Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift met twee producties
- het verweerschrift met zeven producties
- de mondelinge behandeling op 9 januari 2018
- de schriftelijke aantekeningen van de zijde van [verzoekster] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 februari 2018 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure waarin [verzoekster], in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige [minderjarige], SKO aansprakelijk stelde voor de schade die [minderjarige] had geleden als gevolg van een gymlesongeval op 7 januari 2015. Tijdens de gymles viel [minderjarige] van een trapezoïde en liep hij een hersenschudding op. De rechtbank heeft vastgesteld dat SKO, als bevoegd gezag van de basisschool, een bijzondere zorgplicht heeft ten aanzien van de gezondheid en veiligheid van de leerlingen. Echter, de rechtbank oordeelde dat SKO niet tekort is geschoten in deze zorgplicht. De rechtbank overwoog dat het risico van vallen inherent is aan gymoefeningen en dat de gymleraar voldoende instructies had gegeven. De rechtbank concludeerde dat er geen specifieke valrisico's waren die extra veiligheidsmaatregelen vereisten. Daarom werd het verzoek van [verzoekster] afgewezen en werden de kosten van de procedure begroot op € 3.423,00, zonder veroordeling van SKO tot schadevergoeding.