlage heeft gemaakt naar aanleiding van verklaringen en bevindingen waarbij de identiteit van de verdachte werd vastgesteld en de verklaring van aangever. Verbalisant heeft de in de aangifte omschreven signalementen en het gedrag van de betrokken personen vergeleken met de camerabeelden. Hij heeft geconstateerd dat één persoon op de beelden voldeed aan het door de aangever opgegeven signalement en gedragingen. Naar het oordeel van de rechtbank volgt hieruit dat daar waar op de afbeeldingen in het dossier een pijl met daarbij de naam van verdachte staat, deze toevoeging bij de beelden door verbalisant [verbalisant] is ontleend aan de verklaring van de aangever. Het betreft derhalve geen zelfstandige herkenning van verdachte door één of meer verbalisanten. De onduidelijkheid die bij de rechtbank bestond omtrent de wijze waarop de herkenning van de verdachte op de camerabeelden tot stand is gekomen en die aanleiding gaf tot de tussenbeslissing van 19 september 2018, is daarmee weggenomen.
Blijkens het proces-verbaal van bevindingen van 26 oktober 2018 is een
printscreenvan de beelden van het schietincident op het moment waarop de verdachte het meest gunstig in beeld is, op de agorasite – een platform waarmee politie-informatie gedeeld kan worden tussen ambtenaren van politie – geplaatst. Naar aanleiding van deze melding op de agorasite zijn er tot 19 februari 2019 geen reacties, waaronder herkenningen of andere relevante informatie, binnengekomen.
Naar het oordeel van de rechtbank wordt de verklaring van aangever, die ondubbelzinnig aangeeft dat het verdachte is geweest die hem heeft bedreigd en dat het verdachte is geweest die op de betreffende beelden te zien is, mede bezien in het licht van de ontkennende verklaring van verdachte, onvoldoende ondersteund door de inhoud van andere wettige -en overtuigende- bewijsmiddelen. Gelet hierop zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het hem ten laste gelegde.

5.BESLAG

Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de in beslag genomen knalpatroon (6mm) en patroonhouder (airsoftwapen), onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. De voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar het feit waarvan hij werd verdacht, aangetroffen.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen mobiele telefoon, merk Alcatel (kleur zwart).

6.VORDERING TENUITVOERLEGGING

De rechtbank zal de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 16/093862-16 afwijzen. Reden daarvoor is dat verdachte van het aan hem ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.

7.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • knalpatroon (6mm);
  • patroonhouder (airsoftwapen);
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
 mobiele telefoon, merk Alcatel (kleur zwart);
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/093862-16
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Bos, voorzitter, mrs. W.S. Ludwig en G.D. Kleijne, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D.J. Laanstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 maart 2019.
Mr. G.D. Kleijne is buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 2 juni 2018 te Hilversum, althans in het arrondissement Midden-Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [benadeelde] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling,
door die [benadeelde]
- dreigend een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te tonen en/of voor te houden en/of
- ( vervolgens) meermalen, althans éénmaal met dat vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te schieten naar en/of in de richting van die [benadeelde] .