ECLI:NL:RBMNE:2018:787
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen toekenning loongerelateerde WGA-uitkering en IVA-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen De Volksbank N.V. en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de toekenning van een loongerelateerde werkhervattingsuitkering (WGA) aan een (ex-)werkneemster. De Volksbank, eiseres, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het Uwv, dat aan de (ex-)werkneemster een WGA-uitkering heeft toegekend op basis van een arbeidsongeschiktheid van 100%. Eiseres betwist de toekenning van deze uitkering en stelt dat de (ex-)werkneemster volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is, en dat er geen reëel te verwachten herstel is.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de (ex-)werkneemster zich op 24 maart 2015 arbeidsongeschikt heeft gemeld en dat het Uwv in eerdere besluiten heeft geconcludeerd dat er geen duurzame arbeidsbeperkingen zijn. De rechtbank heeft de medische beoordeling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep als zorgvuldig en voldoende gemotiveerd beschouwd. De rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts heeft aangetoond dat er een redelijke verwachting is dat de belastbaarheid van de (ex-)werkneemster zal verbeteren, ondanks de complexe medische situatie.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van De Volksbank ongegrond verklaard, wat betekent dat de toekenning van de WGA-uitkering aan de (ex-)werkneemster in stand blijft. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.