ECLI:NL:RBMNE:2018:6683
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toerekenbare tekortkoming van advocaat bij niet aanvragen toevoeging voor gefinancierde rechtsbijstand
In deze zaak vorderde de eiseres, een besloten vennootschap, betaling van een openstaande advocatendeclaratie van € 18.958,78 van de gedaagde, die de overeenkomst van opdracht had ontbonden. De gedaagde stelde dat de eiseres hem niet had gewezen op de mogelijkheid van gefinancierde rechtsbijstand, wat volgens hem een toerekenbare tekortkoming was. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde inderdaad recht had op gefinancierde rechtsbijstand en dat de eiseres tekort was geschoten in haar verplichtingen door deze mogelijkheid niet te onderzoeken of voor te leggen aan de gedaagde. De kantonrechter wees de vordering van de eiseres tot betaling van de declaratie af en kende de gedaagde een schadevergoeding toe van € 10.382,-, als gevolg van de tekortkoming van de eiseres. De eiseres werd ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 3 oktober 2018.