ECLI:NL:RBMNE:2018:6671
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van vennoot voor schulden van de v.o.f. na overname van de onderneming
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 31 oktober 2018 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiseres] B.V. en [gedaagde]. De eiseres vorderde een bedrag van € 595,19 van de gedaagde, bestaande uit hoofdsom, rente en buitengerechtelijke incassokosten. De eiseres stelde dat de gedaagde toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van een overeenkomst, omdat hij het verschuldigde bedrag ondanks sommaties niet had betaald. De gedaagde verweerde zich door te stellen dat hij niet persoonlijk aansprakelijk was, omdat de overeenkomst was afgesloten door een vennootschap onder firma (v.o.f.) waarvan hij en een coöperatie de vennoten waren. Hij stelde dat de v.o.f. niet meer bestond en dat de onderneming was voortgezet door de coöperatie, die inmiddels ook niet meer bestond.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde als voormalig vennoot van de v.o.f. persoonlijk aansprakelijk bleef voor de schulden van de v.o.f., ook al was de onderneming overgenomen. De rechter stelde vast dat de eiseres niet had ingestemd met een eventuele schuldovername, waardoor de schuld bij de v.o.f. bleef en de gedaagde persoonlijk aansprakelijk was. De kantonrechter wees de vordering van de eiseres in zijn geheel toe en veroordeelde de gedaagde tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten. De proceskosten werden begroot op € 772,23, inclusief het salaris van de gemachtigde. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.