ECLI:NL:RBMNE:2018:6906

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 oktober 2018
Publicatiedatum
20 april 2020
Zaaknummer
16/700110-16 tul bijz vw
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herroeping
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herroeping van bijzondere voorwaarden en verlenging proeftijd in verband met verslavingsproblematiek

Op 26 oktober 2018 heeft de Rechtbank Midden-Nederland te Utrecht uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 16/700110-16. Deze uitspraak betreft de herroeping van bijzondere voorwaarden en de verlenging van de proeftijd van de veroordeelde, die eerder was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, ingediend op 21 september 2018, beoordeeld. De officier vorderde de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, omdat de veroordeelde zich niet aan de bijzondere voorwaarden had gehouden, waaronder het zich melden bij de reclassering en het ondergaan van een klinische behandeling.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde herhaaldelijk in drugsgebruik is teruggevallen, ondanks eerdere klinische behandelingen en begeleiding door de reclassering. De reclassering heeft geadviseerd om de bijzondere voorwaarden te wijzigen, zodat de veroordeelde verplicht wordt mee te werken aan een kortdurende klinische opname. De rechtbank heeft dit advies gevolgd en de bijzondere voorwaarden aangepast, waarbij de proeftijd met één jaar is verlengd. De rechtbank oordeelde dat het vrijheidsbeperkende karakter van de klinische opname geen beletsel vormt voor de wijziging van de voorwaarden, en dat het noodzakelijk is voor de vermindering van het recidiverisico.

De rechtbank heeft de veroordeelde ook verplicht om zich te blijven melden bij de reclassering en heeft de voorwaarden verder aangepast om de begeleiding en behandeling van de veroordeelde te waarborgen. De uitspraak benadrukt het belang van een goede behandeling van verslavingsproblematiek en de noodzaak van toezicht om recidive te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/700110-16
Datum uitspraak: 26 oktober 2018
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling
Beslissing van de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht, meervoudige kamer voor strafzaken, naar aanleiding van de vordering van de officier van justitie in dit arrondissement, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 21 september 2018, strekkende tot tenuitvoerlegging van de straf, voor zover deze voorwaardelijk is opgelegd bij het onherroepelijk geworden vonnis van de meervoudige kamer in deze rechtbank van 3 oktober 2016, in de zaak tegen de veroordeelde:
[veroordeelde] ,
geboren op [1978] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
( [postcode] [plaats] , [adres] ,
hierna ook: de veroordeelde.

1.De procedure

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier van de veroordeelde bevindende stukken, waaronder:
- voormeld vonnis, waarbij de veroordeelde is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
- zich zal melden bij Reclassering Iriszorg te Arnhem-Nijmegen ( 088-6061600 ). Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zich op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling voor de
duur van maximaal 12 maanden zal laten opnemen op een forensische
psychiatrische afdeling (FPA) die gespecialiseerd is in dubbele diagnose
problematiek of een soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling
van het NIFP-IFZ, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die
hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur
van die instelling zullen worden gegeven;
- zich ambulant laat behandelen bij de polikliniek De Waag te Utrecht of een
vergelijkbare instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, indien en
voor zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. In het kader van die
behandeling dient veroordeelde mee te werken aan urinecontroles, zolang de
reclassering dit wenselijk en noodzakelijk acht. De veroordeelde zal zich dan
houden aan de regels die door of namens de leiding van de polikliniek zullen
worden gegeven;
- zal meewerken met de reclassering aan het vinden van passende huisvesting en
dagbesteding;
- zich gedurende een periode van twee jaren niet zal bevinden op het terrein van
tankstation [naam] te [adres] te [plaats] ;
- een advies van GGZ Reclassering Inforsa Utrecht, van 20 augustus 2018, opgemaakt door K. van Dodeweerd, reclasseringswerker, waarin staat dat de veroordeelde voormelde bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- de vordering na voorwaardelijke veroordeling van de officier van justitie van 21 september 2018, waarin de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf vordert;
- een email van K. van Dodeweerd, reclasseringswerker bij Inforsa , van 8 oktober 2018, waaruit blijkt dat veroordeelde op korte termijn kan worden opgenomen in een kliniek.
Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter zitting van 26 oktober 2018, waarbij zijn gehoord de officier van justitie, mr. R. Leuven, veroordeelde, de raadsman van veroordeelde, mr. B. van Nimwegen, alsmede A. Slager, reclasseringswerker en werkzaam bij Inforsa .

2.De beoordeling

2.1
Het standpunt van de reclassering
Uit het rapport van 20 augustus 2018 blijkt dat de klinische behandeling van veroordeelde bij de FPA [instelling] op 28 februari 2018 is afgerond en dat hij aansluitend daarop is geplaatst bij de beschermde woonvorm [woonvorm] . Veroordeelde wordt door forensische behandelinstelling Fivoor ambulant behandeld en begeleid door de reclassering.
In de eerste week na plaatsing bij [woonvorm] is er een terugval in drugsgebruik. In april 2018 en mei 2018 zijn er opnieuw terugvallen in drugsgebruik. Op 13 juli 2018 is vastgesteld dat het drugsgebruik van veroordeelde een structureel karakter heeft. Veroordeelde geeft zelf aan te stoppen met gebruik en daarbij geen hulp nodig te hebben. In augustus 2018 zijn er opnieuw terugvallen in drugsgebruik.
Door drugs te blijven gebruiken overtreedt hij de afspraken met [woonvorm] . Het drugsgebruik brengt een hoog recidiverisico met zich mee. Veroordeelde heeft op dit moment twee dagen per week een dagbesteding en weet zijn vrije tijd niet zinvol in te delen.
De eerdere klinische opname bij [instelling] heeft niet geleid tot langdurige abstinentie van zijn middelengebruik. Tijdens een kortdurende klinische opname, expliciet gericht op het middelengebruik, zal worden ingegaan op zijn motivatie om het middelengebruik te stoppen. Er zal moeten worden toegewerkt naar abstinentie. Vervolgens kan naar een zinvolle dagbesteding en vrijetijd indeling worden toegewerkt. Dat zijn voor veroordeelde beschermende factoren die het risico op terugvallen in het gebruik van harddrugs en hiermee het risico op recidive verminderen. Een kortdurende opname zal zijn woonplek niet in gevaar brengen.
De opgelegde bijzondere voorwaarden zijn onvoldoende om een goede invulling te geven aan het toezicht en om het risico op recidive te verminderen. De reclassering adviseert een wijziging van de bijzondere voorwaarden waarbij veroordeelde verplicht wordt mee te werken aan een kortdurende klinische opname van maximaal 7 weken, ten behoeve van crisis, detoxificatie, stabilisatie, observatie en/of diagnostiek.
Uit de email van 8 oktober 2018 blijkt dat veroordeelde, in tegenstelling tot eerder, inmiddels wel bereid is mee te werken aan een kortdurende klinische opname. Veroordeelde is inmiddels aangemeld bij de kliniek [kliniek] psychiatrie en verslaving, en zou daar eind oktober/begin november 2018 opgenomen kunnen worden.
Ter terechtzitting heeft de heer Slager het bovengenoemde rapport en de e-mail toegelicht. Hij heeft naar voren gebracht dat er tot op heden nog niet is ingezet op een behandeling van de verslaving van veroordeelde. Na de geadviseerde klinische opname kan er een nieuwe start gemaakt worden en zal verder gegaan worden met de behandeling en begeleiding van veroordeelde. Veroordeelde is nu gemotiveerd om af te kicken.
2.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd de bijzondere voorwaarden te wijzigen, in die zin dat deze aangevuld worden met de voorwaarde dat veroordeelde mee zal werken aan een kortdurende klinische opname, conform het advies van de deskundige. Voorts heeft de officier van justitie naar voren gebracht dat klinische behandeling een vrijheidsbeperkende maatregel is. Indien de rechtbank van oordeel is dat het daarom niet mogelijk is de bijzondere voorwaarden te wijzigen, dan zou de rechtbank de gedeeltelijke tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf kunnen gelasten voor de duur van 7 weken, zodat op die manier de klinische opname vorm gegeven kan worden.
2.3
Het standpunt van de verdediging en veroordeelde
De veroordeelde heeft verklaard dat hij onlangs nog een terugval heeft gehad in drugsgebruik. Hij heeft toen besloten dat hij echt moet stoppen en wil daarom meewerken aan een klinische opname.
De raadsman heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
2.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank constateert dat veroordeelde zich meermalen niet aan zijn bijzondere voorwaarden heeft gehouden. Zo is hij direct na afloop van zijn klinische opname bij [instelling] teruggevallen in drugsgebruik en tot op heden drugs blijven gebruiken. Ook zijn dagbesteding en vrije tijd indeling zijn (mede door dit drugsgebruik) onvoldoende.
De – langdurige – klinische opname, de daarop volgende plaatsing bij [woonvorm] , de hem geboden behandeling en begeleiding en de urinecontroles hebben niet geleid tot een positieve verandering in het drugsgebruik van veroordeelde. Het niet gebruiken van drugs, in combinatie met het hebben van een zinvolle dagbesteding en vrijetijd indeling, zijn noodzakelijk om het recidiverisico te verminderen. Het is, gelet op het hoge recidiverisico dat het drugsgebruik van veroordeelde met zich meebrengt, zowel in het belang van de maatschappij als in het belang van veroordeelde dat hij stopt met zijn drugsgebruik.
Gelet op hetgeen ter terechtzitting is besproken en het gegeven dat veroordeelde (blijkbaar) niet eerder is behandeld voor zijn verslaving en hij gemotiveerd is om af te kicken, zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie toewijzen en de bijzondere voorwaarden wijzigen, in die zin dat deze worden aangevuld met de voorwaarde dat veroordeelde mee zal werken aan een kortdurende klinische opname, zoals geadviseerd.
De rechtbank is van oordeel dat het vrijheidsbeperkende karakter van de klinische opname geen beletsel vormt om, conform artikel 14f van het Wetboek van Strafrecht, de bijzondere voorwaarden te wijzigen. Indien dat op enig moment nodig mocht zijn, zoals bij een eventuele toekomstige tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf, kan zo nodig of wenselijk alsnog rekening worden gehouden met het vrijheidsbeperkende karakter van de klinische opname.
Daarnaast acht de rechtbank het van belang dat veroordeelde ook na de klinische opname nog geruime tijd begeleiding van de reclassering krijgt. De rechtbank zal daarom de proeftijd met één jaar verlengen.
De rechtbank zal eveneens de overige voorwaarden wijzigen, in die zin dat de voorwaarde tot meewerken aan de (inmiddels ondergane) klinische opname bij [instelling] komt te vervallen, nu aan deze voorwaarde is voldaan. De in de voorwaarden genoemde reclasseringsinstantie zal gewijzigd worden in Inforsa , de huidige begeleider van veroordeelde. Het opgelegde locatie verbod van twee jaar komt te vervallen.
De rechtbank heeft gelet op artikel 14f van het Wetboek van Strafrecht.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de proeftijd met één jaar;
- wijzigt de bijzondere voorwaarden in die zin dat deze komen te luiden, dat veroordeelde:
- zich zal melden bij GGZ Reclassering Inforsa Utrecht, ( 3512 CR ) Utrecht, Wittevrouwenkade 6 ( 088-1617480 ). Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- verplicht zal meewerken aan een korte klinische opname (ten behoeve van crisis, detoxificatie, stabilisatie, observatie en/of diagnostiek) bij de kliniek [kliniek] psychiatrie en verslaving in Amsterdam, of eens soortgelijke instelling, voor de duur van maximaal zeven weken, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die opname door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
- zich ambulant laat behandelen bij de polikliniek De Waag te Utrecht of een
vergelijkbare instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, indien en voor zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. In het kader van die behandeling dient veroordeelde mee te werken aan urinecontroles, zolang de reclassering dit wenselijk en noodzakelijk acht. De veroordeelde zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van de polikliniek zullen worden gegeven;
- zal meewerken met de reclassering aan het vinden en behouden van passende
huisvesting en dagbesteding.
Aldus gedaan door mr. M.W.V. van Duursen, voorzitter, mrs. C.E.M. Nootenboom-Lock en H.F. Koenis, bijgestaan door G. van Engelenburg als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 26 oktober 2018.