ECLI:NL:RBMNE:2018:6682

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 december 2018
Publicatiedatum
22 februari 2019
Zaaknummer
C/16/471022 / JL RK 18-727
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschillenregeling omtrent verlofplan voor minderjarige in gesloten jeugdhulp

In deze zaak, behandeld door de kinderrechter K.G. van de Streek op 4 december 2018, hebben ouders een verzoek ingediend met betrekking tot de uitvoering van de voorlopige ondertoezichtstelling van hun minderjarige dochter, geboren in 2002. De ouders, bijgestaan door hun advocaat mr. M.P. de Jong – de Kruijf, hebben de kinderrechter gevraagd om de gecertificeerde instelling (GI) te gelasten om mee te werken aan een verlofplan, zodat hun dochter tijdelijk thuis kan verblijven met de gesloten instelling als time-out plek. De GI, Samen Veilig Midden-Nederland, heeft echter aangegeven terughoudend te zijn ten aanzien van het verlof, vanwege zorgen over suïcidegevaar en de veiligheid van de minderjarige.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er in de afgelopen maanden veel ontwikkelingen zijn geweest rondom de minderjarige, die op verschillende behandelplekken heeft verbleven zonder langdurige behandeling. Tijdens een multidisciplinair overleg (MDO) is er een plan van aanpak opgesteld, waarin overeenstemming is bereikt over de noodzaak van een thuisplaatsing met de juiste ondersteuning. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is dat de GI meewerkt aan de verlofmomenten en het plan van aanpak, en heeft de GI gelast om hieraan te voldoen.

De kinderrechter heeft het verzoek van de ouders om de GI te veroordelen in de proceskosten afgewezen, omdat de handelswijze van de GI, die de veiligheid van de minderjarige vooropstelt, niet onredelijk is. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de GI onmiddellijk moet voldoen aan de gelasten maatregelen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Familierecht
Zittingsplaats: Lelystad
zaakgegevens : C/16/471022 / JL RK 18-727
datum uitspraak: 4 december 2018

beschikking geschillenregeling

in de zaak van

[ouder 1] en [ouder 2] ,

wonende te [woonplaats] ,
bijgestaan door mr. M.P. de Jong – de Kruijf, advocaat te Barneveld,
hierna te noemen: de ouders,
betreffende
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam van minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
Samen Veilig Midden-Nederland, hierna te noemen de gecertificeerde instelling (GI), gevestigd te [vestigingsplaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de ouders van 23 november 2018, ingekomen bij de griffie op 26 november 2018,
- een tweetal faxberichten met bijlagen van mr. M.P. de Jong-de Kruijf van 30 november 2018 en 3 december 2018, ingekomen bij griffie op 30 november 2018 en 3 december 2018.
Op 4 december 2018 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [voornaam van minderjarige] , die apart is gehoord,
- de moeder,
- de vader,
- mr. M.P. de Jong-de Kruijf,
- een vertegenwoordigster van de GI, mevrouw [A] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam van minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van 8 november 2018 is [voornaam van minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot 8 februari 2019. Daarnaast heeft de kinderrechter bij beschikking van 13 november 2018 een machtiging gesloten jeugdhulp ten aanzien van [voornaam van minderjarige] verleend voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.

Het verzoek

De ouders hebben een geschil voorgelegd met betrekking tot de uitvoering van de voorlopige ondertoezichtstelling. De advocaat van ouders heeft verzocht te bepalen:
- dat de GI per direct instemt met het verlof vanuit [naam 1] naar huis en meewerkt aan het opstellen van randvoorwaarden aan dat verlof van [voornaam van minderjarige] ;
- dat de GI per direct een plan van aanpak opstelt en alle mogelijke moeite zal doen om ambulante hulp voor [voornaam van minderjarige] te starten, in samenspraak met de casusregisseur van de gemeente Noordoostpolder ( de heer [B] ) en [naam 2] te [vestigingsplaats] ;
- de GI te veroordelen in de volledige proceskosten.
De advocaat heeft het verzoek – kort gezegd – als volgt onderbouwd. Kort nadat [voornaam van minderjarige] is geplaatst op een behandelgroep bij [naam 1] is duidelijk geworden dat dit niet de meest aangewezen behandelplek is voor haar. Er heeft na de plaatsing daarom een multidisciplinair overleg (MDO) plaatsgevonden waarbij meerdere professionals aanwezig zijn geweest. Deze professionals zijn allen zeer betrokken bij de behandeling van [voornaam van minderjarige] . Vanuit de GI was er niemand aanwezig. Tijdens dit overleg zijn de deelnemers eraan overeengekomen dat een nieuwe klinische opname niet wenselijk is voor [voornaam van minderjarige] . Er is in het MDO daarom een plan van aanpak vastgesteld waarbij [voornaam van minderjarige] in twee stappen naar huis kan terugkeren. Eerst met verlof vanuit [naam 1] en daarna onder begeleiding van de ambulante hulpverlening (IHT en FACT). Dit blijkt uit de overgelegde notulen van het MDO. Ook is er een veiligheidsplan voor de thuissituatie bij ouders vastgesteld. Daarnaast blijkt uit de stukken dat er een intakegesprek gepland staat bij [naam 3] en een kennismakingsgesprek bij stichting [naam 4] . Deze hulpverlening kan per direct starten als [voornaam van minderjarige] met verlof naar huis gaat. Alle voorwaarden voor een gedegen thuisplaatsing van [voornaam van minderjarige] zijn daarmee aanwezig. De ouders willen de machtiging gesloten jeugdhulp behouden als stok achter de deur zodat [voornaam van minderjarige] zich blijft motiveren voor behandeling en er bij een terugval de mogelijkheid is tot een snelle opname. De GI heeft de ouders laten weten niet akkoord te gaan met de verlofmomenten van [voornaam van minderjarige] . Ouders zijn het niet eens met deze beslissing van de GI. De advocaat van ouders heeft daarom dit geschil voorgelegd aan de kinderrechter. De advocaat verzoekt, gelet op de handelswijze van de GI, de GI te veroordelen in de proceskosten. Ter zitting heeft de advocaat het standpunt verder onderbouwd.

Het standpunt van belanghebbenden

De GI heeft ter zitting naar voren gebracht dat zij zeer terughoudend zijn ten aanzien van het verlof van [voornaam van minderjarige] . Er is sprake van suïcide-gevaar. Alvorens er verlofmomenten kunnen plaatsvinden moet er gekeken worden wat [voornaam van minderjarige] nodig heeft aan hulpverlening en wat er systemisch voor hulp ingezet moet worden. Als er stappen in dit proces worden overgeslagen is de kans van slagen klein. Een terugkeer naar huis is op dit moment een te grote stap en is onveilig voor [voornaam van minderjarige] . Het is op meerdere plekken niet gelukt. Als [naam 1] niet de aangewezen plek is dan moet [voornaam van minderjarige] binnen de reguliere gesloten jeugdhulp geplaatst worden. Vanuit daar zal gekeken moeten worden welke hulpverlening er ingezet moet worden alvorens zij kan terugkeren naar huis. Dit om haar veiligheid te waarborgen. De GI laat de beslissing ten aanzien van de geschillen aan de kinderrechter. Ten aanzien van het verzoek tot het maken van het plan van aanpak heeft de jeugdhulpverlener toegelicht dat deze opdracht er al ligt vanuit de voorlopige ondertoezichtstelling.

De beoordeling

Op grond van artikel 1:262b BW kunnen onder andere de ouders geschillen die de uitvoering van de ondertoezichtstelling betreffen aan de kinderrechter voorleggen. De kinderrechter neemt een zodanige beslissing als hem in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt. De kinderrechter stelt vast dat overeenstemming tussen betrokkenen niet mogelijk is ter zitting en acht de volgende beslissing in het belang van [voornaam van minderjarige] wenselijk.
De kinderrechter heeft ter zitting de GI gelast om te gaan meewerken aan de verlofmomenten en het opgestelde plan van aanpak dat [naam 1] , in samenspraak met alle professionals rondom [voornaam van minderjarige] , heeft opgesteld. De kinderrechter overweegt daartoe het volgende. Er zijn in de afgelopen maanden veel ontwikkelingen geweest waarbij [voornaam van minderjarige] op veel verschillende behandelplekken heeft verbleven. Op geen enkele behandelplek is een langdurige behandeling aangeslagen. [voornaam van minderjarige] heeft meerdere malen terugvallen gehad en is veelvuldig weggelopen. Ook liet zij veel weerstand zien naar de hulpverlening. Er moet, gelet op de vele wisselingen van plek, daarom kritisch gekeken worden welke behandelplek in het belang van [voornaam van minderjarige] is. Tijdens het MDO is door alle betrokken professionals een plan van aanpak en een veiligheidsplan opgesteld om [voornaam van minderjarige] thuis te plaatsen. Alle professionals zijn het tijdens dit overleg eens geworden dat een klinische opname niet in het belang van [voornaam van minderjarige] is. Dit blijkt uit de notulen van het MDO. Ook blijkt uit het veiligheidsplan dat er een duidelijk alternatief aanwezig is, mocht een thuisplaatsing niet slagen. [voornaam van minderjarige] kan dan alsnog, door de machtiging gesloten jeugdhulp die er nog ligt, geplaatst worden bij [naam 1] of bij een andere voorziening voor gesloten jeugdhulp. Daarnaast is uit de stukken gebleken dat bij een thuisplaatsing van [voornaam van minderjarige] er direct hulpverlening opgestart zal worden in de thuissituatie. Het is voor de kinderrechter voldoende komen vast te staan dat er een gedegen plan is opgesteld voor de verlofmomenten en dat er voldoende borgen zijn bij een terugval. De kinderrechter acht het in belang van [voornaam van minderjarige] dat [naam 1] daar waar mogelijk de Time Out plek beschikbaar houdt gedurende de duur van de machtiging gesloten jeugdhulp. De GI zal de verlofmomenten van [voornaam van minderjarige] nauwlettend moeten monitoren en samen moeten werken met ouders. De ouders hebben ter zitting de huidige jeugdhulpverlener ( mevrouw [C] ) een handreiking gedaan om langs te komen in de thuissituatie en te kijken hoe het met [voornaam van minderjarige] gaat. Ook de ouders zullen uiteraard de samenwerking met de GI moeten blijven zoeken.
De kinderrechter heeft ter zitting het verzoek tot – kort gezegd – het opmaken van een plan van aanpak door de GI afgewezen. Dit aangezien deze opdracht voor de GI volgt uit de opgelegde voorlopige ondertoezichtstelling. De jeugdhulpverlener heeft dit ter zitting bevestigd. De kinderrechter ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de uitvoering van deze werkzaamheden van de GI.
De kinderrechter heeft ter zitting eveneens het verzoek om de GI te veroordelen in de proceskosten afgewezen. De handelswijze en het standpunt van de GI, waarbij de veiligheid van [voornaam van minderjarige] voorop staat, zijn geenszins onredelijk, ondanks dat de kinderrechter nu anders oordeelt. Er is daarom geen aanleiding om de GI te veroordelen in de proceskosten.

De beslissing

De kinderrechter:
gelast de GI om te gaan meewerken aan de verlofmomenten en het opgestelde plan van aanpak dat [naam 1] in samenspraak met alle professionals rondom [voornaam van minderjarige] heeft opgesteld;
wijst het meer of anders gevraagde af;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door K.G. van de Streek, kinderrechter, in tegenwoordigheid van J.A.R. Bastiaans als griffier en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2018.