Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
tul) (P)
thans gedetineerd te PI [verblijfplaats] – HvB [verblijfplaats] .
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
A: Ik had inderdaad handschoenen aan. Dit had ik in eerste instantie gedaan om niet te laten blijken dat ik daar naar binnen was geweest. Ik deed dit dus om geen sporen achter te laten.(…) Mijn rugzak is toen ook van mijn rug af gegaan tijdens die worsteling. Toen ik mij los had gewurmd van de bewoner (…). [6]
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF OF MAATREGEL
9.VORDERING TENUITVOERLEGGING
parketnummer 01/845219-17) is aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 75 dagen voorwaardelijk opgelegd. Verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan een strafbaar feit. Voorts is ter zitting gebleken dat deze voorwaardelijke straf nog niet onherroepelijk ten uitvoer is gelegd. Om die reden zullen deze straffen alsnog ten uitvoer worden gelegd. De rechtbank neemt hierbij ook in overweging dat het voorwaardelijk strafdeel is opgelegd voor een soortgelijk feit.
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
gevangenisstrafvan
6 maanden;