Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gedetineerd in/verblijvende te [verblijfplaats] .
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BESLAG
10.BENADEELDE PARTIJ
€ 329,25, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 10 november 2017 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 6 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
5 maanden;
- 1.00 STK handschoen crème/wit;
- 1.00 STK Zaklamp zwart;
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 329,25;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 november 2017 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 329,25 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 november 2017 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 6 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;