Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
120,00(2 punten x tarief € 60,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert Q-Park Operations Netherlands II B.V. betaling van € 360,- van de gedaagde, die wordt beschuldigd van het zonder betaling verlaten van een parkeergarage door middel van 'treintje rijden'. Dit gebeurde op 8 november 2016, waarbij de gedaagde, als kentekenhouder van de betrokken auto, niet heeft kunnen aantonen dat zij niet de bestuurder was. Q-Park stelt dat de gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de parkeerovereenkomst, en dat zij op basis van de algemene voorwaarden een bedrag van € 60,- voor een verloren kaart en een boete van € 300,- verschuldigd is. De gedaagde betwist de vordering en stelt dat zij nooit in de parkeergarage is geweest, maar kan dit niet onderbouwen.
De kantonrechter oordeelt dat Q-Park voldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde de auto op de betreffende datum heeft bestuurd en dat het 'treintje rijden' een ernstige tekortkoming in de overeenkomst oplevert. De kantonrechter concludeert dat de boete van € 300,- niet als oneerlijk kan worden aangemerkt en dat de gedaagde de gevorderde bedragen moet betalen. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf 6 januari 2017, en de gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 31 januari 2018.