ECLI:NL:RBMNE:2018:881

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 maart 2018
Publicatiedatum
8 maart 2018
Zaaknummer
16/700747-14 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor witwassen en valsheid in geschrifte met vrijspraak voor medeverdachten

Op 8 maart 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een man, woonachtig in de Verenigde Arabische Emiraten, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor het witwassen van een bedrag van ongeveer 500.000 euro. De rechtbank oordeelde dat de man leiding gaf aan het niet melden van ongebruikelijke transacties van zijn bedrijf. Ondanks zijn verklaring dat hij het geld had verdiend met de handel in dure horloges, concludeerde de rechtbank dat een groot deel van zijn inkomsten vermoedelijk uit misdrijf afkomstig was. De rechtbank legde ook een boete op van 20.000 euro aan het bedrijf van de man, waarvan 10.000 euro voorwaardelijk, omdat het bedrijf had nagelaten om vijf ongebruikelijke transacties van in totaal meer dan 300.000 euro te melden.

Twee medeverdachten, een 41-jarige vrouw en een 47-jarige man, werden vrijgesproken wegens onvoldoende bewijs dat zij zich schuldig hadden gemaakt aan witwassen en valsheid in geschrifte. De rechtbank oordeelde dat de tenlasteleggingen niet wettig en overtuigend konden worden bewezen. De verdediging had betoogd dat de verdachte legale oorzaken had voor zijn transacties en dat er geen bewijs was voor de valsheid van de facturen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen van valsheid in geschrifte, en sprak de verdachte vrij van de tenlasteleggingen die betrekking hadden op dit feit.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/700747-14 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 8 maart 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1970] te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfsplaats in Nederland,
ingeschreven op het adres [adres] , [woonplaats] (Slowakije).

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 21 januari 2015, 8 juli 2015, 14 oktober 2015, 28 oktober 2015, 16 maart 2016, 25 mei 2016, 16 november 2016, 15 februari 2017, 14 juni 2017, 15 november 2017, 8 februari 2018 en 6 maart 2018. Op 15 november 2017 en 8 februari 2018 heeft de inhoudelijke behandeling van de strafzaak plaatsgevonden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officieren van justitie mr. J. Zeilstra en mr. C.J.W.M. Janssen en van hetgeen mr. M.B.C.R. Heemskerk, advocaat te Amsterdam, namens verdachte, bij de inhoudelijke behandeling van de strafzaak naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zittingen van 14 juni 2017 en 15 november 2017 gewijzigd. De definitieve tenlastelegging is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 6 oktober 2014 zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van witwassen van een hoeveelheid geld en/of een woning;
(feit 2 is door wijziging van de tenlastelegging komen te vervallen)
feit 3:in of omstreeks de periode van 21 augustus 2014 tot en met 6 oktober 2014 zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van valsheid in geschrifte in facturen;
feit 4:in of omstreeks de periode van 1 augustus 2014 tot en met 6 oktober 2014 zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van valsheid in geschrifte in airwaybills en handelsfacturen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, het openbaar ministerie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4 VRIJSPRAAK [1]
4.1
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officieren van justitie hebben gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 3 en 4 ten laste gelegde. Uit het dossier blijkt dat de inhoud van de verzonden pakketten anders was dan was vermeld op de bijhorende facturen (feit 3) en op de airwaybills en/of handelsfacturen (feit 4).
Van het als feit 1 ten laste gelegde hebben de officieren van justitie gevorderd verdachte vrij te spreken, nu hiervoor onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is. Het in de tenlastelegging vermelde bedrag van € 855.000 dat verdachte witgewassen zou hebben betreft het bedrag van de omzetbelasting dat verdachte ten onrechte niet afgedragen zou hebben, zoals dat becijferd is in het verzoek opening strafrechtelijk financieel onderzoek. [2] Naar het oordeel van het openbaar ministerie zijn het financieel voordeel dat verdachte genoten heeft en het daaraan verbonden bedrag dat hij witgewassen zou kunnen hebben echter niet te herleiden tot het bedrag van € 855.000.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte van het onder 1 ten laste gelegde moet worden vrijgesproken, nu het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Reeds in een vroeg stadium heeft de verdediging aannemelijk gemaakt dat de betaling van de koopsom van de woning een legale causa heeft. Ook blijkt niet uit het dossier dat verdachte het in de tenlastelegging vermelde geldbedrag zou hebben witgewassen.
Wat betreft het onder 3 en 4 ten laste gelegde blijkt uit het dossier niet dat de op de factuur vermelde horloges niet daadwerkelijk zijn geleverd. Daardoor kan niet worden vastgesteld dat sprake is van valse facturen. Vaak bevatten de onderzochte postpakketten horloges met dezelfde waarde of zelfs een hogere waarde dan op de factuur stond vermeld. Dat sprake is van een onjuiste administratieve vastlegging is meer aannemelijk dan dat sprake is van valse facturen. Dat de airwaybills/handelsfacturen onjuist zijn betekent niet dat ze vals zijn. Een valsheid veronderstelt een bewust misleiden en daarvan is geen sprake. Ook van het onder 3 en 4 ten laste gelegde dient verdachte daarom te worden vrijgesproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank heeft in het dossier geen aanknopingspunten aangetroffen dat verdachte zich schuldig zou hebben gemaakt aan het onder 1 ten laste gelegde. Zij zal verdachte daarom van dit feit vrijspreken. Nu de officieren van justitie dit ook hebben gevorderd en dit eveneens is bepleit door de raadsman, zal dit oordeel niet nader worden gemotiveerd.
Ten aanzien van feit 3 en feit 4
Van de onder feit 3 als nummer 4 ten laste gelegde factuur (genummerd 20130075) zal de rechtbank verdachte vrijspreken. Deze factuur is gedateerd op 6 maart 2013 [3] en dus (ruim) voor de begindatum van de tenlastegelegde periode. Reeds daarom kan niet worden vastgesteld dat verdachte deze factuur in of omstreeks de ten laste gelegde periode heeft vervalst.
De rechtbank is van oordeel dat het dossier, in het bijzonder de ambtshandelingen AH047 [4] , AH050 [5] en AH060 [6] , bewijs bevat dat de inhoud van de overige onder feit 3 vermelde facturen en de onder feit 4 vermelde airwaybills en handelsfacturen niet juist is, omdat deze documenten niet overeenstemmen met de inhoud van het pakket waar deze documenten op zagen.
De rechtbank overweegt dat voor een bewezenverklaring van valsheid in geschrifte onder meer moet kunnen worden bewezen dat verdachte het oogmerk tot misleiding had. Dit oogmerk behelst doelbewustheid met betrekking tot het gebruiken of het doen gebruiken van het valse/vervalste geschrift als echt en onvervalst.
Er is geen bewijs voorhanden dat bij verdachte sprake zou zijn van een oogmerk tot misleiding. Verdachte verzond zeer frequent pakketten: in de ruim zesenhalve week die is tenlastegelegd verzond verdachte (in elk geval) via FedEx 79 postpakketten. [7] Grotendeels werden de via FedEx verzonden postpakketten naar dezelfde afnemers verzonden. Niet alle verzonden postpakketten zijn echter onderzocht, zodat niet kan worden uitgesloten dat de op de (handels)factuur en/of airwaybill vermeldde horloges (uiteindelijk) wel zijn verzonden, bijvoorbeeld doordat deze in een ander postpakket (aan dezelfde afnemer) terecht zijn gekomen. Gelet op de wijze waarop verdachte blijkens het onderhavige dossier zijn administratie voerde, acht de rechtbank het niet uitgesloten dat sprake is van discrepanties als gevolg van verdachtes wijze van administreren.
Het openbaar ministerie heeft in zijn requisitoir gewezen op de mogelijke beweegredenen van verdachte om valsheid in geschrifte te plegen, te weten de wens om criminele vermogens te verhullen en om een fiscaal voordeel te behalen. Met betrekking tot het eerste wijst de rechtbank er op dat zij verdachte zal vrijspreken van het tenlastegelegde witwassen. Het fiscaal voordeel zou verdachte genoten hebben door aan te geven dat hij goederen van een bepaalde waarde aan afnemers buiten de Europese Unie verkocht en geleverd heeft, terwijl hij in werkelijkheid geen goederen of met een lagere waarde uitgevoerd heeft. De vaststellingen met betrekking tot de in 2014 opgemaakte (handels)facturen en airwaybills staven dit niet. Zo blijkt niet van de in de tenlastelegging opgenomen postpakketten dat de waarde van de inhoud hoger was dan was vermeld op de (handels)factuur en/of airwaybill. Van de inhoud van het postpakket behorende bij de documenten genoemd onder feit 4.3 kan de rechtbank dat wel aannemen, omdat de documenten een toolbox vermelden en het pakket een Hublot horloge bevatte, maar dat enkele gegeven is voor de rechtbank onvoldoende om vast te stellen dat verdachte zich aan BTW-fraude schuldig gemaakt heeft.
Aldus is de rechtbank is van oordeel dat zich in het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevindt om tot een bewezenverklaring van het (overige) onder 3 en 4 ten laste gelegde te kunnen komen.

5.BESLAG

De rechtbank zal de teruggave gelasten van de onder verdachte in beslag genomen voorwerpen (in de zin van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering) vermeld op de lijst van in beslag genomen goederen, omdat verdachte is vrijgesproken en de voorwerpen niet vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer en verbeurdverklaring.

6.BESLISSING

De rechtbank:
- verklaart het onder 1, 3 en 4 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen, vermeld op de als bijlage 2 aan dit vonnis gehechte lijst van inbeslaggenomen voorwerpen.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort, voorzitter, mrs. K.G. van de Streek en P.K. Oosterling-van der Maarel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen als griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 maart 2018.
Mr. J.P. Ponsteen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage 1: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari
2010 tot en met 6 oktober 2014, te Zeewolde en/of Utrecht en/of Amsterdam,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) (een)
voorwerp(en), te weten (telkens)
- een hoeveelheid geld met een totale waarde van 855.000,- euro
en/of
- een woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] ,
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of heeft
omgezet, en/of
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de
verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) dat/die voorwerp(en) geheel
of gedeeltelijk onmiddellijk of middellijk afkomstig was/waren uit enig
misdrijf en/of van dit feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 420ter Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 420ter Wetboek van Strafrecht
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 21 augustus 2014 tot en met 6 oktober 2014
te Utrecht en/of Amsterdam, althans in Nederland,
Tezamen en in vereniging, althans alleen
maarmalen, althans eenmaal,
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst:
een of meerdere valse en/of vervalste facturen,
zijnde deze valse en/of vervalste facturen geschriften bestemd om tot bewijs
van enig feit te dienen, betreffende (onder andere) de facturen:

1. d.d. 21 augustus 2014 (p. 3388), vermeldende de verkoop van een horloge

"Jaeger Lcoultre Mater Rendez-Vous G3432490" en/of "Audemars Piquet (A.P.)
Royal-Oak-Offshore" en/of

2. d.d. 22 augustus 204 (p. 3389), vermeldende de verkoop van een horloge

"Panerai Pam 335" en/of

3. d.d. 21 augustus 2014 (p. 3390), vermeldende de verkoop van een horloge

"Cartier Ballon Blue" en/of

4. genummerd 20130075 (p. 4623), vermeldende de verkoop en/of export van een

horloge "A.P. 25940OK" aan 'Horological Concepts'

en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat:
- hierboven onder 1: De op de factuur vermelde horloges niet zijn verzonden,
nu de 'airwaybill' behorende bij deze factuur en/of het pakket waarin de
horloges zaten, andere horloges vermeldde en bevatte (namelijk een "Jaeger
LeCoultre Reverso en/of een Hublot King Power) en/of
- hierboven onder 2: het op de factuur vermelde horloge niet is verzonden, nu
de 'airwaybill' behorende bij deze factuur en/of het pakket waarin het horloge
zat, een ander horloge vermeldde en/of bevatte (namelijk een Jose Hysek,
Kilada) en/of
- hierboven onder 3: het op de factuur vermelde horloge niet is verzonden, nu
de 'airwaybill' behorende bij deze factuur en/of het pakket waarin het
horloge zat, een ander horloge vermeldde en bevatte (namelijk een Rolex
horloge) en/of
- hierboven onder 4: dit horloge in werkelijkheid binnen Nederland is
verkocht aan de heer [A] (zijnde iemand ander dan 'Horological
Concepts') en dus niet is geëxporteerd,
zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2014 tot en met 6 oktober 2014
te Utrecht en/of Amsterdam, althans in Nederland,
Tezamen en in vereniging, althans alleen
meermalen, althans eenmaal,
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst:
- een of meerdere valse en/of vervalste airwaybills en/of
- een of meerdere valse en/of vervalste handelsfacturen,
zijnde deze geschriften bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen,
betreffende (onder andere) de airwaybills en/of handelsfacturen:

1. airwaybill en/of de bijbehorende handelsfactuur, horende bij trackingnummer

770928678901, vermeldende een inhoud van het verzonden pakket van 6 eenheden
met een waarde van 50.400 dollar (p. 2728, "pakket 6") en/of

2. Airwaiybill en/of de bijbehorende handelsfactuur, horende bij

trackingnummer 770926170775, vermeldende een inhoud van het verzonden pakket
van 1 eenheid, met een waarde van 23.200 euro (p. 2729 "pakket 7") en/of

3. Airwaybill en/of de bijbehorende handelsfactuur, horende bij

trackingnummer 771001575684, vermeldende de inhoud van het pakket 1 Tool Box
met een waarde van 20 euro (p. 2938)
en bestaande die valsheid en/of vervalsing hierin dat:
- hierboven onder 1: dit pakket in werkelijkheid 3 horloges bevatte (zonder

bijbehorende doos en/of certificaat van echtheid) en/of

- hierboven onder 2: dit pakket in werkelijkheid 2 dozen en 1 horloge bevatte

en/of

- hierboven onder 3: dit pakket in werkelijkheid een doos met daarin een
horloge bevatte van het merk "Hublot Big Bang Ferrari" met een waarde van
meer dan 20.000 euro
zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken
of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Bijlage 2: lijst van inbeslaggenomen voorwerpen

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal in onderzoek 25LEC69, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd tot en met pagina 9965. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 129 - 137.
3.Pagina 4023.
4.Pagina 2723 e.v.
5.Pagina 2938 e.v.
6.Pagina 3386 e.v.
7.Pagina 3386.