In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 december 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Perfect Eyelash B.V. en een gedaagde die onder een vergelijkbare handelsnaam opereert. Eiseres, Perfect Eyelash B.V., stelt dat gedaagde inbreuk maakt op haar handelsnaam- en merkrechten door het gebruik van de handelsnaam "[handelsnaam 1]". Eiseres voert aan dat beide ondernemingen dezelfde diensten aanbieden in de cosmetische branche, wat verwarring onder het publiek kan veroorzaken. Eiseres vordert gedaagde te verbieden om de vergelijkbare handelsnaam te gebruiken en eist schadevergoeding.
De rechtbank heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken, waaronder de dagvaarding, producties van beide partijen en de pleitnota's. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd dat zij rechthebbende is op de handelsnaam "Perfect Eyelash". De rechtbank concludeert dat de handelsnaam van eiseres pas vanaf 1 oktober 2015 in gebruik is genomen, terwijl gedaagde al eerder actief was onder haar handelsnaam. Hierdoor heeft eiseres niet aangetoond dat zij de oudste rechten heeft.
De vorderingen van eiseres zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 4.542,00. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering bij claims van inbreuk op intellectuele eigendomsrechten en de noodzaak om de rechtsgeldigheid van handelsnaam- en merkrechten aan te tonen.