ECLI:NL:RBMNE:2018:6947
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot gedeeltelijke ontbinding van een aannemingsovereenkomst en schadevergoeding na tekortkoming in de uitvoering
In deze zaak vorderden eisers, [eisers c.s], bij de kantonrechter een gedeeltelijke ontbinding van een aannemingsovereenkomst met de besloten vennootschap [gedaagde] B.V. en schadevergoeding wegens tekortkomingen in de uitvoering van de werkzaamheden. De eisers hadden een overeenkomst gesloten met een contactpersoon van [gedaagde], maar stelden dat deze contactpersoon niet bevoegd was om namens [gedaagde] te handelen. De kantonrechter oordeelde dat er geen overeenkomst tot stand was gekomen tussen eisers en [gedaagde], omdat de contactpersoon niet de vereiste volmacht had. De kantonrechter wees erop dat de enkele vermelding van de naam van [gedaagde] op de opdrachtbevestiging en de handtekening van de contactpersoon onvoldoende bewijs vormden voor de conclusie dat [gedaagde] als contractspartij kan worden aangemerkt. Bovendien werd het beroep van eisers op onrechtmatig handelen van [gedaagde] afgewezen, omdat niet was aangetoond dat [gedaagde] onrechtmatig had gehandeld door geen aangifte te doen van eerdere misstanden. De kantonrechter concludeerde dat eisers in het ongelijk waren gesteld en veroordeelde hen tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde].