ECLI:NL:RBMNE:2018:770

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 maart 2018
Publicatiedatum
1 maart 2018
Zaaknummer
16/660063-17 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontuchtige handelingen met minderjarige dochter

Op 2 maart 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met zijn minderjarige dochter. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in Syrië en wonende in Nederland, zijn dochter herhaaldelijk heeft betast en gelikt in de periode van mei 2014 tot en met 17 september 2017. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster en getuigen als consistent en betrouwbaar beoordeeld, ondanks de verdediging die vrijspraak bepleitte op basis van onvoldoende bewijs. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de zwaardere aanklachten, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan ontucht met zijn dochter. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van het slachtoffer in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een contactverbod met het slachtoffer voor de duur van 1 jaar. De rechtbank heeft ook de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd, zoals de achtergrond van de aangeefster die uit Syrië is gevlucht, meegewogen in de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/660063-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 2 maart 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1980] te [geboorteplaats] (Syrië),
wonende te [woonplaats] , [adres]
verblijvende te PI Flevoland - HvB Almere Binnen.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 24 november 2017 en 16 februari 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. D.M.A. van der Zwan en van hetgeen verdachte en mr. Th. der Bedrosian, advocaat te Enschede, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt, kort en feitelijk weergegeven, neer op:
Feit 1:
Bedreiging van zijn echtgenote en vijf kinderen in de periode van 1 september 2017 tot en met 16 september 2017 te [woonplaats] .
Feit 2 primair:
Aanranding van zijn dochter, [slachtoffer] , in de periode van 1 januari 2012 tot en met 17 september 2017 te [woonplaats] en/of Utrecht en/of in Italië en/of in Libië.
Feit 2 Subsidiair:
Ontucht plegen met zijn minderjarige dochter, [slachtoffer] , in de periode van 1 januari 2012 tot en met 17 september 2017 te [woonplaats] en/of Utrecht en/of in Italië en/of in Libië.

3.VOORVRAGEN

Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Verdachte is (nog) geen Nederlander en ten tijde van het (al dan niet) plegen van de feiten 2 primair en 2 subsidiair in Libië en Italië was hij evenmin een in Nederland verblijvende vreemdeling. Verdachte had geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. De rechtbank is daarom, gelet op het bepaalde in artikel 7 derde lid van het Wetboek van Strafrecht, met de officier van justitie van oordeel dat het Openbaar Ministerie ten aanzien van de feiten 2 primair en 2 subsidiair, voor zover deze zien op de verdenking in Libië en Italië, niet-ontvankelijk is.
De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is voor het overige ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 en feit 2 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen. Zij acht het onder feit 2 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen, onder verwijzing naar de aangifte, de verklaring van [getuige] , de verklaring van [A] en het proces-verbaal vertaling 30 geluidsfragmenten.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1, 2 primair en 2 subsidiair ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat er voor feit 1 onvoldoende wettig bewijs in het dossier aanwezig is. Ten aanzien van feit 2 primair heeft hij aangevoerd dat er geen sprake is geweest van geweld of bedreiging met geweld en dat uit de enkele omstandigheid dat verdachte de vader is van [slachtoffer] niet volgt dat sprake is van dwingen en psychische druk.
Voor feit 2 subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat de verklaringen van [slachtoffer] en
[getuige] niet consistent en niet betrouwbaar zijn. Uit de gesprekken die met de telefoon van [getuige] zijn opgenomen, blijkt niet dat dit gesprekken zijn tussen verdachte en [getuige] . Als het al verdachte is die te horen is, dan blijkt daaruit nog niet dat hij daar de waarheid heeft gesproken. Verdachte heeft maar iets gezegd om te zorgen dat zijn vrouw zou stoppen met zeuren. Het is ongeloofwaardig dat als de ontuchtige handelingen hebben plaatsgevonden, nooit iemand iets gemerkt heeft.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken.
Voor feit 1 is onvoldoende wettig bewijs aanwezig in het dossier.
Ten aanzien van feit 2 primair is de rechtbank van oordeel dat uit de bewijsmiddelen niet volgt dat sprake is geweest van geweld of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid.
Bewijsmiddelen feit 2 subsidiair [1]
Aangeefster [slachtoffer] , geboren op [2000] , heeft op 19 september 2017 het volgende verklaard: ‘
V: wat doe je in je vrije tijd?
A: Misschien afspreken met mijn vriendinnen, maar dat vindt mijn vader niet goed. Soms moet hij eerst mijn borst likken en zien en naar beneden en dan vindt hij het wel goed.
De eerste twee jaar lukte hem dat niet om vagina te likken. Ik duwde hem weg. Drie weken geleden heeft hij drie keer mijn vagina gelikt. [2] (…)
V: Vertel eens over de allereerste keer?
A: (…) Ik was toen 12 of 13 jaar. (…) Hij deed mijn T-shirt omhoog. Toen heeft hij mijn borsten gelikt. Hij heeft wel aan mijn broek uitgetrokken. Ik duwde hem weg. (…) Ik had geen bh aan. (…) Hij zat aan mijn borsten. Hij likte en met zijn handen. Hij kneep. (…) Waar de borstvoeding uit komt. V: Je tepel. A: Ja. (…) Toen ging hij likken. [3] (…)
V: hoe reageerde jij op het likken, knijpen van je borsten?
A: Helemaal in shock. Ik duwde hem tegen de schouders. (…) Ik heb het tegen mijn moeder verteld. Mijn moeder heeft het tegen mijn vader verteld en die antwoordde dat hij mij aan het testen was. (…) Ik was 13 jaar toen hij voor het eerst aan mijn borst likte. (…) Het was Koningsdag toen wij in Nederland aankwamen. [4] (…)
V: In alle AZC’s waar jij bent geweest, zijn er toen incidenten tussen jou en jouw vader gebeurd?
A: In Utrecht. Hij kwam toen naast mij liggen. Hij deed het deken tot aan mijn nek. Hij lag ook onder het deken. Hij deed zijn hand vanaf mijn buik onder mijn shirt naar mijn borst. (…) Hij lag achter mij. [5] (…) Hij ging elke keer met zijn hand naar mijn borst. Hij kneep in mijn tepel. Hij greep mijn hele borst.(…)
V: De eerste keer in [woonplaats] dat hij aan jou heeft gezeten?
A: Hij heeft meerdere keren aan mij gezeten. Soms meerdere keren per week.(…)
V: Wat deed hij dan precies?
A: Of zijn hand onder het T-shirt, bh naar beneden en heel hard knijpen. Of mijn T-shirt naar boven, bh-bandjes naar beneden, mijn handen vasthouden met zijn handen, over mij heen hangen en dan mijn borsten likken. Dan wilde hij naar beneden, naar mijn vagina, maar dat lukte niet.
V: Waar gebeurde dit?
A: Op mijn slaapkamer.(…) Dit gebeurde bijna dagelijks. [6] (…)
Ongeveer drie weken geleden begon hij aan mijn vagina te likken. (…) Hij maakte mijn knoop van mijn broek open. Hij heeft het toen gezien. Hij heeft mijn vagina gezien. Hij heeft mijn vagina gelikt. Ik zag dat hij mij likte. Met zijn tong. (…) Bij mijn vagina. (…) Hij zei tegen mij dat hij mij voorbereidde, dat ik dit ook moest doen als ik met iemand een relatie zou krijgen. [7] (…)
V: Wanneer was de tweede keer?
A: (…) In de zomervakantie. (…) Tijdens het praten is het gelukt met likken. Hij deed mijn knoop open. (…) Hij heeft snel gelikt. (…) hij heeft mij geduwd. [8] (…)
V: Wanneer was de derde keer?
A: De woensdag of donderdag, voordat ik naar de politie ben geweest. (…) Hij heeft toen mijn broek naar beneden gedaan. De broek ook onder mijn billen. (…) Ik sliep. (…) Hij likte toen dit.
O: De aangeefster wees naar de schets met daarop een vagina en schaamlippen. Zij wees vervolgens naar de binnenste schaamlippen.’ [9]
De moeder van [slachtoffer] , [getuige] , heeft verklaard:
‘Hij probeert haar uit te kleden. Haar borsten aan te raken. Hij probeert haar broek uit te laten doen. Ook het slipje. (…) Hij probeert met zijn hand geslacht van mijn dochter aan te raken. (…) Hij heeft het gewoon gedaan. (…) Dat kreeg ik te horen van mijn dochter. Ik heb er niets van gezien. [10] (…)
V: Jullie wonen in Nederland. Op welk moment komt [slachtoffer] dan weer naar u toe dat er iets is gebeurd tussen haar en haar vader in Nederland.
A: Ik denk na 1 jaar, nadat wij in het huis waren komen wonen. In [woonplaats] . (…) Wij zijn daar gekomen in 2014 (…) Ze zei dat (…) hij weer iets geprobeerd had bij haar. (…) Ze zei dat hij haar kleding om hoog deed, speelt met haar borsten en met zijn mond. (…) Hij likt aan haar borsten. (…)
V: Hoe reageerde hij daarop?
A: Hij ontweek een antwoord. Hij zei: “Wat deed ik nu? Ik wilde alleen spelen met haar.” [11] (…) Hij zei dat hij mij waarschuwde dat niemand mocht weten dat dit gebeurd was. (…)
O: Tussen de melding die [slachtoffer] in 2015 en 2017 deed, heeft ze het in die periode er nog met u over gehad wat haar vader met haar deed?
A: De laatste keer zei ze dat hij het 3 keer had geprobeerd en dat ze dat niet tegen mij durfde te zeggen. [12] (…) Hij ging nog verder (…) Bij haar geslachtdelen was hij met zijn tong en hand bezig. (…) Hij heeft erkend dat hij jaar borsten aanraakt. Dat heb ik opgenomen en dat hebben jullie gehoord.’ [13]
Uit de vertaling van de geluidsfragmenten tussen een onbekende man (M) en een onbekende vrouw (V) afkomstig van de telefoon van [getuige] , waarvan [getuige] heeft verklaard dat deze tussen haar en verdachte zijn gevoerd, blijkt het volgende te horen:
‘V: Je zei toch dat je aan haar borsten gezeten? …toch? M: Ja dat klopt … (…) Klopt … klopt … maar gewoon normaal … ik zweer het … op een grappige manier … gewoon grappig … (…) stelt niets voor … gewoon dingen tussen vader en dochter (…) V: … je hebt een lekkere hals (…) Dat zeg jij… M: En wat is daar mis mee? [14] (…) V: Als er toch problemen zijn, moeten we die bedekt houden vanwege de vreselijke daad/misdaad dat gebeurt is (…) het is beter dan wanneer we moeten dat mijn dochter zus en zo zegt … dat haar vader haar wilde verkrachten … dat is een schande (…) M: Tegen niemand in de hele wereld he? V: Dacht je dat ik dat tegen iemand zou zeggen? [15] (…)
M: Ik heb niet meer dan haar borst … ik heb niets eens zuigen genoemd [16] (…)
V: (…) ik heb je 3 keer gewaarschuwd … het meisje kon het niet meer verdragen’ [17]
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat uit bovengenoemde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte in [woonplaats] en Utrecht ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige dochter [slachtoffer] .
Hij heeft haar blote borsten betast, erin geknepen en er aan gelikt. Ook heeft hij haar blote vagina gelikt en betast. Dit heeft zich afgespeeld in de periode van mei 2014, het moment dat zij in Nederland zijn aangekomen tot en met 17 september 2017.
De raadsman heeft gesteld dat de verklaringen van aangeefster en [getuige] niet consistent zijn. De inconsistenties tussen de verklaringen bij de politie en de verklaringen zoals deze zijn afgelegd bij de rechter-commissaris doen de rechtbank niet twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze verklaringen. De kern van de verklaringen van aangeefster over de handelingen die verdachte heeft gepleegd is consistent en deze vinden bovendien voldoende steun in de rest van het dossier.
Uit de geluidsfragmenten blijkt dat verdachte heeft erkend dat hij aan de borsten van zijn dochter heeft gezeten. De rechtbank heeft geen reden om te betwijfelen dat het verdachte is die te horen is op de geluidsopnames. Immers zijn vrouw heeft verklaard dat zij deze gesprekken met hem heeft gehad en de (overige) inhoud van de gesprekken sluit daarop aan.
De door de raadsman gevoerde verweren worden weerlegd door de inhoud van de bewijsmiddelen.
Uit het dossier blijkt niet dat verdachte de bedekte borsten en vagina heeft betast. Verdachte zal daarom van deze delen van de tenlastelegging worden vrijgesproken.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 2 subsidiair
hij in de periode van mei 2014 tot en met 17 september 2017 te [woonplaats] , gemeente Wijdemeren, en te Utrecht, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, te weten [slachtoffer] (geboren op [2000] ), bestaande die ontuchtige handelingen telkens uit
- het betasten en strelen en likken van en wrijven over en knijpen in de (al dan niet gedeeltelijk) ontblote borsten van die [slachtoffer]
- het betasten en likken van en wrijven over de (al dan niet gedeeltelijk) ontblote vagina van die [slachtoffer]
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 2 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
Ontucht plegen met zijn minderjarig kind, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren
De officier van justitie heeft voorts gevorderd aan verdachte de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid van verdachte op te leggen, inhoudende dat verdachte op geen enkele wijze contact mag opnemen met [slachtoffer] en dat per overtreding een hechtenis van
1 week kan worden opgelegd met een maximum van zes maanden.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de strafeis te hoog is, vergeleken met een soortgelijke strafzaak. Verdachte heeft geen justitiële documentatie.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Aangeefster is met haar familie uit Syrië gevlucht voor de oorlog. Zij zijn toen naar Libië gegaan en verder met een boot naar Italië. Eenmaal in Nederland aangekomen, verbleef het gezin in meerdere asielzoekerscentra. Voor aangeefster is haar familie haar vaste basis, haar veilige haven. Zij was door haar verleden extra kwetsbaar. Dat juist de persoon die haar zou moeten beschermen, haar vader, de persoon is die haar pijn doet en bang maakt neemt de rechtbank verdachte zeer kwalijk. Aangeefster heeft nauwelijks durven vertellen over de ontuchtige handelingen die haar vader bij haar heeft gepleegd, te weten: het betasten en likken van haar ontblote borsten en vagina. Het was te schaamtevol voor haar. Aangeefster was pas 14 jaar oud toen verdachte deze ontuchtige handelingen bij herhaling met haar pleegde in Nederland. Hiermee heeft verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van zijn minderjarige dochter. Met zijn handelen heeft hij ook een normale en gezonde seksuele ontwikkeling, waar ieder kind recht op heeft, mogelijk doorkruist. Het is voorts een feit van algemene bekendheid dat dit vaak langdurige en ernstige schade kan toebrengen aan de geestelijke gezondheid van het slachtoffer.
Gelet op het voorgaande kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Van deze straf zal een deel voorwaardelijk worden opgelegd om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Voor de hoogte van de straf heeft de rechtbank ook rekening gehouden met
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 3 januari 2018, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld;
- een reclasseringsadvies van 20 november 2017, uitgebracht door P. Leek, reclasseringswerker van Reclassering Nederland.
Uit het reclasseringsadvies blijkt dat verdachte mee zal werken aan een echtscheiding en dat hij een contactverbod zal respecteren. Verdachte ontkent de feiten en beheerst de Nederlandse taal onvoldoende om een op te leggen reclasseringstoezicht effectief te kunnen uitvoeren. De reclassering heeft daarom geadviseerd om een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden. De rechtbank neemt dit advies over en maakt het tot het hare.
Voorts heeft de rechtbank voor de strafmaat aansluiting gezocht bij de jurisprudentie in soortgelijke zaken. De rechtbank wijkt daardoor af van de eis van de officier van justitie.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren passend en geboden is.
Voorts zal de rechtbank voor de beveiliging van de maatschappij en voor het voorkomen van strafbare feiten bevelen dat verdachte zich onthoudt van contact met [slachtoffer] , geboren op [2000] te [geboorteplaats] (Syrië).
De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van 1 jaar. Omdat het om een familierelatie gaat, waarin op enig moment normalisering van de familieband en verzoening met de nodige hulp en begeleiding wenselijk zou kunnen zijn, acht de rechtbank een langere duur niet passend. Voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, zal voor iedere overtreding vervangende hechtenis voor een hierna te bepalen duur worden opgelegd.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikel 38v, 38w, 57 en 249 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Ontvankelijkheid officier van justitie
- verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte ten aanzien van het onder 2 primair en 2 subsidiair ten laste gelegde, voor zover dat ziet op de feiten gepleegd in Libië en Italië;
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 2 subsidiair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 2 subsidiair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 2 subsidiair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 18 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 6 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaren vast;
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 1 jaar;
  • beveelt dat verdachte
 zich onthoudt van enig contact, direct of indirect, met [slachtoffer] , geboren op [2000] te [geboorteplaats] (Syrië);
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel wordt vervangen door 7 dagen hechtenis per keer, met een maximum van 6 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.C.J. Hamming, voorzitter, mrs. R.B. Eigeman en
M. Ferschtman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.T. Feenstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 maart 2018.
Mr. R.C.J. Hamming is buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2017 tot en met 16 september 2017 te [woonplaats] , gemeente Wijdemeren,, althans in het arrondissement Midden-Nederland, [getuige] (de echtgenote van verdachte) en haar vijf kinderen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [getuige] dreigend de woorden toegevoegd :"Als wij nog in Syrie hadden gewoond, had ik je al vermoord" en/of "als ik er achter kom dat je iets aan iemand hebt verteld, snijd ik jou en de kinderen de keel af" althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking;
2.
Primair
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 17 september 2017 te [woonplaats] , gemeente Wijdemeren, en te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland, en/of in Italië en/of in Libië, zijn kind, te weten [slachtoffer] (geboren op [2000] ) (telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten het meermalen (telkens):
(onverhoeds)
- terwijl die [slachtoffer] lag te slapen, de kamer van die [slachtoffer] binnen te gaan en
- die [slachtoffer] op een bed te duwen en
- naast en/of achter die [slachtoffer] te gaan liggen en
- zijn, verdachtes, hand onder de dekens te brengen en
- de trui/het shirt van die [slachtoffer] omhoog te duwen en
- het (sport)broekje van die [slachtoffer] omlaag te duwen en
- die [slachtoffer] de woorden toe te voegen "je mag met je vriendinnen afspreken als ik je even mag likken" althans woorden van gelijke aard en strekking, heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, (telkens) bestaande uit
- het betasten en/of strelen en/of masseren en/of likken van en/of wrijven over en/of knijpen in de (bedekte) borsten van die [slachtoffer] en/of
- het betasten en/of strelen en/of masseren en/of likken van en/of wrijven over en/of knijpen in de (al dan niet gedeeltelijk) ontblote borsten van die [slachtoffer]
- het betasten en/of masseren en/of likken van en/of wrijven over de (bedekte) vagina van die [slachtoffer] en/of
- het betasten en/of masseren en/of likken van en/of wrijven over de (al dan niet gedeeltelijk) ontblote vagina van die [slachtoffer]
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 17 september 2017 te [woonplaats] , gemeente Wijdemeren, en te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland, en/of in Italië en/of in Libië, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, te weten [slachtoffer] (geboren op [2000] ), bestaande die ontuchtige handelingen (telkens) uit
- het betasten en/of strelen en/of masseren en/of likken van en/of wrijven over en/of knijpen in de (bedekte) borsten van die [slachtoffer] en/of
- het betasten en/of strelen en/of masseren en/of likken van en/of wrijven over en/of knijpen in de (al dan niet gedeeltelijk) ontblote borsten van die [slachtoffer]
- het betasten en/of masseren en/of likken van en/of wrijven over de (bedekte) vagina van die [slachtoffer] en/of
- het betasten en/of masseren en/of likken van en/of wrijven over de (al dan niet gedeeltelijk) ontblote vagina van die [slachtoffer]

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 19 september 2017, genummerd PL0900-2017285133, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 89. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 44.
3.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 46.
4.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 47.
5.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 48.
6.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 49.
7.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 51.
8.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 51.
9.Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 52.
10.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige] , pagina 82.
11.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige] , pagina 85.
12.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige] , pagina 86.
13.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [getuige] , pagina 87.
14.Het door [verbalisant] , opperwachtmeester, Generalist Tactische Opsporing van de Koninklijke Marechaussee op 10 oktober 2017 in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal 27KIKOIRA / 27DAE170003, houdende een proces-verbaal vertaling 30 geluidsfragmenten, pagina 4.
15.Het door [verbalisant] , opperwachtmeester, Generalist Tactische Opsporing van de Koninklijke Marechaussee op 10 oktober 2017 in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal 27KIKOIRA / 27DAE170003, houdende een proces-verbaal vertaling 30 geluidsfragmenten, pagina 5.
16.Het door [verbalisant] , opperwachtmeester, Generalist Tactische Opsporing van de Koninklijke Marechaussee op 10 oktober 2017 in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal 27KIKOIRA / 27DAE170003, houdende een proces-verbaal vertaling 30 geluidsfragmenten, pagina 6.
17.Het door [verbalisant] , opperwachtmeester, Generalist Tactische Opsporing van de Koninklijke Marechaussee op 10 oktober 2017 in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal 27KIKOIRA / 27DAE170003, houdende een proces-verbaal vertaling 30 geluidsfragmenten, pagina 9.