2.3Het oordeel van de rechtbank.
Grondslag
Bij de beoordeling van de onderhavige vordering heeft de rechtbank kennisgenomen van het op 7 maart 2018 tegen veroordeelde gewezen vonnis, waarbij hij onder meer is veroordeeld voor het medeplegen van het telen van 308 hennepplanten op 20 april 2016.
Hieruit heeft de veroordeelde voordeel verkregen uit hennepteelt voorafgaand aan de in voormeld vonnis bewezenverklaarde datum.
De rechtbank schat het wederechtelijk verkregen voordeel op een bedrag van € 26.106,08.
Bewijsmiddelen
De beslissing dat veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de volgende bewijsmiddelen zijn vervat:
- het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij waaruit blijkt dat de politie op 20 april 2016 in een woning aan de [adres] te [woonplaats] een hennepkwekerij aantreft;
- de verklaring van de veroordeelde [veroordeelde] bij de politie dat hij sinds 2012 de woning waar de hennepkwekerij is aangetroffen van Mitros huurt;
- het Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij, waarin ten aanzien van de kweekruimtes omstandigheden zijn beschreven die duiden op een eerdere oogst, waaronder met name verdroogde resten van geknipte hennepplanten;
Berekening wederrechtelijke verkregen voordeel
Op 20 april 2016 wordt door de politie in de woning van veroordeelde een hennepkwekerij ontmanteld. De hennepplanten die op dat moment in de woning worden aangetroffen zijn ongeveer zeven weken oud. De rechtbank gaat er in haar berekening van uit dat een gemiddelde kweekcyclus en oogst tien weken in beslag neemt. In het Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij zijn diverse aanwijzingen opgenomen waaruit blijkt dat er in de kwekerij is geoogst, waaronder verdroogde hennepresten. Naar het oordeel van de rechtbank kan echter niet worden vastgesteld hoeveel eerdere oogsten er precies hebben plaatsgevonden. Om die reden zal de rechtbank bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel ervan uitgaan dat er in beide kweekruimtes één eerdere oogst heeft plaatsgehad, conform de gewijzigde vordering en berekening van de officier van justitie. Anders dan de verdediging, ziet de rechtbank geen aanleiding om bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit te gaan van de goederenlijst die in de auto van veroordeelde is aangetroffen. De veroordeelde heeft enige betrokkenheid bij de hennepteelt ontkend. Hij heeft dan ook geen verklaring afgelegd over de kosten die in dat kader gemaakt zouden zijn noch heeft hij uitleg gegeven over hetgeen op de in zijn auto gevonden goederenlijst is vermeld en waarvoor die goederen gebruikt zijn
Bij de bepaling van het wederrechtelijk verkregen voordeel hanteert de rechtbank de normen, zoals weergegeven in het rapport ‘Standaardberekening en normen wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerijbij binnenteelt onder kunstlicht’, opgesteld door het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (BOOM) in november 2010. De rechtbank heeft het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel als volgt berekend.
Aangetroffen situatie
De 1e kweekruimte waarin de hennepplanten zijn aangetroffen betrof 12,9 m2. In de kwekerij stonden 200 hennepplanten. Per m2 stonden er 16 hennepplanten.
De 2e kweekruimte waarin de hennepplanten zijn aangetroffen betrof 11,5 m2. In de kwekerij stonden 108 hennepplanten. Per m2 stonden er 10 hennepplanten.
De totale opbrengst hennep per oogst per kweekruimte
De opbrengst per plant in de 1e kweekruimte is volgens de tabel in het BOOM-rapport minimaal 27,70 gram. De totale opbrengst van een oogst bedraagt 200 x 27,70 gram = 5,54 kilogram.
De opbrengst per plant in de 2e kweekruimte is volgens de tabel in het BOOM-rapport minimaal 30,50 gram. De totale opbrengst van een oogst bedraagt 108 x 30,50 gram = 3,294 kilogram.
Bruto opbrengst per oogt per kweekruimte
De minimale verkoopprijs bedraagt € 3.280,- per kilogram. De opbrengst van één oogst in de 1e kweekruimte bedraagt minimaal 5,54 kilogram x € 3.280,- = € 18.171,20.
De minimale verkoopprijs bedraagt € 3.280,- per kilogram. De opbrengst van één oogst in de 2e kweekruimte bedraagt minimaal 3,294 kilogram x € 3.280,- = € 10.804,32.
Totale kosten per oogst per kweekruime
De rechtbank houdt per oogst in de 1e kweekruimte rekening met de volgende kosten:
Afschrijvingskosten € 200,00
Hennepstekken € 570,00
Variabele kosten € 666,00 +
Kosten knippers € 400,00 +
Totale kosten € 1.836,00
De rechtbank houdt per oogst in de 2e kweekruimte rekening met de volgende kosten:
Afschrijvingskosten € 150,00
Hennepstekken € 307,80
Variabele kosten € 359,64
Kosten knippers € 216,00 +
Totale kosten € 1.033,44
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Het wederrechtelijk verkregen voordeel per oogst per kweekruimte bedraagt:
1e kweekruimte: € 18.171,20 (opbrengst) - € 1.836,00 (kosten) = € 16.335,20
2e kweekruimte: € 10.804,32 (opbrengst) - € 1.033,44 (kosten) = € 9.770,88
Het totaal aan wederrechtelijk verkregen voordeel komt uit op € 16.335,20 + € 9.770,88 =
€ 26.106,08.
Hoewel veroordeelde is veroordeeld voor het medeplegen van het telen van hennep, zal de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel geheel aan veroordeelde toerekenen. De rechtbank overweegt hieromtrent dat er geen aanwijzingen zijn dat er een winstverdeling heeft plaatsgevonden. Veroordeelde heeft hier niet over verklaard noch heeft hij gesteld dat hij in de winst heeft gedeeld.
De rechtbank zal het terug te betalen bedrag derhalve vaststellen op € 26.106,08.
Niet is aannemelijk geworden dat de veroordeelde naar redelijke verwachting (ook in de toekomst) niet in staat zal zijn aan zijn betalingsverplichting te voldoen. De rechtbank ziet daarom geen reden om het hiervoor genoemde bedrag te matigen.