ECLI:NL:RBMNE:2018:6471

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 december 2018
Publicatiedatum
8 januari 2019
Zaaknummer
16/706033-16
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontnemingsvordering in verband met criminele activiteiten waaronder lans- en plofkraken

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 december 2018 uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen de veroordeelde, die betrokken was bij meerdere lans- en plofkraken. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot betaling van het wederrechtelijk verkregen voordeel van € 152.896,33 beoordeeld. De veroordeelde is in persoon verschenen en werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. Y. Bouchikhi. Tijdens de zittingen zijn verschillende feiten en omstandigheden besproken, waaronder de betrokkenheid van de veroordeelde bij specifieke kraakincidenten in Drunen, Ede, Deventer en Putten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is dat de veroordeelde voordeel heeft genoten van deze strafbare feiten, maar heeft ook overwogen dat niet alle vorderingen van de officier van justitie konden worden toegewezen. De rechtbank heeft uiteindelijk het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 92.206,33, waarbij rekening is gehouden met de in beslag genomen besmeurde bankbiljetten ter waarde van € 22.450,00. De rechtbank heeft de ontnemingsvordering voor een deel afgewezen en de verplichting tot betaling aan de Staat opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/706033-16 (ontneming)
Vonnis van de meervoudige kamer van 20 december 2018
in de ontnemingszaak tegen
[veroordeelde] ,
geboren op [1988] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres] , [postcode] te [woonplaats] .
(hierna te noemen: veroordeelde).

1.De procedure

De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
  • de schriftelijke vordering van de officier van justitie, die binnen de in artikel 511b van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn aanhangig is gemaakt;
  • het strafdossier onder parketnummer 16/706033-16, waaruit blijkt dat veroordeelde bij vonnis van 20 december 2018 van deze rechtbank is veroordeeld ter zake van – kort gezegd – medeplegen van lans en/of plofkraken, deelname aan een criminele organisatie en heling van voertuigen;
  • de overige stukken,
en de bevindingen tijdens het onderzoek ter terechtzitting.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 3 januari 2017, 31 maart 2017, 27 juni 2017, 10 juli 2017, 27 november 2017, 12 maart 2018, 8, 9, 11, 16 en 18 oktober 2018 en 6 december 2018. De veroordeelde is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. Y. Bouchikhi, advocaat te Utrecht. De ontnemingsvordering is gelijktijdig ter terechtzitting behandeld met de strafzaak tegen veroordeelde, bekend onder hetzelfde parketnummer.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat veroordeelde en de raadsman naar voren hebben gebracht.

2.De beoordeling

2.1.
De vordering van de officier van justitie
De schriftelijke vordering van de officier van justitie strekt tot het aan de veroordeelde opleggen van de verplichting tot betaling aan de Staat van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel van € 152.896,33. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie zijn vordering gehandhaafd.
De officier van justitie heeft gesteld dat naast de ten laste gelegde feiten, aannemelijk is dat veroordeelde betrokken is geweest bij en verdeelde genoten heeft van de lanskraak in Drunen op 16 mei 2016, de lanskraak in Ede op 20 mei 2016, de lanskraak in Deventer op 15 juni 2016 en de plofkraak in Putten op 14 september 2016.
De officier van justitie vordert daarnaast dat de vordering van de benadeelde partij, zoals deze is ingediend in de strafzaak, niet reeds nu in mindering wordt gebracht op het wederrechtelijk verkregen voordeel, nu immers geen sprake is van in rechte onherroepelijk toegekende vordering. Subsidiair verzoekt de officier van justitie dat indien de rechtbank van oordeel is dat de vordering van de benadeelde partij in mindering moet worden gebracht, de rechtbank hierbij, net als bij de verdeling van de totale opbrengst, een pondspondsgewijze verdeling zal hanteren. De officier van justitie vordert daarbij dat het bedrag niet in mindering wordt gebracht op de complete betalingsverplichting van veroordeelde, maar slecht op diens betalingsverplichting inzake de betreffende kraak.
Ten aanzien van de draagkracht is de officier van justitie van mening dat op voorhand niet aannemelijk is geworden dat veroordeelde in het geheel niet in staat zou zijn om aan zijn betalingsverplichting te voldoen, mede gelet op het feit dat de tenuitvoerlegging van deze betalingsverplichting niet verjaard krachtens artikel 76 juncto 70 en 157 van het Wetboek van Stafrecht. De officier van justitie stelt zich daarnaast op het standpunt dat de wijze van aanwending van het wederrechtelijk verkregen voordeel voor rekening en risico van veroordeelde komt.
2.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat bij het bepalen van de omvang van het bedrag waarop het wederrechtelijk voordeel wordt geschat, rekening gehouden dient te worden met de ten gunste van de benadeelde partij uitgesproken veroordeling van de betrokkene tot betaling van schadevergoeding. Ten aanzien van de feiten die niet op de tenlastelegging staan stelt de raadsman dat indien de rechtbank van oordeel is dat veroordeelde bij die kraken betrokken zou zijn en daarbij buit zou zijn gemaakt, niet concreet is vast te stellen welk deel daarvan veroordeelde zelf heeft genoten. Ook blijkt uit de ontneming niet hoeveel geld op de plaats delict is achtergelaten, zodat dit bedrag evident op de ontneming in minder gebracht moet worden. Er wordt telkens uitgegaan van bedragen waarmee de automaat gevuld was en niet de daadwerkelijk weggenomen bedragen. De raadsman heeft zich ook op het standpunt gesteld dat niet aannemelijk is geworden dat de huidige en de redelijkerwijs te verwachten toekomstige draagkracht van veroordeelde toereikend zal zijn om het door de officier van justitie gevorderde bedrag te kunnen voldoen. De raadsman verzoekt de rechtbank dan ook om het totaal wederrechtelijk verkregen voordeel op nihil te stellen dan wel een evidente vermindering van het bedrag ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Primair stelt de raadsman zich op het standpunt dat de ontnemingsvordering afgewezen dient te worden, omdat vrijspraak is bepleit. Subsidiair voert de raadsman het volgende aan.
Drunen
Op basis van het DNA-mengprofiel op het in de garagebox in [naam ] aangetroffen portofoonoortje en de aangetroffen trainingsbroek in Driebergen, kan niet worden gesteld dat het aannemelijk is dat veroordeelde bij deze kraak betrokken is en voordeel heeft genoten.
Ede
In deze zaak zijn glasmatches gevonden op verplaatsbare voorwerpen. Verder is er geen enkele concrete aanwijzing waaruit de betrokkenheid van veroordeelde zou kunnen blijken.
Deventer
Op basis van een aangetroffen dekbedovertrek kan niet gesteld worden dat veroordeelde bij de kraak betrokken is geweest en voordeel heeft genoten.
Putten
Tijdens de doorzoeking in de [adres] wordt een handdoek aangetroffen met daarop inkt van de kraak. Daarnaast wordt in de Audi in [naam ] een regenjas aangetroffen met daarop inkt van deze kraak. Dat is onvoldoende om aan te nemen dat het aannemelijk is dat veroordeelde deze heeft gepleegd en voordeel heeft genoten.
De ontnemingsvordering dient voor alle bovengenoemde kraken te worden afgewezen.
2.3.
Het oordeel van de rechtbank [1]
Bij vonnis van de meervoudige strafkamer van deze rechtbank van 20 december 2018 is veroordeelde onder meer veroordeeld voor (het medeplegen van) lans- en plofkraken, zoals blijkt uit de in dat vonnis opgenomen bewijsmiddelen. De rechtbank stelt op grond van de navolgende feiten en omstandigheden, die aan wettige bewijsmiddelen zijn ontleend, vast dat de veroordeelde door middel van het begaan van het bewezenverklaarde strafbaar feit voordeel heeft gehad als bedoeld in artikel 36e, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Voorts is de rechtbank van oordeel dat voldoende aanwijzingen bestaan dat door de veroordeelde de hierna vermelde soortgelijke strafbare feiten zijn begaan en daarvan voordeel heeft genoten, op grond van de hierna per feit op te sommen feiten en omstandigheden.
De rechtbank ziet echter aanleiding om af te wijken van de vordering van de officier van justitie en zal hiernavolgend uiteenzetten op welke punten.
Soest
Nu veroordeelde voor de kraken in Soest wordt vrijgesproken, zal deze kraak niet ten grondslag liggen aan de ontnemingsvordering. De ontnemingsvordering wordt op dat punt afgewezen.
Deventer
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier onvoldoende aanwijzingen naar voren komen om aannemelijk te achten dat veroordeelde betrokken is bij de kraak in Deventer. De ontnemingsvordering wordt op dit punt afgewezen.
Drunen
Naar het oordeel van de rechtbank bestaan er op grond van de hier onder genoemde feiten en omstandigheden voldoende aanwijzingen dat veroordeelde dit soortgelijke feit heeft begaan.
Op 16 mei 2016 doet [Aangever 1] namens de Albert Heijn aan de [adres] te [vestigingsplaats] aangifte van inbraak. [2] Door de ING wordt vastgesteld dat de kluis van de geldautomaat open is gebroken en er sprake van rook- en brandschade is in het bovencompartiment. [3] Er is voor een totaal bedrag van 72.200,00 euro aan coupures van 50 euro en voor een totaal bedrag van 23.260,00 aan coupures van 20 euro weggenomen (
de rechtbank begrijpt: samen 95.460,00 euro). [4] Door een forensisch onderzoeker werd een inktmonster (AAIO8480NL) veiliggesteld op de plaats delict. [5]
Bij de doorzoeking in de garagebox in [naam ] op 11 oktober 2016 werd een portofoonoortje met daarop verf (AAKL6232NL) uit de Audi met kenteken [kenteken] in beslaggenomen. [6] Op dit portofoonoortje zat inkt dat matcht met de beveiligingsinkt van Drunen. [7] Het oortje is eveneens bemonsterd (AAIG7189NL) en onderzocht op biologische sporen. [8] Uit het NFI onderzoek blijkt dat het celmateriaal van het portofoonoortje afkomstig kan zijn van een DNA-mengprofiel met een afgeleid DNA-hoofdprofiel van [veroordeelde] (
veroordeelde)en minimaal één onbekende persoon. De matchkans met het afgeleid DNA-hoofdprofiel van veroordeelde is kleiner dan 1 op 1 miljard. [9]
In de omgeving van de plofkraak in Driebergen werd een trainingsbroek aangetroffen. [10] Door een forensisch onderzoeker werd vervolgens onderzoek verricht aan de trainingsbroek (AAKA2999NL). [11] Op deze trainingsbroek zat inkt dat matcht met de beveiligingsinkt en de administratie van 3SI/G4S van Drunen. [12]
Vervolgens is de trainingsbroek bemonsterd en onderzocht op biologische sporen. Hierbij is een match gevonden met het DNA-profiel van veroordeelde [veroordeelde] (RAAR2735NL) […] (DNA-profielcluster 35140). [13]
Gelet op bovengenoemde bewijsmiddelen en in onderling verband en samenhang bezien met de feiten waarvoor veroordeelde veroordeeld is, is de rechtbank van oordeel dat voldoende aanwijzingen bestaan dat veroordeelde ook dit feit heeft begaan en daarvan voordeel heeft genoten. De rechtbank zal het weggenomen bedrag voor 1/3 deel aan veroordeelde toerekenen, nu uit het dossier op een enkele uitzondering na volgt dat de kraken door drie personen werden verricht.
Ede
Naar het oordeel van de rechtbank bestaan er op grond van de hier onder genoemde feiten en omstandigheden voldoende aanwijzingen dat veroordeelde dit soortgelijke feit heeft begaan.
Op 25 mei 2016 doet [aangever 2] aangifte namens de Albert Heijn aan de [adres] te [vestigingsplaats] van inbraak op 20 mei 2016. [14] Uit de camerabeelden van de Albert Heijn blijkt dat sprake is van drie daders. [15] Door de ING Bank wordt vastgesteld dat de kluis en het bovencompartiment van de geldautomaat volledig zijn uitgebrand. Het alarmsysteem, Infra en ICT hebben brandschade. [16] Er is voor een totaal bedrag van 37.600 euro weggenomen. [17] Door een forensisch onderzoeker werd glas (AAIP8782NL) van de plaats delict veiliggesteld. [18]
Op 11 oktober 2016 vond een doorzoeking plaats in de woning van veroordeelde. Onder andere werden schoenen (G.01.05.002) inbeslaggenomen. [19] Deze schoenen kregen het SIN-nummer AAKJ6136NL. [20] Deze schoenen bevatte 20 glasdeeltjes waarvan 1 glasdeeltje matchte met de kraak in Ede. [21]
In de omgeving van de plofkraak in Driebergen werd een trainingspak aangetroffen. [22] Door een forensisch onderzoek werd vervolgens onderzoek verricht aan de trainingsbroek (AAKA2999NL). [23] Dit trainingspak bevatte 9 glasdeeltjes waarvan 1 glasdeeltje matchte met de kraak in Ede. [24]
Vervolgens is de trainingsbroek bemonsterd en onderzocht op biologische sporen. Hierbij is een match gevonden met het DNA-profiel van veroordeelde [veroordeelde] (RAAR2735NL) […] (DNA-profielcluster 35140). [25]
Het imeinummer [imeinummer] van veroordeelde is in de periode van 10 mei 2016 tot en met 6 juni 2016 getapt. [26] Het internetverkeer is bekeken en hieruit volgt dat veroordeelde op 21 mei 2016 omstreeks 02:00 uur de volgende pagina op zocht: http://www. omroepgelderland. nllnieuws/2110368/Plofkraak-zorgt-voor-enorme-schade-in-AlbertHeijn-in-Ede. [27]
Gelet op aangetroffen schoenen en regenkleding met daarop glas en DNA van veroordeelde en de zoekgeschiedenis op internet vlak na de kraak, in onderling verband en samenhang bezien met de feiten waarvoor veroordeelde veroordeeld is, is de rechtbank van oordeel dat voldoende aanwijzingen bestaan dat veroordeelde dit feit heeft begaan en daarvan voordeel heeft genoten.
Putten
Naar het oordeel van de rechtbank bestaan er op grond van de hier onder genoemde feiten en omstandigheden voldoende aanwijzingen dat veroordeelde dit soortgelijke feit heeft begaan.
Op 20 september 2016 doet [aangever 3] namens Ahold aangifte van een inbraak op 14 september 2016 in de Albert Heijn aan de [adres] te [vestigingsplaats] . [28] Uit het onderzoek blijkt dat sprake is van drie daders. [29] Door de ING Bank wordt vastgesteld dat de kluis, het bovencompartiment, het alarmsysteem, infra en ICT van de geldautomaat volledig zijn vernietigd. [30] Er is voor een totaal bedrag van 20.100,00 euro weggenomen. [31] Door een forensisch onderzoek is een inktmonster veiliggesteld (AAJG7384NL).
Op 11 oktober 2016 vond een doorzoeking plaats in de woning van veroordeelde. Onder andere werd een handdoek (G.01.03.002) inbeslaggenomen. [32] Deze handdoek kreeg het SIN-nummer AAKJ6133NL. [33] Van de handdoek werd een inktmonster genomen (AAKJ6561NL). Dit inktmonster matcht met het referentie-inkt wat veiliggesteld is op de plaats delict in Putten. [34]
Op 11 oktober 2016 werd bij de doorzoeking in de garagebox in [naam ] een Audi met vals kenteken [kenteken] in beslaggenomen. [35] In dit voertuig lag een regenjas met inktvlekken (AAKL6207NL) [36] . Van de regenjas werd een inktmonster genomen (AAKE3895NL). [37] De binnenzijde van de kraag van de regenjas werd bemonsterd op biologische sporen (AAIG7188NL). [38] Het inktmonster matcht met het referentie-inkt wat veiliggesteld is op en de administratie van 3SI/G4S van de plaats delict in Putten. [39]
De veiliggestelde biologische sporen op de regenjas zijn onderworpen aan een DNA-onderzoek. Hierbij is een match gevonden met het DNA-profiel van veroordeelde [veroordeelde] (RAAR2735NL) […] (DNA-profielcluster 35140). [40]
Gelet op de aangetroffen handdoek met daarop inkt van de kraak in de woning van veroordeelde en de regenjas met inkt van de kraak in de Audi, waarvan in de strafzaak gebleken is dat deze in gebruik was bij onder meer veroordeelde en geparkeerd stond in een garagebox die naar het oordeel van de rechtbank gebruikt werd als uitvalsbasis voor veroordeelde en zijn mededaders, acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat veroordeelde betrokken is geweest bij dit feit en daarvan voordeel heeft genoten.
Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel
Opbrengst
Bij het bepalen van het wederrechtelijk voordeel zal de rechtbank uitgegaan van een berekening op transactiebasis. Hierbij wordt het voordeel per feit berekend op basis van de opbrengst minus de kosten per feit. De opbrengst bestaat uit de bankbiljetten welke zijn weggenomen uit de desbetreffende ING-geldautomaat. [41] De rechtbank gaat uit van de buit, zoals deze is aangeven in de aangifte van de ING Bank. De ING Bank heeft namelijk per soort coupure vermeld wat de aanwezige waarde daarvan was op het moment van de kraak en wat daarvan is gestolen. De rechtbank ziet geen aanleiding om de in de aangifte opgenomen buit te verminderen.
Aangezien besmeurde biljetten nog steeds een wettig betaalmiddel vormen, wordt voor de waardering van de opbrengst nog steeds uitgegaan van de waarde van de contante bankbiljetten. [42]
Verdeelsleutel
Vanuit het onderzoek is geen zicht verkregen op een vermoedelijke opbrengst-verantwoording dan wel op een mogelijke verdeelsleutel van de opbrengst per kraak tussen veroordeelde en zijn mededaders. Tevens zijn er vanuit het onderzoek geen aanwijzingen dat de [43] verdeling van het voordeel niet gelijkelijk heeft plaatsgevonden. Derhalve hanteert de rechtbank als uitgangspunt dat de verdeling van de opbrengst van een kraak evenredig heeft plaatsgevonden over de (waargenomen) deelnemers aan de kraak. Dit betekent een pondspondsgewijze verdeling over de deelnemers aan de kraak. [44]
Aftrekbare kosten
Tijdens de doorzoeking van de woning van veroordeelde aan de [adres] te [woonplaats] zijn besmeurde bankbiljetten ter waarde van € 22.450,00 in beslaggenomen.
In het voordeel van de veroordeelde zullen deze inbeslaggenomen bankbiljetten in mindering worden gebracht op het door de veroordeelde gerealiseerde voordeel van de kraken. [45]
Berekening
Kraak
Opbrengst
Aantal daders
Aandeel veroordeelde
Opbrengst veroordeelde
Oegstgeest
€ 55.720,00
3
1/3 deel
€ 18.573,33
Driebergen
€ 20.940,00
3
1/3 deel
€ 6.980,00
Almelo
€ 80.590,00
3
1/3 deel
€ 26.863,33
Utrecht
€ 33.560,00
3
1/3 deel
€ 11.186,67
Drunen
€ 95.460,00
3
1/3 deel
€ 31.820,00
Ede
€ 37.600,00
3
1/3 deel
€ 12.533,00
Putten
€ 20.100,00
3
1/3 deel
€ 6.700,00
Totaal opbrengst
€ 114.656,33
Geld woning
€ 22.450,00 -/-
Totaal WVV [46]
€ 92.206,33
In mindering brengen vordering benadeelde partij strafzaak
De rechtbank ziet geen aanleiding om het bedrag dat is toegewezen aan de ING Bank als benadeelde partij in de strafzaak in mindering te brengen op het totaalbedrag, omdat die uitspraak nog niet onherroepelijk is en niet is gebleken dat deze vordering al geheel of gedeeltelijk door veroordeelde is voldaan.
Draagkracht
De rechtbank is van oordeel dat niet aanstonds duidelijk is dat veroordeelde de huidige en de redelijkerwijs te verwachten toekomstige draagkracht van de veroordeelde niet toereikend zullen zijn, dat hiermee reeds bij de onderhavige vaststelling van de betalingsverplichting rekening dient te worden gehouden, mede gelet op de geldende verjaringstermijn voor de tenuitvoerlegging van deze betalingsverplichting ingevolge artikel 76 juncto artikel 70 van het Wetboek van Strafrecht, terwijl het Openbaar Ministerie gedurende die termijn onbeperkt uitstel van betaling kan verlenen en betaling in termijnen kan toestaan. De rechtbank zal geen gebruik maken van haar matigingsbevoegdheid.
Conclusie
Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat veroordeelde uit medeplegen van lans- en plofkraken voordeel heeft genoten.
De verplichting tot betaling aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel kan dan ook aan de veroordeelde worden opgelegd voor een bedrag van € 92.206,33.

3.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

4.De beslissing

De rechtbank:
- stelt het bedrag van het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel vast op een bedrag van
€ 92.206,33(zegge: tweeennegentigduizend tweehonderd en zes euro en drieëndertig eurocent);
- wijst af het meer of anders gevorderde;
- legt aan de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 92.206,33(zegge: tweeennegentigduizend tweehonderd en zes euro en drieëndertig eurocent).
Dit vonnis is gewezen door mr. A.C. van den Boogaard, voorzitter, mrs. E.H.M. Druijf en J.G. van Ommeren, rechters, in tegenwoordigheid van mrs. I. Völkers en F.H. Batavier, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 december 2018.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier, 032Smit / MD3R015083 Ontnemingsdossier, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering (pagina 1 tot en met 889. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren
2.Proces-verbaal van aangifte [Aangever 1] namens Albert Heijn, 16 mei 2016, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 112.
3.Een geschrift te weten rapport onderzoek incident ING domein, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 123.
4.Een geschrift te weten rapport onderzoek incident ING domein, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 125.
5.Proces-verbaal van sporenonderzoek van 9 juni 2016, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 130.
6.Proces-verbaal van sporenonderzoek Audi [kenteken] , Forensisch Dossier 3.03, p. 111.
7.Proces-verbaal inktonderzoek, Forensisch Dossier 3.03, p. 23.
8.Proces-verbaal biologisch vooronderzoek, Forensisch Dossier 3.03, p. 56
9.Een geschrift te weten een Herzien rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van een ramkraak gepleegd in Soest op 27 augustus 2015, Forensisch Dossier 3.03, p. 214.
10.Proces-verbaal van bevindingen, 20 september 2016, Zaaksdossier Driebergen, p. 217091.
11.Proces-verbaal biologisch vooronderzoek, 4 november 2016, Zaaksdossier Driebergen, p. 217062.
12.Proces-verbaal inktonderzoek, Forensisch Dossier 3.01, p. 036.
13.Een geschrift te weten een rapport van TMFI opgesteld door dr. P.J. Herbergs van 23 december 2016, Zaaksdossier Driebergen, p. 217109.
14.Proces-verbaal van aangifte [aangever 2] namens Albert Heijn, 25 mei 2016, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 175.
15.Proces-verbaal van relaas diefstal uit Albert Heijn 20 mei 2015, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 172.
16.Een geschrift te weten rapport onderzoek incident ING domein, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 184.
17.Een geschrift te weten rapport onderzoek incident ING domein, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 186.
18.Proces-verbaal sporenonderzoek van 20 juni 2016, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 191.
19.Proces-verbaal van doorzoeking, 11 oktober 2016, Persoonsdossier [veroordeelde] , p. 104035.
20.Proces-verbaal aanvraag benoeming deskundige, Forensisch Dossier 3.01, p. 057.
21.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 12 van 34.
22.Proces-verbaal van bevindingen, 20 september 2016, Zaaksdossier Driebergen, p. 217091.
23.Proces-verbaal biologisch vooronderzoek, 4 november 2016, Zaaksdossier Driebergen, p. 217062.
24.Een geschrift te weten het Herzien rapport: 2e aanvullende onderzoek: Vergelijking van aangetroffen glasdeeltjes in TGO 032SMIT met glasdatabank van ram- en plofkraken van het NFI van 19 juli 2018, pagina 14 van 34.
25.Een geschrift te weten een rapport van TMFI opgesteld door dr. P.J. Herbergs van 23 december 2016, Zaaksdossier Driebergen, p. 217109.
26.Proces-verbaal relevante tapgsprekken [veroordeelde] , Zaaksdossier Criminele Organisatie, ordner 1, p. 220192.
27.Proces-verbaal relevante tapgsprekken [veroordeelde] , Zaaksdossier Criminele Organisatie, ordner 1, p. 220194.
28.Proces-verbaal van aangifte [aangever 3] namens Ahold, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 355.
29.Een geschrift te weten Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 60.
30.Een geschrift te weten rapport onderzoek incident ING domein, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 368.
31.Een geschrift te weten rapport onderzoek incident ING domein, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 369.
32.Proces-verbaal van doorzoeking, 11 oktober 2016, Persoonsdossier [veroordeelde] , p. 104035.
33.Proces-verbaal sporenonderzoek, Forensisch Dossier 3.03, p. 061.
34.Proces-verbaal inktonderzoek, Forensisch Dossier 3.01, p. 043.
35.Proces-verbaal zoeking [naam ] te [woonplaats] , Forensisch Dossier 3.03, p. 178.
36.Proces-verbaal van biologisch vooronderzoek, Forensisch Dossier 3.03, p. 054.
37.Proces-verbaal sporenonderzoek, Forensisch Dossier 3.03, p. 63.
38.Proces-verbaal van biologisch vooronderzoek, Forensisch Dossier 3.03, p. 056.
39.Proces-verbaal inktonderzoek, Forensisch Dossier 3.01, p. 048.
40.Een geschrift te weten een rapport van TMFI opgesteld door dr. P.J. Herbergs van 23 december 2016, Zaaksdossier Driebergen, p. 217109.
41.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, 23 mei 2017, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 63.
42.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, 23 mei 2017, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 63.
43.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, 23 mei 2017, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 63.
44.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, 23 mei 2017, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 64.
45.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel, 23 mei 2017, Ontnemingsdossier, ordner 1, p. 64.
46.Afkorting: Wederrechtelijk Verkregen Voordeel.