ECLI:NL:RBMNE:2018:6574

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 december 2018
Publicatiedatum
23 januari 2019
Zaaknummer
652613-18
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte wegens belaging, bedreiging, smaadschrift en diefstal met meerdere feiten

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 31 december 2018 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere strafbare feiten, waaronder belaging, bedreiging, smaadschrift en diefstal. De verdachte, geboren in 1984, werd beschuldigd van het stelselmatig inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van zijn ex-vriendin, door haar te bedreigen en beledigende berichten te sturen via verschillende communicatiemiddelen. Daarnaast werd hij beschuldigd van diefstal van goederen uit de woning van zijn ex-vriendin en van het verspreiden van naaktfoto's en pornografische video's van haar naar buren en op internet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1, 5, 6, 7, 8 en 9, maar sprak hem vrij van de feiten 2, 3 en 4. De rechtbank oordeelde dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was, gezien zijn psychische problemen en alcoholgebruik. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder een contactverbod met de slachtoffers. Tevens werden er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16/652613-18 en 16/174253-16 (tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 31 december 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats] ,
gedetineerd in [verblijfplaats] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 december 2018.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. N. Schapendonk en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw mr. L.D.H. Lesmeister, advocaat te Almere, alsmede de benadeelde partij [slachtoffer 1] , bijgestaan door mr. Y. ten Tuijnte, advocaat te Arnhem, en de benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , beiden bijgestaan door [A] , medewerkster Slachtofferhulp Nederland, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
in de periode van 1 april 2018 tot en met 5 augustus 2018 te Almere wederrechtelijk stelselmatig, opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] met het oogmerk die [slachtoffer 1] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen door telkens e-mailberichten, voicemailberichten, sms-berichten, whatsappberichten en/of facebookberichten te verzenden met beledigende en/of dreigende aard;
feit 2:
in de periode van 5 mei 2018 tot en met 27 mei 2018 te [plaatsnaam 1] , in/uit de woning gelegen aan [adres] , buiten weten of tegen de wil van [slachtoffer 1] verschillende goederen heeft weggenomen;
feit 3:
in de periode van 1 maart 2018 tot en met 1 juni 2018 te Almere, [slachtoffer 1] heeft mishandeld;
feit 4:
op 5 mei 2018 te Almere [slachtoffer 1] heeft bedreigd;
feit 5:
in de periode van 12 november 2017 tot en met 15 december 2017 te Almere 16 blikken bier toebehorende aan de [naam winkel] heeft weggenomen;
feit 6:
in de periode van 27 augustus 2018 tot en met 28 augustus 2018 te Almere, [slachtoffer 1] heeft bedreigd;
feit 7:
op 5 september 2018 te [plaatsnaam 2] en/of Almere, [slachtoffer 2] heeft bedreigd;
feit 8:
op 5 september 2018 te [plaatsnaam 2] en/of Almere, [slachtoffer 3] heeft bedreigd;
feit 9:
in de periode van 26 februari 2018 tot en met 15 augustus 2018 te Almere en/of [plaatsnaam 2] , opzettelijk de eer en/of goede naam van [slachtoffer 2] heeft aangerand, door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en/of afbeeldingen verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen en/of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1, feit 5, feit 6, feit 7, feit 8 en feit 9 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Het onder feit 2, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde acht de officier van justitie niet wettig en overtuigend te bewijzen en zij vordert verdachte daarvan vrij te spreken.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 2, feit 3, feit 4 en feit 8 ten laste gelegde. Met betrekking tot feit 9 heeft de raadsvrouw vrijspraak bepleit van het eerste gedachtestreepje, te weten het versturen van naaktfoto’s van [slachtoffer 2] en zich voor het overige gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van het onder feit 1, feit 5, feit 6 en feit 7 heeft de raadsvrouw zich eveneens gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
feit 2, feit 3 en feit 4:
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 2, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken.
feit 1:
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder feit 1 ten laste gelegde bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen [1] :
- een aangifte van [slachtoffer 1] van 25 mei 2018; [2]
- een aangifte van [slachtoffer 1] van 26 juli 2018; [3]
- een proces-verbaal van bevindingen van 3 augustus 2018; [4]
- een proces-verbaal van bevindingen van 3 augustus 2018; [5]
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 december 2018.
feit 5:
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder feit 5 ten laste gelegde bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de aangifte van [aangever] namens [naam winkel] BV van 18 december 2017; [6]
- een proces-verbaal van bevindingen van 31 juli 2018; [7]
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 december 2018;
De rechtbank kan op grond voor voornoemd bewijs het exacte aantal weggenomen blikken bier niet vaststellen, wel dat verdachte meerdere blikken bier heeft gestolen op verschillende tijdstippen in de ten laste gelegde periode.
feit 6:
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder feit 6 ten laste gelegde bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen [8] :
- een proces-verbaal van bevindingen van 30 augustus 2018; [9]
- een aangifte van [slachtoffer 1] van 30 augustus 2018; [10]
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 december 2018.
feit 7:
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder feit 7 ten laste gelegde bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- een aangifte van [slachtoffer 2] van 6 september 2018; [11]
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 december 2018.
feit 8:
Bewijsmiddelen
[slachtoffer 3] heeft aangifte gedaan van bedreiging met de dood door [verdachte] , te [plaatsnaam 2] op 5 september 2018. Op deze dag kreeg hij op het e-mailadres [e-mailadres 1] e-mailberichten afkomstig van het e-mailadres ‘ [e-mailadres 2] ’ en hij werd gebeld door een afgeschermd telefoonnummer. De persoon die hem belde hoorde hij zeggen: “ik kom je afmaken”. Zijn vriendin [voornaam van slachtoffer 2] herkende de stem van [verdachte] . [12]
In de bijlage gevoegd bij de aangifte van [slachtoffer 3] staat in een e-mailbericht van 5 september 2018 om 17 .33 uur, afkomstig van ‘ [e-mailadres 2] ’, gericht aan [e-mailadres 1] : “
En ik vermoord jullie 2” en “
Je zal boeten voor wat je hebt gedaan en voor ik naar binnen ga kom ik”. [13]
In de bijlage gevoegd bij de aangifte van [slachtoffer 3] staat in een e-mailbericht van 5 september 2018 om 21.31 uur, afkomstig van ‘ [e-mailadres 2] ’, gericht aan [e-mailadres 1] : “
Alleen als jij mij ontwijkt of je gaat werken en het lukt me biet je af te schieten voor je naar je werk gaat pak ik 1 van je vrienden”. [14]
Verbalisant [verbalisant] heeft het door [slachtoffer 3] opgenomen telefoongesprek tussen hem en verdachte uitgeluisterd. Verbalisant herkent de stemmen van [slachtoffer 3] en verdachte. Hij hoort verdachte zeggen: “
Luister…ik kom je afmaken”. [15]
Verdachte heeft verklaard dat hij op 5 september 2018 aan [voornaam van slachtoffer 3] een e-mail heeft verzonden vanaf het e-mailadres ‘ [e-mailadres 2] ’ waarin hij de ten laste gelegde bewoordingen heeft gebruikt. Ook heeft verdachte verklaard dat hij via de telefoon bedreigende woorden heeft gebruikt. [16]
Bewijsoverweging
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat bij [slachtoffer 3] subjectief gezien geen redelijke vrees kon ontstaan voor het misdrijf waarmee werd gedreigd nu hij deze bewoordingen zelf heeft uitgelokt door verdachte katoenplukker te noemen en foto’s te sturen van een motorclub.
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen is de rechtbank evenwel van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat de uitlatingen van verdachte, zowel objectief als subjectief bezien, van dien aard en onder zodanig omstandigheden zijn geuit dat bij de aangever ook in redelijkheid vrees kon ontstaan dat verdachte hiertoe daadwerkelijk over zou gaan. Het verweer dat [slachtoffer 3] verdachte zou hebben uitgelokt – waarvoor overigens geen (deugdelijke) onderbouwing is aangedragen - maakt dit oordeel van de rechtbank niet anders.
feit 9:
Naaktfoto’s per post
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij op 1 maart 2018 per post een envelop ontving op haar adres aan de [straatnaam] [nummeraanduiding 1] te [plaatsnaam 2] . In deze envelop trof zij een naaktfoto van zichzelf in kleur en op A4 formaat aan. Zij herinnerde zich dat haar ex, [verdachte] , deze foto van haar had genomen. Haar gezicht was herkenbaar op deze foto. Kort daarna kwam haar buurman van de [straatnaam] [nummeraanduiding 3] te [plaatsnaam 2] aan haar deur en vertelde dat hij en andere buren post hadden ontvangen en toonde [slachtoffer 2] de envelop. [slachtoffer 2] zag op deze envelop hetzelfde handschrift als op de envelop die zij ontvangen had. Zij herkende het handschrift als zijnde van [verdachte] . Zij zag in de envelop van de buurman dezelfde foto, ook in kleur en op A4 formaat. In de envelop van de buurman zat een stukje papier met de getypte tekst: “
Uw onschuldige buurvrouw. Zij is niet wie zij zegt dat zij is of zich zelfs zo afbeeld als u haar kent en met haar omgaat zal u benadeeld worden denk aan dingen zoals fraude fijn wonen met zo iemand in de straat en ze woont”. Bij de huisnummers [nummeraanduiding 2] , [nummeraanduiding 4] en [nummeraanduiding 5] was dezelfde brief bezorgd. Achter op de envelop bezorgd bij de [straatnaam] [nummeraanduiding 4] staat de tekst: “
Je buurvrouw”. Alle brieven zijn gepost via PostNL en gefrankeerd middels een sticker van PostNL met als datum 28 februari 2018. [17]
Op 22 februari 2018 heeft verdachte aan [slachtoffer 2] onder meer gemaild:
“…dus bereid je voor en bekijk de foto goed.” [18]
Getuige [getuige] heeft op 21 maart 2018 verklaard dat hij drie weken daarvoor een witte envelop per post had ontvangen met daarin een naaktfoto van een vrouw. [getuige] woont aan de [straatnaam] [nummeraanduiding 3] te [plaatsnaam 2] . Hij dacht op de foto de buurvrouw van de [straatnaam] [nummeraanduiding 1] te [plaatsnaam 2] te herkennen. Hij is vervolgens naar deze buurvrouw gegaan. Hij hoorde van haar dat haar ex-man/vriend dit had gedaan. De buren van nummer [nummeraanduiding 3] , [nummeraanduiding 4] en [nummeraanduiding 5] bleken dezelfde post te hebben ontvangen. [19]
Filmpjes op pornosite(s)
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat buurvrouw [B] haar op 7 augustus 2018 te [plaatsnaam 2] opmerkzaam maakte dat zij bij het zoeken op de naam
[slachtoffer 2]op Google uitkwam op verschillende pornosites met diverse sexfilmpjes en naaktfoto’s van [slachtoffer 2] . [slachtoffer 2] wist meteen dat [verdachte] dit had gedaan omdat hij de enige is die deze naaktfilmpjes en naaktfoto’s van haar in bezit heeft.
Verdachte heeft verklaard dat hij de filmpjes op [naam website] heeft geplaatst. Bij het plaatsen heeft hij aangevinkt dat andere websites deze filmpjes mogen overnemen. Daarom zijn filmpjes op verschillende websites terechtgekomen. [20]
Cd-roms per post
[slachtoffer 2] heeft verklaard dat haar vriend [slachtoffer 3] op 14 augustus 2018 een bericht kreeg van vermoedelijk [voornaam van verdachte] , inhoudende: “
Heb je je pakket al ontvangen?”. Zij heeft diezelfde dag aan de postbode gevraagd of hij enveloppen met hetzelfde handschrift bij de te bezorgen post had aangetroffen. De postbode bleek toen enveloppen met hetzelfde handschrift voor de adressen aan de [straatnaam] [nummeraanduiding 5] , [nummeraanduiding 6] en [nummeraanduiding 7] bij zich te hebben. [slachtoffer 2] herkende het handschrift van [voornaam van verdachte] . Zij heeft de enveloppen meegekregen van de postbode. De buurman van nummer [nummeraanduiding 3] had eenzelfde envelop al ontvangen en had deze geopend. In de envelop zat een getypte brief en een cd-rom. [21]
Verdachte heeft verklaard dat hij cd-roms met filmpjes aan [voornaam van slachtoffer 2] en haar buren heeft verstuurd per post. Op de cd-roms stonden filmpjes waarop te zien was dat [voornaam van slachtoffer 2] en hij seks hadden. [22]
Bewijsoverweging
Verdachte heeft het onder feit 9 ten laste gelegde bekend, met uitzondering van het versturen van de naaktfoto van [slachtoffer 2] in de periode van 26 februari 2018 tot en met 1 maart 2018. De rechtbank is echter van oordeel dat op grond van voornoemde bewijsmiddelen ook bewezen kan worden dat verdachte deze naaktfoto’s heeft verstuurd naar [slachtoffer 2] en haar buren nu [slachtoffer 2] het handschrift van verdachte heeft herkend en de verspreide naaktfoto door verdachte is gemaakt. De rechtbank wordt in haar overtuiging gesterkt nu verdachte kort voor hij de foto’s verstuurde heeft gemaild dat [slachtoffer 2] de foto goed moest bekijken en hij dezelfde werkwijze gebruikt als bij het verspreiden van de cd-roms aan [slachtoffer 2] en haar buren. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het onder feit 9 ten laste gelegde.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1:
hij meer tijdstippen in de periode van 1 april 2018 tot en met 5 augustus 2018 te Almere, wederrechtelijk, stelselmatig, opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] , met het oogmerk die [slachtoffer 1] , vrees aan te jagen, door telkens e-mailberichten en voicemail-berichten te verzenden van beledigende en dreigende aard, waarin onder meer stond vermeld:
- 4 juni 2018: “ik ga je op je kankerkop slaan joh gek” en “ik heb je zoveel e-mails gestuurd waarin ik zei: praat met me en waarin ik mijn fouten heb erkend” en “ik hoop dat ik van je blijft houden, want als ik begin te haten heb je een kankerprobleem in Nederland en dat weet je. Dat weet je, je hebt zelf in die rechtbank gezeten. Je gaat schijten” en “dat ik jou hoofd niet tegen die kast had geduwd, maar echt letterlijk, en dat je niet doorging, met je kop erdoorheen” en “ik heb je spullen trouwens niet gepakt of gestolen. We hebben ze verhuis. Laten we dat even duidelijk maken” en “Drank heeft heel veel invloed op een mens, je hebt mij zelf gezegd: het is pis van de duivel dus wat denk je wat ik word, als ik hoor je bent ‘lousoe’ gegaan of je staat met mij matties te chillen. Ik ga je op je kankerkop slaan joh gek. Kijk in mijn e-mails, waarin jij zegt dat ik zo switch, dat is puur omdat jij mij echt het bloed onder de nagels haalt.” en “Je wilt doen, weet je, als ik jou echt mishandel he en echt op jou ga he, dan is er niks meer van jou over. Dit weet jij, want jij weet dat jij geen partij voor mij bent” en
- 17 mei 2018: “en onze baby het spijt me voor alles aub tet ik heb geld ik zal je halen” en
- 19 mei 2018: “en omdat je mij genaaid heb ben je je spullen kwijt zijn niet bij mij” en
- 22 juni 2018: “je gaat online met je kut onder de douche veel suces namen word vermeld” en
- 24 juni 2018: “let op wat ik word ik word wat je haat en wild. En met wie jij ook bent je kent me wanneer ik wraak neem .. ik maak je kapot” en
- 3 juli 2018: “stop met wat je doet op me fb [voornaam van slachtoffer 1] ik ga je bek breken” en
- 6 juli 2018: “nu start mijn wraak op jou en wat dat gaat worden ga je zwaar onder vinden. Ivm met je leugens maar ik pak van jou wat je het meest lief is. Daar begin ik mee. Let op beter heb je idd die gun gehaald! en mijn wraak?? Start morgen heeeel simpel met het eerst .. mijn wraak is verschrikkelijk. Je bent nu klaar, let op. Voor alles een tijd en een plaats jullie beiden gaan gaan diamond.”
feit 5:
hij op meer tijdstippen in de periode van 12 november 2017 tot en met 15 december 2017 te Almere, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen blikken bier, toebehorende aan [naam winkel] ;
feit 6:
hij in de periode van 27 augustus 2018 tot en met 28 augustus 2018 te Almere [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, oor die [slachtoffer 1] (schriftelijk, per e-mail) dreigend de woorden toe te voegen
- “ Je speelde met pistolen toch nu vang je een kogel’ en
- “ je gaat kapot voor dit als je kapot maakt wat ik bouw en ik vind je en kill iedereen die je lief is snoezie poezie” en
- “ ik ga jou vermoorden [voornaam van slachtoffer 1] ” en
- “ je gaat nu gaan als ik je tegen kom en je gaat idd echt gaan” en
- “ ik vermoord je wanneer ik je zie [voornaam van slachtoffer 1] ” en
- “ je leugens en handelingen hebben nu je graf gegraven. Ik maak je kapot.” en
- “ Me vorige mails zeiden het ik wil je nu dood zien”;
feit 7:
hij op of omstreeks 5 september 2018 te [plaatsnaam 2] , [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 2] (schriftelijk, via e-mail) dreigend de woorden toe te voegen
- “ ik ga je vermoorden voor wat je mij en je kinderen hebt aangedaan” en
- “ ik zweer ook al verdwijn ik voor 5 jaar ik kom je halen [voornaam van slachtoffer 2] en ik lieg dat ik je een kogel door je hoofd kan schieten maar nu ik zie wat je doet met de kids jezelf” en
- “ en idd [voornaam van slachtoffer 2] ben alles kwijt maar ik kom voor jou en je weet wat ik kan had en heb” en
- “ ik begraaf je naast je mama” en
- “ en ik vermoord jullie 2” en
- “ je zal boeten voor wat je hebt gedaan voor ik naar binnen ga kom ik” en
- “ alleen als jij mij ontwijkt of je gaat werken en het lukt me niet je af te schieten voor je naar je werk gaat pak ik 1 van je vrienden” en
- “ maar ik ga je stoppen en je zal je moeder gaan zien” en
- “ En meer ik beloof je dat ik je kapot ga maken” en
- “ maar ik beloof je dat als ik Vrij kom kom ik voor jou. Ik maak je compleet kapot” en
- “ ik zal je kapot maken en ik kom echt voor je al geven ze mij 4 jaar”;
feit 8:
hij op 5 september 2018 te [plaatsnaam 2] , [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 3] (verbaal en schriftelijk, via de telefoon en e-mail) dreigend de woorden toe te voegen
- “ ik kom je afmaken” en
- “ en ik vermoord jullie 2” en
- “ je zal boeten voor wat je hebt gedaan en voor ik naar binnen ga kom ik” en
- “ alleen als je mij ontwijkt of je gaat werken en het lukt me niet je af te schieten voor je naar je werk gaat pak ik 1 van je vrienden”;
feit 9:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 26 februari 2018 tot en met 15 augustus 2018 te [plaatsnaam 2] , opzettelijk, de eer en de goede naam van [slachtoffer 2] heeft aangerand, door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en afbeeldingen verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen en door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht , door
- een naaktfoto van voornoemde [slachtoffer 2] te versturen naar die [slachtoffer 2] en meerdere buren van die [slachtoffer 2] , met daarbij (onder meer) de tekst “Uw onschuldige buurvrouw. Zij is niet wie zij zegt dat zij is of zich zelfs zo afbeeld. als u haar kent en met haar omgaat zal u benadeeld worden, denk aan dingen zoals fraude fijn wonen met zo iemand in de straat en ze woont” en “je buurvrouw”; en
- op een pornosite een naaktfoto en pornografische films , waarop die [slachtoffer 2] is te zien, te plaatsen en vervolgens via internet een link naar deze afbeeldingen en filmbeelden te verspreiden; en
- een gegevensdrager met daarop pornografische filmbeelden en afbeeldingen, waarop die [slachtoffer 2] is te zien, te versturen aan [slachtoffer 2] en meerdere buren van die [slachtoffer 2] .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1:
belaging;
feit 5:
diefstal, meermalen gepleegd;
feit 6, feit 7 en feit 8, telkens:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
feit 9:
smaadschrift.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 9 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering met uitzondering van het schadeherstel. Daarnaast heeft de officier van justitie een vrijheidsbeperkende maatregel gevorderd inhoudende dat verdachte wordt bevolen zich te onthouden van contact met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . De officier van justitie heeft voorts gevorderd de te stellen voorwaarden, het uit te oefenen toezicht en de vrijheidsbeperkende maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich met betrekking tot de straf en de vrijheidsbeperkende maatregel gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf/maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belaging, bedreigingen, smaadschrift en winkeldiefstallen. De rode draad bij de bewezenverklaarde feiten is dat verdachte zijn ex-vriendin(nen) niet kan loslaten en onder invloed van alcohol overgaat tot deze misdrijven. De rechtbank is van oordeel dat het dieptepunt van deze misdrijven is dat verdachte naaktfoto’s en pornofilmpjes van de moeder van zijn kinderen per post heeft laten bezorgen bij haarzelf en haar buren en deze afbeeldingen en filmpjes op internet met naam en toenaam heeft laten circuleren. Het is algemeen bekend dat wanneer iemands naam en foto op deze wijze op internet komen, het niet gemakkelijk is daarvan af te komen. Dit feit heeft dan ook grote en langdurige impact op het leven van [slachtoffer 2] . Daarnaast heeft verdachte door deze foto’s, cd-roms en de daarbij gevoegde teksten te verspreiden de buren van [slachtoffer 2] ongewild betrokken in een langdurig conflict tussen hen beiden. Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan stalking van zijn nieuwste ex en bedreigingen van zijn exen en de nieuwe vriend van zijn eerste ex. Uit al deze feiten blijkt dat het voor verdachte onmogelijk is om op een andere manier met een relatiebreuk om te gaan. Uit de ter terechtzitting voorgedragen slachtofferverklaringen blijkt dat deze gedragingen grote invloed hebben op het leven van de betrokkenen. De rechtbank rekent dit verdachte dan ook zwaar aan.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 7 november 2018 waaruit onder meer blijkt dat verdachte op 6 april 2018 door de politierechter is veroordeeld voor belaging en bedreiging.
Ook heeft de rechtbank rekening gehouden met een psychologisch onderzoek Pro Justitia van 20 november 2018, opgesteld door drs. W.J.L. Lander, klinisch psycholoog en een psychiatrisch onderzoek Pro Justitia van 3 december 2018 opgesteld door J. Marx, psychiater. Uit beide onderzoeken blijkt dat verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van ADHD, een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een persoonlijkheidsstoornis met antisociale, borderline en narcistische trekken en dat verdachte ook lijdt aan een stoornis in gebruik van alcohol. Deze stoornissen bestonden ten tijde van het ten laste gelegde en hebben de gedragskeuzes en gedragingen van verdachte (deels) beïnvloed. De psycholoog heeft geconcludeerd om feit 1, feit 5, feit 6, feit 7 (feit 8 en feit 9 zijn niet meegenomen in het onderzoek) in verminderde mate toe te rekenen aan verdachte. De psychiater heeft geconcludeerd om feit 1, feit 6, feit 7 en feit 8 (feit 9 is niet meegenomen in het onderzoek) in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Het recidiverisico voor soortgelijke feiten wordt als hoog getaxeerd. Beide deskundigen adviseren om verdachte een EMDR-behandeling in combinatie met het ‘Woede-, Wrok- en Wraakprotocol’ bij [instelling 1] of een soortgelijke instelling te laten ondergaan in het kader van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel.
De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen over, maakt die tot de hare en is daarom van oordeel dat het onder feit 1, feit 5, feit 6, feit 7 en feit 8 bewezen verklaarde verminderd aan verdachte kan worden toegerekend. Hoewel de deskundigen het onder feit 9 ten laste gelegde in het onderzoek niet hebben betrokken is de rechtbank van oordeel dat gelet op de onderbouwing van de deskundigen dit bewezen verklaarde feit eveneens verminderd aan verdachte kan worden toegerekend.
Daarnaast heeft de rechtbank kennis genomen van een reclasseringsadvies van 19 november 2018 uitgebracht door [C] , reclasseringwerker bij [instelling 2] . De reclassering adviseert aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen waarbij aan het voorwaardelijk strafdeel als bijzondere voorwaarden verbonden zouden moet worden: 1. een meldplicht bij de reclassering, 2. een ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), 3. een contactverbod, 4. schadeherstel. Daarnaast heeft de reclassering de dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden en het toezicht geadviseerd.
Op te leggen straf
Gelet op de hiervoor beschreven aard en ernst van de feiten is naar het oordeel van de rechtbank een vrijheidsbenemende straf op zijn plaats.
Bij de strafoplegging is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 9 bewezenverklaarde het zwaartepunt van de zaak is. Dit is een zeer ingrijpend feit met een dermate grote invloed op het leven van [slachtoffer 2] dat de rechtbank een hogere straf zal opleggen dan door de officier van justitie gevorderd. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat gelet op het hoge recidiverisico en de noodzaak van behandeling in combinatie met de verminderde toerekeningsvatbaarheid een groter voorwaardelijk strafdeel en een langere proeftijd aan verdachte de kans bieden om aan zijn forse problematiek te (blijven) werken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, en een proeftijd van 3 jaren passend en geboden. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden verbinden zoals geadviseerd door de reclassering met uitzondering van het schadeherstel.
De bijzondere voorwaarden acht de rechtbank noodzakelijk. Gelet op de hiervoor omschreven persoonlijkheidsproblematiek, het gegeven dat de bewezenverklaarde feiten worden gekenmerkt door bedreiging met geweld en er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaren.
Voorts zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een geldbedrag ten behoeve van de benadeelde partij ter zake van geleden schade, zoals nader in dit vonnis onder 10 en 11 zal worden besproken en beslist.
De rechtbank zal aan verdachte de vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht niet opleggen nu het contactverbod in de bijzondere voorwaarden is opgenomen.

9.BENADEELDE PARTIJ [slachtoffer 1]

heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 14.732,99. Dit bedrag bestaat uit € 10.732,99 materiële schade en € 4.000,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder feit 1, feit 2, feit 3, feit 4 en feit 6 ten laste gelegde feit.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe te wijzen tot een bedrag van € 2.000,-, betreffende de immateriële schade met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en toewijzing van de wettelijke rente. De officier van justitie heeft gevorderd de vordering voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk te verklaren.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering met betrekking tot de materiële schade voor het deel van de ‘gestolen voorwerpen’ te weten een bedrag van € 4.739,99, nu verdachte van het onder feit 2 ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Wat betreft de overige gevorderde materiële schade en immateriële schade is de rechtbank van oordeel dat deze onvoldoende zijn onderbouwd. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering, zal de benadeelde partij in de kosten van verdachte worden veroordeeld voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen de vordering. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

10.BENADEELDE PARTIJ [slachtoffer 2]

heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van
€ 2.145,58. Dit bedrag bestaat uit € 45,58 materiële schade en € 2.100,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder feit 7 en feit 9 ten laste gelegde feit.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe te wijzen tot een bedrag van € 45,58, betreffende de materiële schade en een bedrag van
€ 1.350,- betreffende de immateriële schade, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en toewijzing van de wettelijke rente. De officier van justitie heeft gevorderd de vordering voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat zij de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] begrijpelijk vindt, met name met betrekking tot het onder feit 9 ten laste gelegde.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De schade voor zover die betrekking heeft op de schadeposten van de materiële schade ten bedrage van € 45,58 en de immateriële schade met betrekking tot feit 9 door de rechtbank geschat op € 1.750,- derhalve ter hoogte van in totaal € 1.795,58 komt voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal daarom de vordering tot het bedrag van
€ 1.795,58 toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 22 mei 2018 tot de dag van volledige betaling.
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De behandeling van de vordering levert voor dat deel een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 2] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 1.795,58, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 22 mei 2018 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 27 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.BENADEELDE PARTIJ [slachtoffer 3]

heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 421,66. Dit bedrag bestaat uit € 41,66 materiële schade en € 380,- immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder feit 8 ten laste gelegde feit.
11.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en toewijzing van de wettelijke rente.
11.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft met betrekking tot de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] geen standpunt ingenomen.
11.3
Het oordeel van de rechtbank
De schade voor zover die betrekking heeft op de materiële schade ter hoogte van in totaal
€ 41,66 komt voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal daarom de vordering tot het bedrag van € 41,66 toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 5 september 2018 tot de dag van volledige betaling.
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De behandeling van de vordering levert voor dat deel een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 3] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 41,66 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 5 september 2018 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld 1 dag hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

12.VORDERING TENUITVOERLEGGING

Bij vonnis van de politierechter te Midden-Nederland, locatie Lelystad, van 2 januari 2018 (parketnummer 16/174253-16) is verdachte een taakstraf voor de duur van 30 uren voorwaardelijk opgelegd. Verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan strafbare feiten. Om die reden zal deze straf alsnog ten uitvoer gelegd worden.

13.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36f, 57, 63, 261, 285, 285b en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

14.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 2, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1, feit 5, feit 6, feit 7, feit 8 en feit 9 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder feit 1, feit 5, feit 6, feit 7, feit 8 en feit 9 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
12 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
6 maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijdvan
3 jarenvast;
- stelt als algemene voorwaarden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
* zich na vrijlating binnen drie dagen zal melden bij [instelling 2] ( [adres] te [vestigingsplaats] ), en daarna zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zich onder behandeling zal stellen van de forensische polikliniek [instelling 1] en/of […] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, ook als dat inhoudt een EMDR-behandeling in combinatie met het ‘Woede, Wrok en Wraak-protocol’, waarbij verdachte zich houdt aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
* indien de reclassering een kortdurende klinische opname indiceert, zich laat opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing, met een maximale duur van 7 weken of zoveel korter als de reclassering nodig acht;
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
  • verklaart [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
  • wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 1.795,58;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan € 1.795,58 van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2018 tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart [slachtoffer 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 1.795,58 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2018 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 27 dagen hechtenis;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
  • wijst de vordering van [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van € 41,66;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 september 2018 tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart [slachtoffer 3] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16/174253-16
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad bij vonnis van 2 januari 2018 opgelegde voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 30 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 15 dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Eigeman, voorzitter, mrs. D.S. Terporten-Hop en M.J.A.L. Beljaars, rechters, in tegenwoordigheid van mr. F.G.T. Russcher-Jansen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 december 2018.
Mrs. Beljaars en Russcher-Jansen zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2018 tot en met 5 augustus 2018 te Almere, althans in het arrondissement Midden-Nederland, althans in Nederland, wederrechtelijk, stelselmatig, opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer 1] , in elk geval die ander, te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, door telkens e-mailberichten en/of voicemail-berichten en/of sms-berichten en/of whatsapp-berichten en/of Facebook-berichten te verzenden van beledigende en/of dreigende aard, waarin onder meer stond vermeld:
- 4 juni 2018: “ik ga je op je kankerkop slaan joh gek” en/of “ik heb je zoveel e-mails gestuurd waarin ik zei: praat met me en waarin ik mijn fouten heb erkend” en/of “ik hoop dat ik van je blijft houden, want als ik begin te haten heb je een kankerprobleem in Nederland en dat weet je. Dat weet je, je hebt zelf in die rechtbank gezeten. Je gaat schijten” en/of “dat ik jou hoofd niet tegen die kast had geduwd, maar echt letterlijk, en dat je niet doorging, met je kop erdoorheen” en/of “ik heb je spullen trouwens niet gepakt of gestolen. We hebben ze verhuis. Laten we dat even duidelijk maken” en/of “Drank heeft heel veel invloed op een mens, je hebt mij zelf gezegd: het is pis van de duivel dus wat denk je wat ik word, als ik hoor je bent ‘lousoe’ gegaan of je staat met mij matties te chillen. Ik ga je op je kankerkop slaan joh gek. Kijk in mijn e-mails, waarin jij zegt dat ik zo switch, dat is puur omdat jij mij echt het bloed onder de nagels haalt.” En/of “Je wilt doen, weet je, als ik jou echt mishandel he en echt op jou ga he, dan is er niks meer van jou over. Dit weet jij, want jij weet dat jij geen partij voor mij bent” en/of
- 17 mei 2018: “en onze baby het spijt me voor alles aub tet ik heb geld ik zal je halen” en/of
- 19 mei 2018: “en omdat je mij genaaid heb ben je je spullen kwijt zijn niet bij mij” en/of
- 22 juni 2018: “je gaat online met je kut onder de douche veel suces namen word vermeld” en/of
- 24 juni 2018: “let op wat ik word ik word wat je haat en wild. En met wie jij ook bent je kent me wanneer ik wraak neem .. ik maak je kapot” en/of
- 3 juli 2018: “stop met wat je doet op me fb [voornaam van slachtoffer 1] ik ga je bek breken” en/of
- 6 juli 2018: “nu start mijn wraak op jou en wat dat gaat worden ga je zwaar onder vinden. Ivm met je leugens maar ik pak van jou wat je het meest lief is. Daar begin ik mee. Let op beter heb je idd die gun gehaald! en mijn wraak?? Start morgen heeeel simpel met het eerst .. mijn wraak is verschrikkelijk. Je bent nu klaar, let op. Voor alles een tijd en een plaats jullie beiden gaan gaan diamond.”
feit 2:
hij in of omstreeks de periode van 5 mei 2018 tot en met 27 mei 2018 te [plaatsnaam 1] , in/uit een woning gelegen aan [adres] , alwaar verdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een LG TV en/of een of meer sieraden en/of boeken en/of consoles en/of telefoons en/of een schilderij, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
feit 3:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2018 tot en met 1 juni 2018 te Almere, althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] :
- met het hoofd tegen hoofd tegen een kast te duwen en/of gooien en/of
- door haar een of meermalen te schoppen/trappen tegen het lichaam en/of
- door een of meermalen op haar te zitten en/of (daarbij) haar hals/nek vast
te pakken en/of vast te houden (waardoor die [slachtoffer 1] geen/onvoldoende lucht kreeg) waardoor voornoemde [slachtoffer 1] letsel heeft bekomen en / of pijn heeft ondervonden;
feit 4:
hij op of omstreeks 05 mei 2018 te Almere, althans in Nederland, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd :”Ik sla je de kanker in, ook al ziet iedereen dat”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
feit 5:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 november 2017 tot en met 15 december 2017 te Almere, , althans in het arrondissement Midden-Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen (in totaal) zestien blikken bier, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam winkel] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
feit 6:
hij in of omstreeks de periode van 27 augustus 2018 tot en met 28 augustus 2018 te Almere, althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 1] (schriftelijk, per e-mail) dreigend de woorden toe te voegen
- “ Je speelde met pistolen toch nu vang je een kogel’ en/of
- “ je gaat kapot voor dit als je kapot maakt wat ik bouw en ik vind je en kill iedereen die je lief is snoezie poezie” en/of
- “ ik ga jou vermoorden [voornaam van slachtoffer 1] ” en/of
- “ je gaat nu gaan als ik je tegen kom en je gaat idd echt gaan” en/of
- “ ik vermoord je wanneer ik je zie [voornaam van slachtoffer 1] ” en/of
- “ je leugens en handelingen hebben nu je graf gegraven. Ik maak je kapot.” en/of
- “ Me vorige mails zeiden het ik wil je nu dood zien”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
feit 7:
hij op of omstreeks 5 september 2018 te [plaatsnaam 2] en/of Almere, althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 2] (schriftelijk, via Facebook Messenger en/of e-mail) dreigend de woorden toe te voegen
- “ ik ga je vermoorden voor wat je mij en je kinderen hebt aangedaan” en/of
- “ ik zweer ook al verdwijn ik voor 5 jaar ik kom je halen [voornaam van slachtoffer 2] en ik lieg dat ik je een kogel door je hoofd kan schieten maar nu ik zie wat je doet met de kids jezelf” en/of
- “ en idd [voornaam van slachtoffer 2] ben alles kwijt maar ik kom voor jou en je weet wat ik kan had en heb” en/of
- “ ik begraaf je naast je mama” en/of
- “ en ik vermoord jullie 2” en/of
- “ je zal boeten voor wat je hebt gedaan voor ik naar binnen ga kom ik” en/of
- “ alleen als jij mij ontwijkt of je gaat werken en het lukt me niet je af te schieten voor je naar je werk gaat pak ik 1 van je vrienden” en/of
- “ maar ik ga je stoppen en je zal je moeder gaan zien” en/of
- “ En meer ik beloof je dat ik je kapot ga maken” en/of
- “ maar ik beloof je dat als ik Vrij kom kom ik voor jou. Ik maak je compleet kapot” en/of
- “ ik zal je kapot maken en ik kom echt voor je al geven ze mij 4 jaar”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
feit 8:
hij op of omstreeks 5 september 2018 te [plaatsnaam 2] en/of Almere, althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 3] (verbaal en/of schriftelijk, via de telefoon en/of Facebook Messenger en/of e-mail) dreigend de woorden toe te voegen
- “ ik kom je afmaken” en/of
- “ en ik vermoord jullie 2” en/of
- “ je zal boeten voor wat je hebt gedaan en voor ik naar binnen ga kom ik” en/of
- “ alleen als je mij ontwijkt of je gaat werken en het lukt me niet je af te schieten voor je naar je werk gaat pak ik 1 van je vrienden”,
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
feit 9:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 26 februari 2018 tot en met 15 augustus 2018 te Almere en/of [plaatsnaam 2] , althans in Nederland, opzettelijk, de eer en/of de goede naam van [slachtoffer 2] heeft aangerand, door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en/of afbeeldingen verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen en/of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht , door
- een naaktfoto van voornoemde [slachtoffer 2] te versturen naar die [slachtoffer 2] en/of een of meerdere bu(u)r(en) van die [slachtoffer 2] , met daarbij (onder meer) de tekst “Uw onschuldige buurvrouw. Zij is niet wie zij zegt dat zij is of zich zelfs zo afbeeld. als u haar kent en met haar omgaat zal u benadeeld worden, denk aan dingen zoals fraude fijn wonen met zo iemand in de straat en ze woont” en/of “je buurvrouw”; en/of
- op een of meerdere pornosite(s) (een) naaktfoto(’s) en/of pornografische film(s) , waarop die [slachtoffer 2] is te zien, te plaatsen en (vervolgens) via internet (meermalen) een link naar deze afbeeldingen en filmbeelden te verspreiden; en/of
- een gegevensdrager met daarop pornografische filmbeelden en/of afbeeldingen, waarop die [slachtoffer 2] is te zien, te versturen aan [slachtoffer 2] en/of een of meerdere bu(u)r(en) van die [slachtoffer 2] .

Voetnoten

1.Wanneer met betrekking tot feit 1 en feit 5 wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 21 september 2018, genummerd PL0900-2018216240 e.v., opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 330. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 43.
3.Pagina 51.
4.Pagina 69 en 70.
5.Pagina 73.
6.Pagina 173 en 174.
7.Pagina 180 tot en met 215.
8.Wanneer met betrekking tot feit 6 tot en met feit 9 wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 5 december 2018, genummerd PL0900-2018173855, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 348. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
9.Pagina 73 en 74.
10.Pagina 90 en 91.
11.Pagina 157, 159, 162, 164 en 165.
12.Pagina 194 en 195.
13.Pagina 197.
14.Pagina 198.
15.Pagina 199.
16.Pagina 36 en 37.
17.Pagina 211 en 212.
18.Pagina 226.
19.Pagina 233 en 234.
20.Pagina 55.
21.Pagina 272.
22.Pagina 49.