ECLI:NL:RBMNE:2018:6867
Rechtbank Midden-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming in kort geding afgewezen; bewijsvermoeden art. 7:218 BW weerlegd door huurder
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 oktober 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap Delphi Hotels Nederland BV en een huurder. Delphi vorderde de ontruiming van de door de huurder gehuurde woning, omdat zij stelde dat de huurder tekort was geschoten in haar verplichtingen uit de huurovereenkomst. De huurder had echter gemotiveerd verweer gevoerd en stelde dat de gebreken die Delphi aanvoerde reeds aanwezig waren bij de oplevering van de woning. De voorzieningenrechter oordeelde dat het bewijsvermoeden van artikel 7:218 BW, dat de huurder de woning in onbeschadigde staat had ontvangen, voldoende gemotiveerd was weerlegd door de huurder. De huurder had e-mailcorrespondentie overgelegd waaruit bleek dat zij de gebreken tijdig had gemeld. De rechtbank concludeerde dat Delphi niet had aangetoond dat de huurder verantwoordelijk was voor de gebreken en dat de ontruiming niet gerechtvaardigd was. Bovendien werd Delphi veroordeeld in de proceskosten van de huurder, omdat zij onrechtmatig had gehandeld door herhaaldelijk procedures te starten op basis van hetzelfde feitencomplex. De vordering tot ontruiming werd afgewezen en Delphi moest de proceskosten van de huurder vergoeden.