Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[gedaagde sub 4] ,
[gedaagde sub 6] ,
1.De procedure
De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- griffierecht 1.924,00
- salaris advocaat
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert Liander N.V. nakoming van betalingsverplichtingen van verschillende gedaagden in verband met onrechtmatig handelen en ongerechtvaardigde verrijking. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 2 mei 2018 uitspraak gedaan in deze civiele procedure. Liander stelt dat de gedaagden betrokken zijn bij een hennepkwekerij die elektriciteit heeft afgenomen zonder registratie. De vordering is gebaseerd op contractuele verplichtingen en groepsaansprakelijkheid volgens artikel 6:166 BW. De rechtbank oordeelt dat Liander onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar claims. De procedure tegen gedaagde sub 1 is geschorst vanwege faillissement. De rechtbank wijst de vorderingen af en veroordeelt Liander in de proceskosten, die zijn begroot op € 3.082,00. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de eiser om concrete feiten te stellen ter onderbouwing van haar vorderingen.