9.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich gedurende een periode van bijna een half jaar schuldig gemaakt aan het plegen van ontucht met een jong en kwetsbaar kind, op een leeftijd waarop kinderen zich volop gaan ontwikkelen. Hiermee is in ernstige mate inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van deze minderjarige, en is zijn ontwikkeling verstoord. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dit soort feiten vaak langdurige en ernstige psychische schade van deze gebeurtenissen ondervinden. Verdachte heeft voorts het vertrouwen beschaamd van de ouders, die dit kind aan verdachte toevertrouwden. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan. In het voordeel van verdachte pleit echter dat hij volledige opening van zaken heeft gegeven, zodat voor het gezin duidelijkheid bestaat over wat er is gebeurd.
Gelet op de hiervoor beschreven ernst van de feiten kan echter niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 13 september 2018, waaruit blijkt dat verdachte op 13 september 2011 eerder is veroordeeld voor een pedoseksueel delict;
- een reclasseringsadvies van 25 oktober 2018, uitgebracht door Reclassering Nederland;
- een psychologisch rapport uitgebracht door P.K. Kristensen, gz-psycholoog BIG, en een psychiatrisch rapport uitgebracht door dr. I.F.F.M. Elzakkers, psychiater, beide van 19 oktober 2018.
Aan deze adviezen ontleent de rechtbank het volgende.
Volgens de deskundigen is er bij verdachte sprake van een pedofiele stoornis, een vermijdende persoonlijkheidsstoornis en van, mogelijk door het syndroom van Klinefelter ontstane, problemen in de aandachtsconcentratie en sociale communicatie. De vermijding is zo groot dat dit een wezenskenmerk is. Dit alles wordt zichtbaar in een verhoogde spanning. Seksuele ontlading is erg belangrijk in zijn spanningsregulatie.
Daardoor was verdachte ten tijde van het tenlastegelegde niet alleen vatbaar voor de gedragingen, maar zocht hij ook geen adequate hulp. Voornoemde psychiater en de psycholoog adviseren om verdachte het tenlastegelegde in verminderde mate toe te rekenen.
Het risico op recidive wordt als hoog ingeschat. Sociale isolatie kan dit versterken. Dit geldt ook voor de genoemde, door verdachte als positief ervaren seksuele ontlading binnen het contact met kinderen. De sociale isolatie van verdachte maakt dat begeleiding naar betekenisvol werk een aandachtspunt is.
Beide deskundigen bevelen behandeling bij een forensische polikliniek in combinatie met reclassering aan. Zij hebben geen hoge verwachtingen van behandeling die uitsluitend gericht is op inzicht en het van daaruit zichzelf controleren. Er dient vooral ingezet te worden op training, inslijten van nieuwe gedragspatronen en het organiseren van extern en actief risicomanagement, zoals het opzetten van een Cosa-cirkel vanuit een poliklinische setting. Ook is controle op het gebruik van porno noodzakelijk geacht.
Daarnaast is geadviseerd nader onderzoek te laten verrichten naar het bestaan van het syndroom van Klinefelter,
Met overneming van hun conclusies zal de rechtbank bij de straftoemeting rekening houden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
De reclassering heeft geadviseerd om aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met bijzondere voorwaarden die onder meer beantwoorden aan de conclusies van de hiervoor genoemde deskundigen.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 14 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaar en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, passend en geboden is.
Bij de straftoemeting is de rechtbank afgeweken van de eis van de officier van justitie nu verdachte is vrijgesproken van het tenlastegelegde onder feit 2. De partiële vrijspraak van het onder feit 1 tenlastegelegde acht de rechtbank niet van wezenlijke invloed op de strafmaat, gelet op de ernst van hetgeen wel bewezen wordt verklaard.