Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 21 februari 2018;
- het proces-verbaal van de zitting gehouden op 6 juni 2018.
2.De beoordeling
De werkverhouding tussen vader en zoon in [eiseres]
- dat vanaf de start van de onderneming van [eiseres] veel met contanten werd gewerkt – in het verlengde waaraan [voornaam van A] op de comparitie, ook onweersproken, verklaarde dat zijn vader al jaren tonnen in contanten had aangenomen
- dat contante ontvangsten soms werden gestort op de bankrekening en soms om uitgaven mee te betalen,
- dat van de rekening van [eiseres] ook privé uitgaven werden gedaan, waardoor de geldstromen dus door elkaar liepen,
€ 3.414,00(2 punten × tarief V)