ECLI:NL:RBMNE:2018:6908

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 december 2018
Publicatiedatum
20 april 2020
Zaaknummer
16/659342-15 verlenging PIJ
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ) voor betrokkene

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 december 2018 uitspraak gedaan over de verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ) voor de betrokkene, geboren in 2001. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die op 29 november 2018 was ingediend, om de termijn van de PIJ-maatregel met 18 maanden te verlengen, beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene zich in het verleden meerdere keren heeft onttrokken aan de behandeling en opnieuw met de politie in aanraking is gekomen. Ondanks deze onttrekkingen heeft de betrokkene ook positieve ontwikkelingen laten zien, zoals een actieve en meewerkende houding en meer inzicht in zijn gedrag.

De rechtbank heeft de stukken in het dossier bestudeerd, waaronder een advies van de inrichting en een risicotaxatie. De deskundige A.M. Dekker heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht, waarin werd geadviseerd om de maatregel met 15 maanden te verlengen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de verdere ontwikkeling van de betrokkene eisen dat de termijn van de maatregel wordt verlengd. De rechtbank heeft daarom de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de PIJ-maatregel met 15 maanden verlengd.

De beslissing is genomen op basis van de artikelen 77s en 77t van het Wetboek van Strafrecht, en is uitgesproken ter openbare zitting. De rechtbank heeft de betrokkene de kans gegeven om zijn verlof en vrijheden opnieuw op te bouwen, met de nadruk op het belang van zijn verdere ontwikkeling en het omgaan met de vrijheden die hij zal krijgen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/659342-15
Datum uitspraak: 28 december 2018
Beslissing op de vordering tot verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen
Beslissing van de meervoudige raadkamer voor strafzaken, naar aanleiding van de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Midden-Nederland d.d. 29 november 2018, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 29 november 2018, strekkende tot verlenging met 18 (achttien) maanden van de termijn van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van:
[betrokkene] ,
geboren op [2001] te [geboorteplaats] ,
verblijvende bij [instelling] te [plaats] ,
nader te noemen: [betrokkene] .

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken, waaronder:
- een afschrift van het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 23 december 2016 waarbij [betrokkene] onder meer de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ) voor de duur van twee jaar is opgelegd;
- het advies van [instelling] van 19 november 2018, waaruit blijkt dat de PIJ-maatregel op 7 januari 2017 is ingegaan en strekkende tot de verlenging van de maatregel met 15 maanden, uitgebracht door A.M. Dekker, GZ-psycholoog en [A] , ad interim directeur van de inrichting;
- het vijfde tot en met achtste Perspectiefplan over de periode 24 november 2016 tot en met 18 juni 2018;
- het instrument Savry van 7 september 2018;
- de vordering van de officier van justitie van 29 november 2018.

2.De procesgang

Het onderzoek heeft - met gesloten deuren - plaatsgevonden ter zitting van 14 december 2018, waarbij zijn gehoord de officier van justitie mr. H.A. Leepel, [betrokkene] , raadsvrouw mr. R. Dijkstra, waarnemende voor mr. B.H.J. van Rhijn en de deskundige A.M. Dekker, verbonden aan [instelling] [plaats] .

3.Het standpunt en advies van de inrichting

[betrokkene] heeft verschillende interventies gevolgd en stelt zich dan actief en meewerkend op. Hij is gegroeid in zijn ontwikkeling, is open over wat er gebeurd is en is in staat zijn eigen aandeel in zaken te herkennen. Het is hem gelukt zich binnen de inrichting staande te houden, terwijl hij te maken heeft met groepsgenoten die vaak ouder zijn dan hij.
Er hebben zich meerdere keren incidenten voorgedaan, waaronder een aantal geweldsincidenten met het personeel en groepsgenoten. [betrokkene] blowt met enige regelmaat, heeft meerdere urinecontroles geweigerd en is 24 keer positief getest.
Na een jaar in de maatregel heeft [betrokkene] zich in februari 2018 onttrokken. Daarna herpakte hij zich goed, bouwde zijn verlof op en verkreeg meer vrijheden. Toch kon niet voorkomen worden dat hij zich in september 2018 opnieuw onttrok. [betrokkene] werd opgepakt en zijn verlof werd ingetrokken. [betrokkene] zal opnieuw moeten bewijzen dat hij betrouwbaar is en zich wil inzetten voor de afspraken met de inrichting.
Belangrijk is te beseffen dat [betrokkene] naast het PIJ-traject ook de puberteit doorloopt. Er is begrip voor zijn wens om buiten te kunnen zijn zoals elke andere jongen van zijn leeftijd. [betrokkene] zal echter moeten beseffen dat hij daarvoor eerst het PIJ-traject hoort af te ronden.
Doordat [betrokkene] nog leerbaar is, is er ook hoop: het patroon van het plegen van veel en diverse delicten lijkt doorbroken. Wel blijven er zorgen over zijn netwerk, middelengebruik en cognities (over zijn leefstijl, zichzelf en anderen).
Het is van belang dat [betrokkene] verder wordt begeleid bij het opbouwen en uitbreiden van zijn vrijheden en verantwoordelijkheden in een tempo waarin hij niet overvraagd wordt. Daarnaast zullen alle situaties en ervaringen met hem worden besproken, zodat hij meer inzicht krijgt in zijn keuzes en gedrag. Er is sprake van een verhoogd onttrekkingsrisico, dat deels kan worden verklaard vanuit de impulsiviteit van [betrokkene] , maar waar ook grenzen zoeken een rol speelt. Wat betreft het recidiverisico is er sprake van een matig risico. [betrokkene] beweegt zich soms op de grens van het toelaatbare en heeft hier nog sturing en controle op nodig.
De voortzetting van de behandeling binnen het kader van de PIJ zal starten met (on)begeleid verlof. Als dat goed gaat zal worden overgegaan op meerdaags verlof en daarna het vormgeven en inzetten van het Scholings- en Trainings Programma (STP). Elke volgende stap kan alleen gezet worden als de vorige fase goed is doorlopen.
Gelet op de aard en de omvang van het recidiverisico is het noodzakelijk dat, in het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling, [betrokkene] de komende tijd verder gaat werken aan de genoemde behandeldoelen. Om deze doelen te behalen heeft [betrokkene] zeker nog vijftien maanden nodig.
Deskundige R.A. Dekker heeft ter terechtzitting het advies van de inrichting toegelicht. Het advies om de maatregel met 15 maanden te verlengen wordt gehandhaafd. Het verlof van [betrokkene] zal – naar verwachting - in februari 2019 weer opgestart worden. [betrokkene] zal moeten laten zien dat hij om kan gaan met de vrijheden die hij zal krijgen.

4.Het standpunt van de officier van justitie

Ter zitting heeft de officier van justitie haar vordering gewijzigd, in die zin dat zij thans de verlenging van de maatregel vordert voor de duur van 15 maanden.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.

6.De beoordeling

De maatregel is door het Gerechtshof opgelegd ter zake van misdrijven die gericht zijn tegen en gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
De rechtbank overweegt dat op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat het traject binnen de inrichting met vallen en opstaan is verlopen. Betrokkene heeft zich, onder andere, meermalen, ook recent, onttrokken aan de behandeling en is opnieuw met de politie in aanraking gekomen. Uit een recent afgenomen risicotaxatie blijkt dat het recidiverisico matig is en het risico op onttrekking hoog.
Daarnaast heeft betrokkene ook een positieve ontwikkeling laten zien, hij heeft zich actief en meewerkend opgesteld en meer inzicht in zijn gedrag en handelen getoond. Betrokkene zal de komende periode opnieuw zijn verlof en vrijheden moeten gaan opbouwen en moeten laten zien dat hij daarmee om kan gaan.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, en het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van betrokkene, eisen dat de termijn van de maatregel wordt verlengd.
Daarom zal de rechtbank overeenkomstig het standpunt van de officier van justitie en het verzoek van de raadsvrouw de vordering tot verlenging toewijzen.

7.De toepasselijke wetsartikelen

Deze beslissing berust op de artikelen 77s en 77t van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de termijn van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van
[betrokkene]voor de duur van 15 maanden.
Deze beslissing is gegeven door mr. E. Akkermans, voorzitter en tevens kinderrechter, en mrs. H.A. Gerritse en I.G.C. Bij de Vaate, rechters, bijgestaan door G. van Engelenburg, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 28 december 2018.