12.BESLISSING
- verklaart het onder 1, 2, 3 primair, 4 en 5 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1, 2, 3 primair, 4 en 5 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1, 2, 3 primair, 4 en 5 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte voor het onder 1 bewezen verklaarde tot een hechtenis van 1 week;
- veroordeelt verdachte voor het onder 2, 3 primair en 4 bewezen verklaarde tot een gevangenisstraf van 4 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 2 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde/voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
- veroordeelt verdachte voor het onder 5 bewezen verklaarde tot een hechtenis van 1 week;
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 150,-;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 juni 2016 tot de dag van volledige betaling;
- wijst de vordering voor zover deze ziet op vergoeding van de overige autoschade af;
- verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft het meer gevorderde (“verloren werkweek”) niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 150,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 juni 2016 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 3 dagen hechtenis;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16.652038-15
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland te Lelystad bij vonnis van 11 mei 2015 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 96.056203-14
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland te Lelystad bij vonnis van 6 juni 2014 opgelegde voorwaardelijke hechtenis voor de duur van 1 week;
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort, voorzitter, mrs. R.B. Eigeman en H. Bakker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B. van Dam, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 januari 2018.
Mrs. Eigeman en Bakker, voornoemd, zijn buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij, op of omstreeks 19 juni 2016 te [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig (bromfiets gekentekend [kenteken] ), daarmee rijdende op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, [adres] , zich zodanig heeft gedragen dat gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd, immers heeft/is hij, verdachte,
- gereden op dat motorrijtuig welk motorrijtuig een hogere constructiesnelheid had dan maximaal toegestaan, te weten 45 km/u en/of
- ( vervolgens) zonder snelheid te minderen uit een steeg (tussen [adres] en [adres] ) komen rijden alwaar het zicht op [adres] beperkt was door een heg en/of waarna een botsing is ontstaan met een op [adres] rijdend motorrijtuig (personenauto gekentekend [kenteken] );
2.
hij, als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt, welke gedraging hij als bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden in [woonplaats] op/aan [adres] (ter hoogte van [adres] ), op of omstreeks 19 juni 2016 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer 1] ) letsel en/of schade was toegebracht;
3.
Primair
hij op of omstreeks 19 juni 2016 te [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bromfiets gekentekend [kenteken] ), daarmede rijdende over de weg, de steeg achter [adres] (percelen [nummer] t/m [nummer] ) zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- te rijden op dat motorrijtuig welk motorrijtuig een hogere constructiesnelheid had dan maximaal toegestaan, te weten 45 km/u en/of
- terwijl die steeg een trottoir betreft en derhalve niet bereden mocht worden met dat motorrijtuig
- ( vervolgens) zonder snelheid te minderen door en/of uit die steeg te (komen) rijden terwijl het zicht beperkt was door een heg en/of schutting en/of
- met een hogere snelheid dan ter plaatse verantwoord heeft gereden en/of
- ( vervolgens) aan het einde van die steeg tegen een aldaar zich bevindend kind (te weten [slachtoffer 2] ) aan te rijden/botsen,
waardoor een ander (te weten die [slachtoffer 2] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten een breuk van het (linker)onderbeen, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
Subsidiair
hij, op of omstreeks 19 juni 2016 te [woonplaats] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig (bromfiets gekentekend [kenteken] )), daarmee rijdende op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de steeg achter [adres] (percelen [nummer] t/m [nummer] ), zich zodanig heeft gedragen dat gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd, door
- te rijden op dat motorrijtuig welk motorrijtuig een hogere constructiesnelheid had dan maximaal toegestaan, te weten 45 km/u en/of
- terwijl die steeg een trottoir betreft en derhalve niet bereden mocht worden met dat motorrijtuig
- ( vervolgens) zonder snelheid te minderen door en/of uit die steeg te (komen) rijden terwijl het zicht beperkt was door een heg en/of schutting en/of
- met een hogere snelheid dan ter plaatse verantwoord heeft gereden en/of
- ( vervolgens) aan het einde van die steeg tegen een aldaar zich bevindend kind (te weten [slachtoffer 2] ) aan te rijden/botsen;
4.
hij, als degene door wiens gedraging een verkeersongeval was veroorzaakt, welke gedraging hij als bestuurder van een motorrijtuig had verricht en welk verkeersongeval had plaatsgevonden in [woonplaats] op/aan [adres] (ter hoogte van [adres] ), op of omstreeks 19 juni 2016 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer 2] ) letsel en/of schade was toegebracht;
5.
hij, op of omstreeks 19 juni 2016, te [woonplaats] , als bestuurder van een motorrijtuig (bromfiets gekentekend [kenteken] ) heeft gereden op de weg, [adres] , zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde;