[verweerder sub 1 op de vordering/eiser sub 1 van de tegenvordering] c.s. vordert - samengevat en na wijziging van eis - dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. [eiseres sub 1 van de vordering/verweerster sub 1 op de tegenvordering] c.s. veroordeelt om binnen vier weken na betekening van het vonnis te verwijderen en verwijderd te houden:
A. de taxushaag dan wel, subsidiair, de taxushaag te verplaatsen naar een minimale afstand van twee meter vanaf de grenslijn dan wel, meer subsidiair, de overhangende takken van de taxushaag te verwijderen en verwijderd te houden;
B. de leilinden dan wel, subsidiair, de leilinden te verplaatsen naar een minimale afstand van twee meter vanaf de grenslijn;
C. de zaken die op het perceel van [verweerder sub 1 op de vordering/eiser sub 1 van de tegenvordering] c.s. zijn geplaatst, waaronder de bestrating;
op straffe van een dwangsom van € 150,00 per dag voor iedere dag of gedeelte daarvan dat
[eiseres sub 1 van de vordering/verweerster sub 1 op de tegenvordering] c.s. in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van
€ 15.000,00;
II. [eiseres sub 1 van de vordering/verweerster sub 1 op de tegenvordering] c.s. hoofdelijk veroordeelt in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente verschuldigd met ingang van de veertiende dag na datum van het vonnis tot aan de dag van de volledige betaling.
[verweerder sub 1 op de vordering/eiser sub 1 van de tegenvordering] c.s. vordert voorwaardelijk dat de rechtbank:
III. indien en voor zover de vordering van [eiseres sub 1 van de vordering/verweerster sub 1 op de tegenvordering] c.s. tot verwijdering van de dakgoot niet reeds op artikel 3:13 BW afstuit, [eiseres sub 1 van de vordering/verweerster sub 1 op de tegenvordering] c.s. gelast tot het verlenen van medewerking aan het vestigen van een erfdienstbaarheid omvattende handhaving van de thans aanwezige toestand van de overbouw van de dakgoot, althans om mee te werken aan de eigendomsoverdracht van de strook grond waarboven de dakgoot zich bevindt tegen marktwaarde en onder de verplichting voor [eiseres sub 1 van de vordering/verweerster sub 1 op de tegenvordering] c.s. om binnen twee weken na betekening van het vonnis een keuze te maken tussen overdracht van de eigendom aan [verweerder sub 1 op de vordering/eiser sub 1 van de tegenvordering] c.s. of het vestigen van een erfdienstbaarheid tot het handhaven van de bestaande toestand;
IV. indien en voor zover de tegenvordering onder I.A., primair dan wel subsidiair, wordt toegewezen, [eiseres sub 1 van de vordering/verweerster sub 1 op de tegenvordering] c.s. veroordeelt om binnen acht weken na het vonnis mee te werken aan de oprichting van een houten ondoordringbare erfafscheiding van maximaal 2,00 meter hoogte op de kadastrale erfgrens ter hoogte van de oostzijde van het perceel van [eiseres sub 1 van de vordering/verweerster sub 1 op de tegenvordering] c.s., op straffe van een dwangsom van € 150,00 per dag voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [eiseres sub 1 van de vordering/verweerster sub 1 op de tegenvordering] c.s. in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 15.000,00.
[verweerder sub 1 op de vordering/eiser sub 1 van de tegenvordering] c.s. heeft bij de akte uitlaten van 1 november 2018 in aanvulling op de vordering onder 3.2., I.C. nog gevorderd dat de schutting die [eiser sub 2 van de vordering/verweerder sub 2 op de tegenvordering] c.s. onlangs heeft geplaatst ‘op