Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
aanmerkelijkekans op het intreden van de dood. Dat betekent dat geen (voorwaardelijk) opzet kan worden bewezen. De officier van justitie heeft daarom ten aanzien van feit 2 en 3 vrijspraak gevorderd voor de primair ten laste gelegde poging doodslag.
5.BEWEZENVERKLARING
of omstreeks 02 juli 2018 te Utrecht
, althans in het arrondissement
/tegenhaar hoofd en
/ofelders op
/tegenhaar lichaam heeft geslagen
/of(met kracht) aan haar haar heeft getrokken en
/ofeen oorbel uit haar
zwaarlichamelijk letsel (een gebroken
/gescheurdeoogkas
en/of
of omstreeks19 juli 2018 te Wijk bij Duurstede,
althans in het
althans
/ofde
vrij
of omstreeks19 juli 2018 te Wijk bij Duurstede,
althans in het
/ofveel gas en
/ofsnel oplopende snelheid is weggereden naar de, gelet op zijn rijrichting rechts van die/dat doodlopende weg/parkeerplein gelegen doorgaande weg (genaamd
/ofde aldaar
al duwend, althansdie geparkeerde auto (Volkswagen) rakend, met zijn, verdachtes auto (Mercedes)
tegen/langs die op de weg geparkeerde auto (Volkswagen) is blijven rijden en
/ofis ingereden op die
zich naast, althanszeer kort achter, die Volkswagen op het vrije deel van de weg lopende/staande [verbalisant 2] waardoor die [verbalisant 2] opzij moest springen teneinde niet te worden geraakt door
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
achttien (18) maanden;
iedere keerdat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van zes (6) maanden;
achttien (18) maanden;
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.783,10, bestaande uit materiële en immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 juli 2018 tot de dag van volledige betaling;
[slachtoffer]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 2.783,10, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
37 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;