Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[verzoekster],
Rechtbank Midden-Nederland
Op 22 februari 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een wrakingszaak, ingediend door verzoekster in een huurgeschil met de Stichting Portaal. Het wrakingsverzoek, dat het kenmerk 455246 / HA RK 18-62 draagt, is ingediend naar aanleiding van een eerdere procedure die geregistreerd staat onder zaaknummer 5660421 UC EXPL 17-1132. Verzoekster heeft in haar wrakingsverzoek aangevoerd dat zij het niet eens is met een brief van de rechtbank van 19 januari 2018, waarin werd aangekondigd dat er op 14 februari 2018 vonnis zou worden gewezen. Daarnaast is verzoekster van mening dat de rechter de dagvaarding van de wederpartij nietig had moeten verklaren en dat er een onafhankelijke rechter moet worden aangewezen om het vonnis van 3 mei 2017 te herzien.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat het wrakingsverzoek geen nieuwe gronden bevat die niet eerder zijn beoordeeld in een eerder verzoek van verzoekster, dat op 8 augustus 2017 werd ingediend en niet-ontvankelijk werd verklaard. De wrakingskamer heeft daarom besloten het huidige verzoek tot wraking kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren. Tevens is bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekster in dezelfde procedure niet in behandeling zal worden genomen, om misbruik van het wrakingsmiddel te voorkomen en de voortgang van de procedure te waarborgen.
De rechtbank heeft in haar beslissing de griffier opgedragen om deze uitspraak toe te zenden aan verzoekster en andere betrokkenen, en heeft de procedure in de hoofdzaak voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek.